vrijdag 7 februari 2025

Brandlucht


Brandlucht van Erik Vlaminck speelt zich af in de immigranten gemeenschap van Canada. De vader is Vlaams, de moeder is Nederlands. Vooral die tweede wordt neergezet op een manier dat ze zo van het papier af kan spatten. Ze wonen al een halve eeuw aan de overkant van de wereld, maar zijn nog steeds meer verbonden met Zundert dan Saint Thomas. Vader houdt duiven en geeft die namen van Vlaamse renners, met de duiven Wim van Est en Jumbo als uitzondering.

De wereld van de nauwelijks integrerende immigrant is een spiegel voor wie met verbazing naar de zich moeizaam aanpassende migrant hier kijkt en beschrijft daarom een boeiend verschijnsel. In het voorwoord staat:
“Wie er heden ten dage een of andere festiviteit in The Belgian Hall bezoekt, waant zich nog steeds in een parochiezaal op het Vlaamse Platteland. Het bier dat er uit de tapkraan loopt, wordt trouwens rechtstreeks uit het moederland geïmporteerd.” In verhaal zelf vertelt een vaste klant aan de toog trots dat hij in alle jaren dat hij er is nog nooit Engels heeft gesproken, net zoals hij in België nooit een woord Frans heeft gebruikt.

De Vlaminck doet zijn naam eer aan. De vader heeft oog voor de Nederlandse onhebbelijkheden en afwijkingen. Het drinken van veel te veel melk is een Nederlandse gewoonte, daarover hoor je wel vaker mensen in de wereld hun verbazing uitspreken. Daarvoor hoef ik Brandlucht niet te lezen, voor de taal wel. Niet om te leren dat het Nederlandse opscheppen of snoeven hetzelfde is als het Vlaamse stoefen (dat kende ik al als Brabander). Wel voor het “Hij is van de klaver naar de biezen gelopen,” Vlaamse poëtischer variant voor 'van de regen in de drup'.

Dat de Nederlandse ramen naar buiten opengaan en die in vrijwel de gehele wereld naar binnen, is een nieuw verschijnsel voor me. Je kan ze daardoor moeilijk schoonmaken, zo wordt in het boek gesteld en dat de Nederlanders het vertikken dit aan te passen is “andermaal een bewijs dat toegeven niet in de Hollandse woordenboeken staat,” aldus de vader; de man voor wie een mens pas mens is als hij Belg is en die alles van alles weet. Maar die ramen nemen dan binnen geen ruimte in, bedenk ik tijdens het lezen in een Nederlandse kamer met een naar binnen gedraaid raam. Maar de melk speelt een grotere rol dan een wedstrijdje ver plassen over de Nederlands Belgische grens.

Het beschreven tot kotsen toe dwingen om melk te drinken kan tot geestelijke kwetsuren leiden. De moeder vindt het echter verstandig en gezond. De vader ziet het als een typisch Nederlandse gril en voor de dochter is het een kwelling met gevolgen. Het meldkdrinken stelt gedwongen disciplinering als opvoedmethode zelf aan de kaak.

Brandlucht is geschreven in eenvoudige zinnen die je door een verhaal meenemen, waar migratie weliswaar een rol speelt, maar het eigenlijk draait om moeizame relaties en wat die kapot gemaakte verhoudingen met mensen (en duiven) doen en hoe er verschillende gezichtspunten zijn op wat gebeurde. En hoe die vaak niet helemaal of helemaal niet kloppen. De moeder wordt door de dochter neergezet als een chagrijnig kleingeestig en gierig type dat leeft in het land van haar kinderjaren. Een kleindochter kijkt daar anders naar en voorziet het perspectief op haar oma van nieuwe een lens. En haar moeder zakt langzaam door de vloer van haar eigen moeizame leven. Intussen ligt in het land van de vader Geel, een stadje in de Kempen, met zijn geschiedenis van zachte psychiatrie door patiënten op te nemen in de samenleving.

Deze olifant, dit standbeeld, speelt in 't boek 'n rol. Bron wiki.
In Canada speelt dan weer het verhaal van de olifant die er om kwam door een botsing met een trein. In een aanvulling op het boek wordt het leven van die olifant beschreven. Het standbeeld dat in het verhaal voor hem onthuld wordt staat er ook in het echt.

Ja en er is brand. Regelmatig brand, met rook en brandlucht. Wie de tweede brand heeft aangestoken wordt nooit duidelijk, was het de buurman, de moeder die niet hield van het nare duivengedoe of nog een ander? Was hij wel aangestoken? De branden smelten delen van het verhaal aan elkaar; vaak door schijnbaar een einde te maken aan de gebeurtenissen van dat moment en de onduidelijk die eromheen bestaat.

Erik Vlaminck tekent een verhaal in grijstinten, schreef ik bij Wolven huilen van dezelfde auteur. Die zoektocht naar nuance is ook hier aanwezig, in donker grijs, dat wel. Het verwrongen leven, aanstellerij, vriendschap en sadisme, de pijn en de opluchting, de domheid en de bekrompen nostalgie bestaan in België, Nederland en Canada, zowel in het boek als daarbuiten. Dat maakt het tot een boek dat het waard is om gelezen te worden.

Geen opmerkingen: