's Morgens maken een fazant en wulp naast mijn tent kabaal. Door een haan en de kou was ik al wakker geworden. Volgende nacht sokken aan. Vanaf de camping rijd ik – vier uur vroeger dan gisteren – een drukke provinciale weg op. 75 Ongelukken in drie jaar stelt een bord me gerust. Als er een andere weg binnendoor komt, neem ik die. Fluitend daal ik af naar Whitby.
Bij de pont over de Tyne waarschuwden
twee Engelsen me al dat de fietspaden hier anders zijn. Ze gingen
terug naar een rondje Nederland en Belgiƫ. Ik ga op vakantie voor different zei ik. Maar na twee dagen denk ik er toch al anders
over. Witte, gele of rode wegen op de kaart maken niets uit. Als ze
handig liggen worden ze gebruikt; er zijn gewoon teveel auto's en
hier niet zoveel wegen.
Iemand raadde me zelfs een kleinere
weg af om de grotere directe te nemen. Ook al omdat de kleinere
slecht zou zijn en het zwaar klimmen is over de walls. Dat laatste klopte,
het wegdek viel erg mee en ik hoorde af-en-toe de leeuweriken zingen en
zag de mussen in de heggen.
Bovendien heb ik wel wat van een commando. Alles wat in mijn lijf zit wil ik eruit halen; mezelf testen. Tegen de heuvels opzwoegen vind ik daar een prettige vorm voor. Als kado mag je naar beneden roetsen, bijna even snel als de auto's (als er veel bochten zijn).
Bovendien heb ik wel wat van een commando. Alles wat in mijn lijf zit wil ik eruit halen; mezelf testen. Tegen de heuvels opzwoegen vind ik daar een prettige vorm voor. Als kado mag je naar beneden roetsen, bijna even snel als de auto's (als er veel bochten zijn).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten