|
Cromer Pier |
Carryaoleinnifyé! Ongeveer
zoiets hoorde ik een tegemoetkomende wielrenster zeggen terwijl ze
naar mij keek. Het duurde minstens een halve mijl voordat ik begreep
dat het leek alsof ik een hele herberg bij me had op mijn volgepakte
fiets.
|
Radome type 93 radar RAF Trimingham |
Een halve dag later kom ik na
uren de eerste inn tegen. 'Eten?' Ooit zoiets geks gehoord. 15 uur.
De lunchkeuken is al dicht en de avondkeuken nog niet open. Ik neem
maar een bronwater met bubbels om de dorst te lessen. Als ik al snel
vertrek, hoor ik achter me: 'Kwam hij alleen voor een soda binnen?'
Vreemde gasten die Hollanders en ik nog een tikkie vreemder.
Maar zondagmiddag eten is
helemaal zo gek niet. Soms zijn de typisch Britse tradities al
verwaterd of iets van de lokale kroegbaas. En die inn op mijn fiets.
Een week of zes eerder hoorde ik iemand zeggen: “Die komt de
Postbank niet op,” in een Geldersch dialect. Je zoekt soms ook verschillen die er niet zijn.
Je krijgt in Engeland het idee die te moeten zoeken. Daar wordt je ook een beetje toe
gedwongen. Er wordt links gereden en over de stoep gefietst. Er zijn mijlen en
yards en de £.
Ze hebben Tea. Rijden in tweedjasjes met pet in open auto (ik heb er
veel gezien). De supermarkt verkoopt picknick-manden. Maar anderen
zuipen zich ongeneerd een stuk in de kraag. Zo werd ik door wat
dronkaards naar mijn kampeerplek gestuurd; tenten mogen niet – ook
zo vreemd: vier van de vijf campings zijn alleen voor caravans –
maar buitenlanders mogen wel. (onzin zie
blog 7)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten