woensdag 8 augustus 2018

Veel kilometers, weinig foto's


Warm weer om te fietsen. Twee bidons kraanwater met wat zout en onderweg een pak Utrechts kraanwater (onder Franse naam) uit een kartonnen doos om die bij te vullen. Ruim 600 kilometer voor tweemaal familiebezoek. Via Kampen, Zwolle, Enschede, Renkum, weer naar huis.

De eerste nacht stond ik op een camping met de naam Krieghuusbelten. Ooit stond er een boerderij met de naam Krieghuus en de belten waren er om afgegraven te worden. Daardoor kan ik zwemmen in een plas van een meter of 400 bij 70.

Een plek met eigen kikker, meerkoeten, juffers en zelfs een fuut. Als het schemerig wordt loopt het naast de plas vol met
campingjeugd. Een bas roept de regels voor een balspel rond, oudere jongeren duiken het water in en ik krijg bezoek aan mijn picknicktafel:

Mijnheer heeft u die tafel nodig,” vragen vijf jongeren.
Nou eigenlijk wel,” antwoord ik en het is beter voor mijn rug om zo te zitten dan op de grond, overweeg ik, maar zeg “jullie zijn met meer.”
“We moeten van de campingbaas achteraf zitten, omdat we zo'n herrie maken,”voegen ze toe. Tja wat staat me te wachten. Even later gaat de hiphop aan. Eventjes maar. Ze maken geen herrie.

's Morgens als ik opsta, komt er iemand naar me toe om te vragen wat ik gevangen heb. “Ik ben geen visser,” zeg ik. Hij vertelt dat er karper en snoek zit en kijkt nog eens naar mijn mini-tentje en kan er geen patat van bakken.

Verder naar Enschede naar een man van bijna een eeuw oud, die iedereen kent, overal is geweest en een nieuwe en interessante baan heeft. Ik laat hem in die waan en hoop slechts - tegen beter weten in - een angstig idee weg te praten.

Weer terug naar het Westen, kriskras naar de IJssel om bij Bronckhorst over te varen. De tocht langs de Veluwezoom:
op-en-af in de hitte. Blij met een ijskarretje. “Moet u nog ver,” vraagt iemand daar bezorgd. Moeten is er niet bij, maar ik wilde volgende morgen op verjaardagsbezoek zonder dat ik druip van het zweet, dus liefst in de buurt zijn tot voorbij Arnhem.

Na de verjaarvisite is het nog 100 km naar huis. Er was smog-alarm, maar aan fijnstof ben ik, woonachtig naast een toegangsweg de stad in en met matige luchtkwaliteit, 'n soort gewend. De echte drukte begint achter het centraal station, waar een georganiseerde chaos de verkeersveiligheid moet verzorgen. Een oude man schudt er wijselijk lachend zijn hoofd.

Geen opmerkingen: