

Met Global
Battlefields (2025) schreef
activist en socioloog Walden Bello
zijn memoires. Het boek begint met aanbevelingen van bekende
personen. Wie uit het lijstje niemand kent, zal ook het boek als
vanuit een andere wereld lezen. De opmerkingen komen van Noam
Chomsky, en gaan via Naomi Klein, Michael Klare, Achin Vanaik,
Katrina vanden Heuvel door naar een trits hoogleraren die de
schrijver lof toe zwaaien. Niet mijn gewoonte, maar ik heb ze vreemd
genoeg met een soort plaatsvervangende trots gelezen.
In
zijn opdracht bedankt hij strijdmakkers uit de Filipijnen, mensen
waar hij mee bleef optrekken: Dodong
Memenzo en zijn vrouw Princess, maar ook José
Maria Sison (die jarenlang in ballingschap in Nederland leefde) en
waarvan eind jaren tachtig afstand nam, omdat hij het pad van de
Filipijnse Communistische Partij (CPP, om verschillende redenen niet
meer kon delen), maar er is ook de voormalige Venezolaanse president
Hugo Chavez (die hem onderdak verleende toen hij een verkapte
doodsbedreiging kreeg vanuit de CPP) en waar hij een warme band mee
had, totdat Chavez draaide in zijn opstelling rond de WTO in december
2005. Bello vertelde hem dat een revolutionair zich aan zijn woord
moet houden: “Hij was groots, maar hij
kon niet tegen kritiek,” merkte hij
toen.
De opdracht is dus niet alleen voor de
mensen waar hij een makkelijke relatie mee had, maar voor hen die op
zijn pad belangrijk waren, los van hoever die paden samen bleven
oplopen. Toen hij om zijn boek onder de aandacht te brengen in
Nederland was, poogde hij om Julliet, de
weduwe van Sison in Utrecht, te ontmoeten en de
oude plooien zoveel mogelijk glad te strijken.
Falen
Alleen al Lof en Opdracht geven aan
dat Bello verre van een gemiddelde activist én wetenschapper is. Na
het ophemelen begint het boek juist met een zoektocht naar de reden
waarom hij verzoeken om zijn levensloop te beschrijven tot dan toe had
afgewezen. In zijn leven had hij twee belangrijke gevechten verloren
en dat wilde hij door zijn memoires te schrijven niet recht breien.
Het eerste falen had te maken met de Filipijnen. Hij was deel van
links (de CPP/NDF) dat zich bij de val van de Marcos dictatuur niet
wist aan te passen aan de nieuwe realiteit en vervolgens een schim
van zichzelf werd. Het tweede tekortschieten lag op een ander niveau.
Socialisme (in brede zin) wist zich niet over tegenslagen heen te
zetten en te herleven, niet in het Noorden, niet in het Zuiden, en
bood zo geen alternatief voor het neoliberalisme.
Misschien
was zijn individuele leven dan wel een succes, maar als dat niet
ankert in sociaal succes, dan is er toch sprake van falen, zo
schrijft Bello. Hij haalt in deze context de Indonesische schrijver
Pramoedya Ananta Toer aan. Die stopte met schrijven vanwege een
writersblock,
mogelijk ontstaan doordat links in Indonesië niet in staat was het
vreselijks te onderzoeken wat rondom 1965 in het land gebeurde en dat
maakte schrijven onmogelijk. Pramoedya hier aanhalen lijkt me
voorbeeld van mooischrijverij,
maar die stijlfiguur is verder op zijn hoogst slechts sporadisch in het boek aanwezig.
Waarom hij de terugblik uiteindelijk toch
schrijft, is omdat hij zich realiseerde dat het schrijven van
memoires niet verschilt van andere genres. Je moet schrijven – of
dit nu gaat om het verwoorden van ervaringen, een verhaal, visie, of
idee –, zowel voor jezelf als voor anderen.
Het boek van de “progressieve
realist” zal vol staan met kritiek op
handelen en denken van hemzelf dat achteraf niet juist bleek. Hier
praat iemand die standpunten inneemt, maar ook twijfel en kritiek toe
wil laten om verder te komen en geen uit steen gehouwen borstbeeld
wil worden.
Cielito Lindo eiland
Het
is mooi om te zien waar de schrijver vandaan kwam, zowel letterlijk door
de opgenomen foto van het eilandje met het ouderlijk huisje er
bovenop als door een beschrijving van het kunstzinnige
milieu
rondom zijn ouders. Zijn vader las Thoreau en dat bracht ook de
voornaam. Dat had ik me nog nooit gerealiseerd. Dit terwijl het
Walden van de Amerikaanse schrijver ook in Nederland bekendheid kreeg
door de leefgemeenschap onder die naam, opgericht door schrijver
Frederik van Eeden.
In de categorie extraatjes leren we dat
hij regelmatig 7 kilometer rent, ook in vreemde steden om ze zo te
leren kennen, zelfs in 2006 in Beiroet. Een enkele keer moest hij
vanwege de gevaarlijke situatie rondjes om een blok rennen.
In 1969 gaat Bello in Princeton studeren. Daar raakt hij betrokken
bij de activiteiten tegen de oorlog in Vietnam, en wordt hij in 1970
activist door impulsief in een blokkade te stappen van het Institute
for Defence Analyses (IDA). Die blokkade wordt op dat moment door de
politie ontruimd. Hij vult een lege plek en had zijn plaats ook in
bredere zin gevonden.
In 1975 promoveerde hij op een
onderzoek naar de contrarevolutie in Chili: 'The
roots and dynamics of revolution and counterrevolution in Chile,'
en werd wetenschapper om de praktijk te ondersteunen.
Contra-revolutionair
Hij
vertrok voor het onderzoek naar Santiago met het plan de ideeën in
de arme wijken te bestuderen, maar als hij merkt dat de visies van
Allende op straat worden gepareerd door rechtse tegenstanders en het
Volksfront (Unidad Popular,
UP )
momentum verliest, dan verlegt hij zijn aandacht. Uiteindelijk zal
hij constateren dat het verlies van de middenklasse de belangrijkste
reden was voor de val van Allende en ruimte bood voor de staatsgreep
door Pinochet: “Mijn
ervaringen in Valdivia [stad
halverwege Chili]
bevestigden mijn grootste angst, namelijk dat de Unidad Popular de
middenklasse was kwijtgeraakt en dat dit niet zozeer voortkwam uit
het daadwerkelijke beleid van de partij, maar uit de diepgewortelde
angst dat de winst van de arbeiders en de lagere klassen ten koste
van hen zouden gaan.”
De analyse dat de VS de schuldige was, gaf het door velen gewenste
duidelijke zwart-wit beeld. Voor hem was de val van
Allende niet uitsluitend een gevolg van de politiek van de Verenigde Staten, maar
kende een genuanceerder achtergrond: “(...)
in tegenstelling tot de heersende verklaringen van de staatsgreep,
waarbij het succes van Pinochet werd toegeschreven aan de Amerikaanse
interventie en de CIA, bestond de contrarevolutie al vóór de
destabilisatie pogingen van de VS. Deze werd grotendeels bepaald door
interne klassendynamiek. De Chileense elites slaagden erin contact te
leggen met sectoren uit de middenklasse, die bang waren voor de
opkomst van arme sectoren met hun agenda voor rechtvaardigheid en
gelijkheid.” Een
andere kwaal betekent ook een andere oorzaak en behoefte aan een andere remedie. Had de UP dit niet ontkent, dan had een andere strategie
gekozen kunnen worden. Nu leidde het losstaan van de werkelijkheid
tot een ramp.
Strijd
Eveneens in 1975 verlaten de laatste militairen en beambten van
allerlei slag de ambassade van de Verenigde Staten in Saigon.
Vietnam is bevrijd. Is het nu de beurt aan de Filipijnen? Bello denkt
van wel en stort zich in die strijd.
In september 1972 riep Ferdinand
Marcos de staat van beleg uit op de Filipijnen, waarmee hij een einde
maakte aan het regime van de liberale elite democratie die sinds de
onafhankelijkheid van de Verenigde Staten in 1948 op de archipel
heerste.
“In
de volgende 14 jaar, werden duizenden gevangen gezet, gemarteld of
buitenrechtelijk vermoord door de dictatuur die het best kan worden
omschreven als een roofzuchtige boevenstaat. Gedurende de volgende 14 jaar zou mijn leven draaien om het neerhalen van dat regime.”
In
december 1974 zal hij door de CCP geworven worden. Vanuit die positie
schrijft hij in
1983 een lang artikel in Third World Quarterly
(TWQ) over de opbouw van die partij, het gewapende verzet (NPA) en
volksbeweging, het NDF. Dit was getiteld: From
the Ashes: The Rebirth of the Philippine Left.
Het beschrijft de groei van de beweging en de onderliggende
ideologische en organisatorische principes. Ook een missie van
Senaatsleden uit de VS bestudeerde het Filipijnse verzet en kwam in
The
Situation in the Philippines
tot een overeenkomstige evaluatie. Het krediet voor wat bereikt was, geeft Bello grotendeels aan José Maria Sison.
Het TWQ artikel
is grotendeels opgenomen in het boek. Het is een tekst die de
Filipijnen beschrijft, zoals waar ik kennis mee maakte als beginnend
activist. Ook dat doet het boek. Het voert je langs ruim een halve
eeuw activisme en soms overlapt dit enigszins met de eigen
activiteiten in en vanuit Nederland. Wat me daardoor bijvoorbeeld
opvalt is dat het begrip Low Intensity Conflict niet voorkomt. Dit
was een term waar je destijds mee doodgegooid werd om de invloed van de
VS in conflicten in bijvoorbeeld Nicaragua en de Filipijnen te
beschrijven. Bello zelf scheef er in
1987 een uitgebreide tekst
over.
In die veertien jaar is sprake van spectaculaire
staaltjes activisme en een overzicht van de Filipijnse oppositie in
de Verenigde Staten. Er was de strijd voor de-legitimering van het
regime en een strijd op het platteland van de Flippijnen: “Het
recept voor de overwinning was het winnen op beide fronten.”
Het kiezen van je doelen is dan belangrijk. Het was duidelijk dat de
bilaterale steun vanuit de VS relatief klein was en die van de
Wereldbank enorm. Manilla was een speerpunt in de politiek van
structurele aanpassing (leningen verstrekken onder voorwaarde van een
kleinere overheid en meer markt en een op export georiënteerde
economie). De Bank werd dan ook een doelwit. Het op grond van
spectaculair gestolen Wereldbank documenten
schrijven van Development
Debacle
moet genoemd worden. Niet alleen had de publicatie (de enige
omvattende studie die uitsluitend is gebaseerd op Wereldbank
documenten) veel invloed op de politieke situatie in de Filipijnen,
het zou ook een vooruitwijzing zijn naar Bello als onderzoeker en actievoerder tegen IMF en Wereldbank.
Overigens kwam
president Marcos zijn vader vragen of die zijn zoon niet uit de
oppositie zou kunnen halen. Opmerkelijk, maar minder dan het op het
eerste oog lijkt; er waren wat familiebanden. Volgens Bello wist zijn
vader al lang dat hij zijn zoon niet kon vertellen wat die moest
denken.
Verkiezingen en knoflook
In 1983 wordt
Filipijns politicus en oppositieleider Benigno
Acquino vermoord door het regime. Het is het begin van het einde.
Tegen zijn moord stond een liberale massa oppositie op die links al
snel in kracht zou overvleugelen. In de VS ziet een deel van het
establishment dat het Marcos dwingen om mee te werken aan een
vreedzaam verlaten van het toneel een overgang naar een voor hen
wenselijke regering mogelijk zou maken. Die politiek slaagt. Bello
schrijft dat de VS zich enorm snel en flexibel aanpaste en zo de
greep op het land hield. Intussen hield het CPP-NDF vast aan de al
langer gevoerde strategie. Ze geloofden niet dat de VS zich zouden
aanpassen. Dat gold inderdaad niet de hele elite in Washington, maar
wel een belangrijk deel ervan.
Als er verkiezingen komen
dan roept het NDF-leiderschap op tot een boykot. Dat betekent dat ze
erna aan de zijkantzullen staan. Marcos wil de verkiezingen dan nog kapen
en beweert dat hij ze gewonnen heeft. Ronald Reagan twijfelt of hij
dit moet laten passeren, maar Buitenlandse Zaken en CIA willen anders
in de Filipijnen. Als het gruwelijk mis lijkt te gaan lopen in het land
dan haalt de filmster-president bakzeil en Marcos wordt naar Hawaï
afgevoerd. De VS had een rol gespeeld die een andere fractie aan de
macht bracht en links bleef buiten staan. De vestiging van de
liberale democratie gaf de militairen bovendien de mogelijkheid links
te onderdrukken.
In Washington nam Walden
Bello de Filippijnse ambassade over
met kameraden uit de Filipijnse beweging en Amerikaanse activisten.
Een artikel daarover uit de New York Times wordt uitgebreid
geciteerd. Terug thuis analyseert hij dat links gepasseerd was en hij
vraagt zich af: Waar gingen we de mist in? Zullen we kunnen
herstellen?
In de Filipijnen zelf gaat hij onderzoek doen naar
Operatie Garlic (Ahos),
een openbare anti-infiltratie campagne. Deze leidde tot paranoia en
uiteindelijk tot de dood van duizenden militanten. Ze worden ter dood
veroordeeld tijdens vooringenomen rammelende tribunalen. Bello
interviewt hogere en lagere kaders, waaronder zowel hen die deelnamen aan
de zuiveringen als slachtoffers of als uitvoerders. De schrijver
meent dat individuele rechten slecht waren gewaarborgd en dat alleen
al gezond verstand duidelijk had kunnen maken dat zoveel onopgemerkte
infiltranten op een organisatie van 9.000 leden onwaarschijnlijk was.
Daar komt nog bij dat hij zich niet meer kan vinden in het
democratisch centralisme en zich laat inspireren door de ideeën
van politiek theoreticus Gramsci over ideologische en culturele
hegemonie in de maatschappij. Zo komt er een einde aan deze alles
beheersende fase in zijn leven en hij verlaat in 1990 de Partij.
Deglobalisering
Het geeft hem de ruimte terug te keren naar het
internationalisme waarmee hij in Chili begon en te werken op het
gebied van geopolitieke vragen die zich in zijn Filipijnenwerk hadden
gevormd:
-
de relaties tussen de politiek van de Verenigde Staten en politieke
regimes in het Globale Zuiden
-
de structuur en beweging van het wereldrijk van de Verenigde Staten
-
de instituten en activiteiten van het laat twintigste-eeuws
wereldwijd kapitalisme.
Het
is het begin van een reis langs personen, organisaties (waaronder
Focus on the
Global South),
steden als Seattle, Genua, Davos, Cancun, Mumbai etc., WTO,
economische ontwikkelingen en bijeenkomsten van de dominante
economische stromingen, of juist de alternatieven die op de
Sociale Fora werden besproken. Deze laatsten bijeenkomsten worden in
het boek enige pagina's lang geëvalueerd. Dat een van de
grootse vredesdemonstraties uit de geschiedenis op 15 februari 2003 ontbreekt (met wereldwijd volgens een conservatieve schatting door de BBC
tussen de 6 en 10 miljoen deelnemers en volgens de Guinness
wereldrecordssite zelfs 10 tot 15 miljoen)
is jammer. Ook bij het aanzwengelen daarvan speelden de sociale fora
(met als slogan: een andere wereld is mogelijk) een belangrijke rol.
De ontmoete personen lopen van Vaclav Havel, Robert McNamara,
Martin Kohr, vredesactiviste Medea Benjamin (waarvan ik al eens een
boek besprak), 'Alma Guiao' (die een eigentijdse Underground
Railroad opzette om overzees werkende Filipijnen uit Homs in Syrië
te halen), Joel Rocamora, tot
Tina Ebro en nog vele anderen.
Militaire macht
De
eerste keer dat ik Walden Bello tegenkwam was tijdens een conferentie
in Den Haag waar hij sprak en ik notulist was. Hij wenste me veel
succes met het aankaarten van militaire ontwikkelingen; met de
bijklank het is niet eenvoudig daarvoor ruimte te vinden. Hij had
destijds zelf al American
Lake; Nuclear Peril in the Pacific
(1987) geschreven met Peter
Hayes en Lyuba Zarsky. Ook het schrijven van dat boek komt in Global
Battlefields aan de orde. Later zou hij
zijn green card
opgeven als protest tegen de bezetting van Irak door de Verenigde
Staten en daarmee de voordelen die dit heeft voor de bezitter ervan
afgeven. Militaire machtspolitiek was en bleef een belangrijk en
principieel deel binnen de inzet van de activist en professor.
Midden-Oosten
In
het Midden-Oosten betekent dit dat hij niet om de rol van Apartheid
staat Israël heen kan. Niet alleen heeft die zijn soldaten laarzen
gezet op de nekken van de Palestijnen. Het land is ook een gevaar
voor zijn buurlanden. In 2006 vertrok een Focus-missie naar Libanon.
In het zuiden van het land bombardeerde Israël op dat moment heftig.
Bello noemt ook de bombardementen van Beiroet door marineschepen.
Hij constateert dat Hezbollah brede steun geniet in het land –
versterkt door de kwaadheid omtrent het rücksichtslose
Israëlische optreden – en ze Israëlische militairen bevechten,
terwijl Israël opzettelijk burger doelen treft als een soort
collectieve straf en de IDF-strijdkrachten van Israël zich daarmee schuldig
maakten aan terreur.
Tijdens de missie bezoeken ze ook
Usamah Hamdan, een vertegenwoordiger van Hamas in Beiroet. Die krijgt
uitgebreid de ruimte om te vertellen waarom de organisatie de strijd
tegen de Israëlische overheersing voortzet. De tekst die in het boek
staat verscheen
eerder in het tijdschrift Frontline (verbonden
aan de Indiase krant The Hindu). Er komt nog een vervolg als Hamdan
in november
2023 in de NewYork Times wordt geciteerd en
hij verklaart, waarom volgens hem verzet nodig zou zijn tegen de Israëlische
politiek die er op gericht is te voorkomen dat er een Palestijnse
staat zou ontstaan.
Bello onderstreept met zijn tekst begrip
voor het verzet. Hij zal een
artikel schrijven om dit nog meer te versterken – ook
dat staat deels in het boek – niet alleen geeft hij aan dat Israël
duizend maal meer verantwoordelijkheid is voor het geweld en dat Hamas geworteld is in de Palestijnse gemeenschap, hij schrijft ook: “enkelen onder ons kunnen de methoden
van Hamas ethisch onverdedigbaar vinden. Zoals ik. Maar ik vind ze te
begrijpen. Begrijpen is de eerste stap naar dialoog, naar een
vreedzame oplossing. Maar Israël wil niet begrijpen wat de
redenen zijn dat de Palestijnen, in de hoek gedreven, uit wanhoop de
daden uitvoeren die zij veroordelen.” Vrede,
solidariteit, begrijpen en dialoog in een onrechtvaardige situatie
staan hier centraal. Al zal niet iedereen dat willen zien.
Bin-Laden
De
aanvallen op de WTC-gebouwen van 11 september 2001 en de gevolgen
daarvan behandelt hij ook. Osama bin-Laden heeft de imperial
overstretch
(Bello gebruikt overextension)
duidelijker blootgelegd dan in academische werken al was gedaan. De
duivel, blijft de duivel, maar ontzeg hem niet zijn verdiensten, zo
schrijft hij: “Hoewel
de methoden van Osama, de Taliban en andere fundamentalisten
[islamisten, MB] weerzin wekken bij de meesten in de
anti-oorlogsbeweging, kan het niet ontkent worden dat hun
activiteiten, objectief gezien, aanzienlijk bijdroegen aan het
verzwakken van het Rijk, vooral in het Midden-Oosten. Anders dan vele
anderen in de beweging , ben ik meer dan bereid geweest de duivel te
geven wat hem toekomt. Het is vaak door ethisch twijfelachtige of
vreselijke gebeurtenissen dat, zoals ook in het verhaal van Job, de
geschiedenis zich ontwikkelt in een progressieve richting.”
Het lijkt me dat de geschiedenis ook voorbeelden heeft laten zien
waarin vreselijke zaken tot nog vreselijker ontwikkelingen van lange
duur hebben geleid. Moeten we het streven naar vechtlustige en
manhaftige strijdkrachten in de VS, waar geen plaats is voor (gelijkwaardigheid van) vrouwen, minderheden en LGBTQ'ers zien als een stuiptrekking van
een wereldmacht op haar retour of als een zich ontwikkelende nieuwe
norm, zo vraag ik me af. Los van de gevolgen die dit heeft voor
genoemde groepen, wat zijn de verdere gevaren van deze ontwikkeling? Zijn visie daarop had ik ook graag gelezen in deze memoires (al werd
het boek geschreven voor de tweede periode Trump). Washington weert
zich momenteel als een duivel in een wijwatervat op wankele poten. De
supermacht mag op zijn retour zijn, tandeloos is de VS lang niet, een
gevaar voor meer en aanzienlijker narigheid nog steeds. Recentelijk publiceerde hij op Facebook een inleiding over de machtsverhodingen in de wereld en een tekst over de economische en machtspolitieke koers van de Amerikaanse president.
Spratly's
Bello schrijft dat velen hem verwonderd hebben
aangesproken over zijn missie naar Pag-asa (een eiland dat deel is
van de Spratly eilanden in de Zuid-Chinese Zee waarop verschillende
landen aanspraak maken) in juli 2011. Het eiland is een deel van een
Filipijnse eilandengroep waarop China aast. Die verbazing herken ik.
Voor mij was zijn visie op het conflict in de Zuid-Chinese Zee altijd
een soort ijkpunt. Dan kiest hij als Parlementslid voor een militair
aandoende reis om de nationale vlag te planten en om China in te
peperen: dit is Filipijns. Het deel van het boek over de eilanden gaat
gepaard met foto's; op een daarvan richt hij een moraal opvijzelde
toespraak aan de op het eiland gestationeerde Filipijnse militairen.
In dit deel van het boek staat ook een visie over de
eilandengroep die in 2016 verscheen in de New York Times,
waarin
een vijf punten programma voor het aanpakken van het conflict rond de
Spratly's:
1) Stop de omsingeling van China door de VS,
dit is een belangrijke reden voor de Chinese politiek;
2) laat de
Associatie voor Zuidoost Aziatische Landen (ASEAN) met China multilaterale bespreking beginnen over het gewenste gedrag van landen
met aanspraken op het gebied;
3) mochten deze voorgaande twee
stappen werken, laat ASEAN en China besprekingen voeren die leiden
tot demilitarisering en het nucleair vrij maken van het gebied;
4)
organiseer besprekingen die tot een definitieve oplossing moeten
leiden, geworteld in
de
uitspraak door het internationale gerechtshof in Den Haag; en
5)
sla een brug over de verschillen die zijn ontstaan door kolonialisme,
imperialisme, de Koude Oorlog, en de invloed van externe hegemoniale
krachten over de regio.
Bello schrijft in
Global
Battlefields dat zijn voorstel te laat kwam, maar het is een
voorbeeld van zijn benadering van veiligheidsproblemen in de regio.
Geen bilaterale onderonsjes van de VS met de landen in de regio, maar
multilateraal overleg door de landen in de regio dat is gericht op een diplomatieke oplossing en constructieve
samenwerking. Het artikel begint overigens met oppositie tegen het
versterken van de VS-bases op de Filipijnen.
Fascisme
Vrijwel
aan het eind van het boek vat de schrijver zijn recente werk op het
gebied van globale onderwerpen samen als analyses gericht op de
groeiende crisis binnen de VS, de opkomst van China en de groeiende
dreiging van het fascisme wereldwijd. “Waarom
komt deze politieke ideologie weer terug,”
vraagt hij retorisch. Hij ziet het neoliberalisme als een belangrijke
aanjager met het verplaatsen van banen naar lage lonen landen en de
gerichtheid op financieel-economische ontwikkelingen en
de-industrialisatie.
Elders neemt hij woorden over die hij in
juli
2024 op Facebook
plaatste: “De
strijd tussen Harris en Trump kan tegenstrijdige "visies"
voor de Verenigde Staten opleveren op binnenlands vlak, maar ik vraag
me af of het meer gaat om hetzelfde neoliberale, pro-Wall
Street/Silicon Valley-beleid, verhuld met vrome democratische
retoriek, versus opstandig fascisme dat zich voedt met de
tekortkomingen van het neoliberalisme en de liberale democratie. De
beste bondgenoot van het fascisme is een liberaal-democratische elite
die heerst over een economische orde die de ongelijkheid radicaal
heeft vergroot, terwijl ze vroom beweert dat dit de beste verdediging
tegen fascisme is.”
Om het regime president Rodrigo Duerte kan je hier moeilijk heen.
Bello schrijft uitgebreid over de voormalig moordlustige Filipijnse president en de oppositie ertegen. Duerte is in Scheveningen eind 2025 nog steeds een gevangene van het
internationale strafhof. De grote woorden uit het citaat, zijn geen
theorie voor situaties verweg.
Er is ook een cultureel, ideologische verklaring
noodzakelijk. Bello gebruikt bijvoorbeeld het woord nativisme;
een politieke ideologie waarbij de belangen van een inheemse
bevolking staan boven die van immigranten. Maar mensen die dit
steunen – tenminste in Nederland – zijn niet perse direct de
slachtoffers van het neoliberalisme. Individuele kansen promoten en
het uitsluiten van groepen staat wel boven collectieve solidariteit,
waardoor dergelijke visies aan kracht kunnen winnen. Eerder beschreef hij al hoe het begrip gemeenschap wordt versmald om rechtse belangenpolitiek te schragen.
Dat hier
sprake is van een groeiend globaal slagveld wordt met de dag duidelijker. De vraag hoe de strijd tegen de wereldwijde extreem rechtse golf te voeren moet nog degelijk worden beantwoord.
Tijdens het afronden van deze bespreking kwam ik verschillende teksten tegen die beweerden dat we naar
rechts moeten kijken: Zes
rechtse tactieken voor links (Paywal, maar hele tekst op
facebook) en hoe rechts (in de VS) put uit linkse strijdplannen
die bedoeld waren om op te bouwen, om te vernietigen: Hey, Lefties! Trump Has Stolen Your Game. Inderdaad kijk
naar je tegenstander, gebruik wat bruikbaar is en val hem aan op jouw
sterke kanten en zijn zwakke. Maar waar is hier de grens? Misschien kunnen sociaal-liberalen en
links hier enigszins samen optrekken om een golfbreker te bouwen niet van bagger maar basalt of eventueel van beton.
Monsters
bestrijden
Het
boek eindigt met een visie op de machtspolitieke ontwikkelingen in de
wereld gezien vanuit de Stille Oceaan regio. Dit wordt afgesloten met
de oproep: Maak de Pacific tot een echte pacific. Hij noteert dat de
Verenigde Staten een beleid voert dat er op is gericht de hegemoniale
positie vast te houden. Aan de Europese kant provoceerde de Verenigde
Staten Rusland tot militaire tegenzetten in verband met de mogelijke
toetreding van Oekraïne tot de NAVO. In Azië probeert Washington
China te verleiden tot militaire antwoorden door bijvoorbeeld dicht
langs de Chinese kusten te varen met vliegdekschepen in de straat van
Taiwan en door het opvoeren van de aanwezigheid van troepen uit de VS
in de regio. De schrijver noemt de mogelijkheid dat de Verenigde
Staten een militair conflict zoekt voordat China militair
gelijkwaardig is aan de VS. Die uitleg van de politiek van Washington
betekent niet dat hij de politiek van China volgt. Nee ook Beijing
maakte een grote fout door een claim op de Zuid-Chinese Zee te leggen
en de aanspraken van andere landen te negeren.
Er is enig
optimisme dat de huidige crisis van de VS-overheersing van de wereld
mogelijkheden biedt om de macht meer te verdelen, er meer
speelruimte komt voor landen in het globale zuiden en een multilaterale orde kan worden opgezet door samenwerking in plaats van
een systeem dat zich baseert op unilaterale of liberale hegemonie.
Tegelijkertijd wil hij de gevaren van die fluïde situatie niet
wegpoetsen. Hij citeert Gramsci die in de jaren dertig een
tijd van monsters zag.
“Monsters
zullen er zijn bij de verschuiving weg van de liberale
kapitalistische internationale orde,”
zo ziet Bello ze schrikwekkend ook in onze tijd.
“De
vraag is of progressieven en hun bondgenoten zich zullen organiseren
over de crises en over grenzen heen om te komen met en het promoten
van een alternatief voor de afgrond.” De
diepste afgrond, de grootste crisis, noemt Bello overigens als
vanzelfsprekend de klimaatcrisis, maar dat is niet de enige waarop
een antwoord moet komen. Eerder waarschuwde hij ervoor dat politieke
bewegingen niet de fout uit het verleden moeten maken en
democratische deelname en individuele rechten aan de strijd
opofferen. Het is belangrijk zich te organiseren in de
strijd voor de toekomst, zo schijft hij. Tegen het eind van het boek
kom ik de tussenkop tegen: Treur niet, organiseer je! Er is in die strijd immers geen sprake van permanent verlies, maar evenmin van een
permanente overwinning.
Vier
fasen
Walden Bello vat zijn leven in vier intellectuele fasen
samen. Er was een existentiële fase tijdens de beginnende
universiteitsjaren (met opstandigheid gericht tegen de scholing door de Jezuïeten),
gevolgd door de jaren van de onafhankelijke Marxist en activist in
Princeton en Chili. Dit werd gevolgd door 15 jaar volledig opgaan in
de Communistische Partij van de Filipijnen. Daarna kwam de fase van
betrokkenheid die niet uitgaat van dogma's als historische
onvermijdelijkheid. “In
deze vierde en vermoedelijk laatste fase zit ik nu – deel van een
beweging, deel van progressieve organisaties op verschillende
momenten, maar geen onkritisch deel ervan.” Met deze paar zinnen was een kleine
zestig jaar samen te vatten. Maar dan was in deze bespreking nog meer blijven
liggen dan nu al het geval is.
Ik heb nauwelijks aandacht besteed aan de
internationale kapitalistische organisaties, het privéleven van
Bello (zoals een ontroerende beschrijving van de dood van zijn
geliefde en echtgenote Ko Thongsila), de zijstraten met soms een
mooie actie, de economische ontwikkeling, het lot van de migranten
die elders moesten werken en het parlementaire werk en debat
bijvoorbeeld tegen een kerncentrale. Hij is een internationaal en
Filipijns activist en daarmee zowel uit dezelfde en uit een verschillende wereld; een wereld met geweld binnen de grenzen en waar 10 % van de bevolking
(dat is 22% van de beroepsbevolking) naar het buitenland vertrok om
in moeilijke – vaak onmenselijke – omstandigheden een inkomen te
verdienen. Hij stelt dat deze arbeid in veel opzichten kan worden
vergeleken met de 16e-eeuwse slavenhandel en geeft veel voorbeelden
van de misstanden. Er was geen alternatief voor hen die vertrokken.
Als de Filipijnen geen proefdier voor de structurele aanpassingen
waren geweest, als op een andere economie was ingezet, dan had dit
niet gehoeven, stelt Bello. Waarmee hij de positie van het individu verbindt met de grote economische programma's die doorgaans aan het
lot van dat individu geen boodschap hebben.
Het was anderzijds
ook goed mogelijk geweest om veel dieper in het boek te duiken en
alternatieve visies op het rijke en veelkleurige leven te vermelden.
Want die zijn er ook.
Progressieve realist
Belangrijkste is dat Global Battlefields een leven laat zien dat niet
stil is blijven staan bij de ideeën die opgenomen zijn in de jaren
van de tiener en twintiger en die het verloop van het leven vaak bepalen.
Ja ze zijn meegenomen en verwerkt, maar op een verre van starre
manier. Het centralisme uit het Marxisme-leninisme kreeg concurrentie
van Gramsci en andere moderne denkers. De bijdrage aan de
communistische partij en gewapende strijd evalueerde naar het werken
als progressieve realist aan een bredere beweging die samen werkte
met sociaal democraten en die niet anticommunistisch was. Ook als je
geen overlap hebt met de geschiedenis van Bello, maakt ook dat het boek
interessant en inderdaad tot een verhaal met
betekenis. Ik zou daarom willen afsluiten met het woord: bedankt.
-
Engels
-
Paperback
-
9781963892109
- 1 februari 2025
-
356 pagina's
- Index
Noten: