woensdag 31 oktober 2018

Ontwijk en Geniet!


Zie voor meer: site Vredesmuseum
Er staat een flauw zonnetje aan de lucht, zo een die in de winter fraaie en toch fletse pasteltinten schildert in de lucht. Al snel zie ik toch ook het diephemelsblauw van een zomerlucht en ook de zon doet haar best.

In de Bretten is een stammetje opgeruimd. Ooit zag ik daarop een blauwborst en iedere keer als ik langs die stam reed, moest ik daar weer aan denken. Nu vraag ik me af hoeveel groenafval uit de natuur naar de vuilverwerking wordt gebracht. Wordt dat compost? Gaat het de oven in? Waarom eigenlijk?


Op de fiets verdeel ik mijn werk en tijd voor de komende dagen, bedenk het verschil tussen winst en potentiële omzet van een wapenproducent, en dat ook de fotograaf van een plaatje dat ik vond enkele jaren geleden overleed en alleen van de geportretteerden nog rondwaar. Van de week vertrok de vierde. Vreemd hoe verder weg toch dichtbij kan komen.

De zee, een duik. Geniet! Toen ik weer bij mijn fiets arriveerde hoorde ik: “Ha, de zwemmer.” De vrouw gaat zelf tot haar knieën. Toen ik thuis arriveerde hoorde ik: “Is een korte broek niet te koud?” en zag ik hoe een vrouw net een auto kon ontwijken. Zelf ontwijk ik in dit stukje dingen waar ik ook over dacht.

Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier.


woensdag 24 oktober 2018

Ontsnappen aan de knelling






Het was een documentaire die ik wilde zien: American Jail. Hij gaat over de industriële aanpak van het gevangeniswezen in de Verenigde Staten. Dat systeem wordt gevoed met armen.

Het heeft me altijd onaangenaam geboeid hoe een land een deel van zijn bevolking weg weet te stoppen en daar een economisch verdienmodel van maakte. Niet in de laatste plaats omdat o.a. Lockheed Martin (ruimschoots de grootste wapenfabrikant ter wereld) er gebruik maakt vannauwelijks betaalde arbeid van gevangenen.

Maker Roger Ross Williams gebruikt wel oude cijfers voor zijn film. De daling van de gevangenisbevolking onder Obama wordt wel genoemd, maar veel ruimte is er niet voor. Terwijl die daling aanzienlijk is. Een grafiek in de overheidsuitgave Prisoners in 2016 laat dat duidelijk zien. Het is jammer dat dit niet meer aandacht krijgt. Het is juist hoopgevend dat inzet van de politiek op zo'n belangrijk dossier kan werken, ondanks de enorme lobby en de bedragen van tientallen miljarden die er mee gemoeid zijn.

Het is een docu die haakt. Wat bij mij blijft borrelen is het hinken op twee gedachten door Williams. De gevangenen zijn de armen die zo van straat gehaald worden. Of zijn het de zwarten die mogelijk gemaakt door racisme weer onbetaald en gedwongen aan het werk worden gezet. Of zit er een grote overlap tussen klasse en kleur en verklaren racisme en klasse positie juist waarom dit mogelijk is. Benoem dat dan en wees consistent in je analyse, denk ik.


Opmerkelijk dat ik twee keer in een week op TV tegenkom dat homoseksualiteit er een persoon toe te brengen het platteland in te ruilen voor de ruimte van de stad. In het programma boeken zat Édouard Louis met zijn boek 'Ze hebben mijn vader vermoord' (Ik heb het op mijn verlanglijstje gezet). Hij ontvlucht het Noord-Franse platteland waar voor homo's geen plaats is, zeker thuis niet. R.R. Williams trekt naar New York, omdat hij ziet dat hij daar zijn leven kan leven. De laatste identificeert zich desondanks vrijwel naadloos met waar hij vandaan komt. Louis ziet dat hij in een ander leven terecht is gekomen, maar wil het leven van zijn afkomst wel doorgronden en beschrijven en neemt het uit zijn positie ook op voor de achterblijvers.

Voor een middag ontsnap ik aan de TV, mijn bureau met boeken, tijdschriften en papieren, om dat weer in te ruilen voor de burlende herten in de duinen en achterelkaar aanjagende golven die verdwijnen in de ruimte van het strand, waar ik nu al tijden mijn stillevens en voorwerpen fotografeer.

Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier.

zaterdag 20 oktober 2018

Bergen





De weg was grotendeels bekend. De vracht achterop zwaarder – voor een nacht in het bos. Veel klimmen De Paltz, De Traaij, Amerongse Berg, Grebbeberg, en Wageningse Berg. Het ging toch lekker vlot. De kleuren waren anders dan de vorige keer: blauwbekken in de nacht en een gouden gloed op de toch al fraai gekleurde eiken. 

Vanmorgen in de straat met de ontelbare hazelnoten ging het over een stukje opmerkelijk landschap bij Veenendaal de Klomp: daar waar
de begrippen De Schalm, De Emminkhuizerbeek en Slaperdijk bij elkaar komen. 

Op het smalle fietspad de eerste groep langlaufers gespot. Er ligt nog geen sneeuw. Daarom bewogen ze op wieltjes. De groep werd voorafgegaan door het snelste en meest ontspannen exemplaar. Bijna alle volgers hadden de tong voor de wielen hangen en geen ruimte om uit te wijken. Uitkijken dus voor de inheemse langlaufer van het vlakke land.

woensdag 17 oktober 2018

Debiet







Het zou de laatste warme dag van de week zijn, misschien wel van de maand. We zullen zien. In mijn mapje foto's van vorig jaar zie zag ik dat ik 16 oktober op mijn gemak ging zwemmen in het buitenwater.

Vorige week schreef ik over een klimaatplan, 1,5-2% wereldwijd BNP in een klimaatfonds ten bate van schone energie. Een dag later las ik over de windvangers en schreef zelf een schot voor de boeg over zonne-energie op de daken van Amsterdam West (je kan er hier nog op
stemmen).

Vanmorgen hoorde ik dat het pontje bij Brummen misschien uit de vaart wordt genomen: Belabberd laag”, dat zegt veerpontbaas Dirk Wijers bij Omroep Gelderland over de waterstand van de IJssel. “We kunnen nog net varen. Als het langer duurt, want het zakt elke dag, dan zijn we genoodzaakt te stoppen.” Hoe gaat het eigenlijk verder met onze rivieren als de eeuwige sneeuw in de Alpen langzaamaan minder wordt?

Ach wat maak ik me druk. Water je eigen tuintje en kijk niet over de schutting naar de droogte bij een ander. De zee is nog vol.

Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier.

zondag 14 oktober 2018

Wad en dijken








Vorige week bedacht wat deze week uitgevoerd werd: 'n tocht van Anna Pauwlona naar Rode School. Een nachtje kamperen kwam er spontaan bij. Het weer van vandaag was te mooi om dat niet te doen.


“Dat bepalen wij.” Hij dook op als zo'n helper in Parijs bij de machine voor metrokaartjes: “Mijnheer,” zei hij en keek me schuin aan. Ik begon net mijn fietskaartje bij de NS-automaat te kopen. Hij liet verhuld zijn politiepenning aan me zien, bijna alsof het een portie coke was en berispte me vanwege het steppen door het station. Die regels worden elders bepaald,” bedacht ik, “jullie zijn het prikkeldraad tussen de paaltjes.” Maar soms is slikken beter dan kwekken.

Er stond me een mooie tocht te wachten en hoewel het normaal aan me knaagt, zo'n aanvaring, was ik het nu snel vergeten. Op naar het Wad. Eerst dat van Noord-Holland. Daarna dat van Friesland. In Groningen zag ik de enorme boerderijen. Maar dat komt morgen....

… Die dag begon met een tocht door militair oefenterrein Marnewaard in de Lauwerspolder; diepe bandensporen, doorwaadbare plaatsen, rode vlaggen en veel borden. Het gebied roept bij mij gelijk de kreet op: Laat de Lauwersmeer niet schieten.! Hij komt uit een kleurrijk verleden. Het is er mooi en schieten en recreëren kan worden gecombineerd, 'Mits u geen oefening verstoort' en dat vind ik dan toch de omgekeerde wereld.


Het gebied ga ik uit via een monument op een dijk dat aangeeft waar het water werd afgevoerd. Ik trap over de Ommelanderweg en een boer legt me uit hoe de inpolderingen zijn verlopen. Vroeger door de monniken, meer zeewaarts gelegen polders in de 18e en 19e eeuw en zelfs 20ste eeuw. De aardappelverwerkingsfabriek van Aviko staat er om een teveel aan romantiek uit mijn hoofd te poetsen.

Nee de dag begon met het wakker worden door vogelzang en met de opmerking in het boek dat ik lees dat het warme tropische weer leidt tot 'vrienden die zonder afspraak bij elkaar binnenvallen.' Ook zonder adres op zak lukte mij dat. Wat vervolgens een WC-borstel, een koffiefilter, dienstweigeraars, Smit-Tak en wieren, terpen en dijken met elkaar te maken hebben laat ik in het midden.




woensdag 10 oktober 2018

Zomergenot in oktober





Er zijn mensen die hebben omtrent 30 september de zomerkleding in de kast gehangen en de winterkleren eruit gehaald. Jammer want het was vandaag ruim 20 graden.

Gisteren las ik een degelijk artikelover de aanpak van het klimaatprobleem door Robert Pollin: “Als basis voor actie hoeven we alleen maar te begrijpen dat er een voor de hand liggende mogelijkheid is dat het leven op aarde, zoals wij het kennen, op het spel staat.”

Volgens Pollin zet economisch krimpen geen
zoden aan de dijk. 10 % krimp zou precies tot 10 % minder CO2 uitstoot leiden; van 32 naar 29 miljard ton. En dat is lang niet voldoende. We moeten naar 20 miljard ton in 2040

Bouw het gebruik van fossiele brandstoffen zo snel mogelijk af, is zijn dringende boodschap, maar investeer vooral 1,5 tot 2 % van het wereldwijde bruto nationaal product in schone energie. Daar moet een klimaatfonds voor komen. Als het investeren verstandig gebeurt is dat voldoende om de klimaatdoelen te halen.

Het artikel is overtuigend geschreven, maar wat ik in de 21 pagina's mistte was het problematiseren van het gebruik van fossiele brandstoffen voor activiteiten die moeilijk op andere energiebronnen kunnen functioneren, zoals vliegtuigen. Maar misschien zou dat alleen maar van de hoofdlijn afleiden: investeer in schone energie en neem afscheid van de vuile.

Voor het artikel dat Stop Wapenhandel gisteren publiceerde, las ik een blad van de Pakistaanse marine, daarin een opmerking van een hoge
marine officier. Sohail Ahmad Azmie stelt:
“With over 60 people dead in Karachi, when a heatwave swept across the city a few days ago, we should know that the greatest enemy of our survival is none other than the climate change. The sooner we acknowledge this unequivocal reality the better it would be for us to combat this enemy.”
Aan het strand was het niet al te druk. De mensen die er waren, genoten van de warme dag. Dat moet ook kunnen: even het verstand op 0 en het genot op 10.

Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier.

zaterdag 6 oktober 2018

Randmeren






“Als het volgende week weer van dat mooie weer is dan doe ik het wel,” bedenk ik me. Wat? Met de trein naar Anna Pauwlona en dan via, de kop van Noord-Holland, de Afsluitdijk en langs de waddenkust naar het oosten. (Maar misschien wordt het afhankelijk van weeer en wind toch wat anders.)

Nu had ik geen zin. Ten eerste was ik vorige al twee keer met de trein geweest. Eén keer de trein van Middelburg weer terug naar Amsterdam. Eén van de weinige tochten waar de trein er niet
vier of meer keer zo kort overdoet als ik op de fiets (3 versus 10 uur). De tweede fietstocht was een rondje Texel met een e-bike rider.

Ten tweede wordt het me te duur. Nu was ik inclusief een gevulde koek en een avondmaal voor € 5,50 (gesmeerde boterhammen en wat fruit van de schaal mee) uit en thuis. Dat past meer bij mijn inkomen. Zo'n 25 uur in de week werk ik, maar het grootste deel is vrijwilligerswerk.

Voor vertrek zag ik de mezen op het eigen balkonnetje de zaaddozen leegsnoepen. Onderweg kwam ik de pakjesboot tegen (de Hydrograaf, een in 1910 bij Fijenoord in Schiedam gebouwd onderzoeksschip voor de marine en diende tevens als koninklijk jacht in de jaren twintig en dertig); in Muiderberg ontmoette ik een chagrijn met drie teckels die geen meter opzij wilde op het fiets/wandelpad.

Dit stukje schreef ik zittend op een steen aan de waterrand van een strandje aan het Ketelmeer. De tocht langs de randmeren terug naar Amsterdam moest toen nog beginnen. Niet verkeerd op zo'n warme dag.

woensdag 3 oktober 2018

Zee



Een mens kan raar denken. Een pianistevertelde dat Aleksandr Skrjabin zijn Pianosonate nr. 2 had laten inspireren door water. Ik had het horen klateren, zag doorzichtige heldere druppels uit de noten opduiken. Ze vervolgde toen door te vertellen dat hij hem schreef na het staren naar de Zwarte Zee in het zuiden van de Krim. Toen ze een stukje speelde hoorde ik inderdaad de opgezweepte golven.

Op dat moment merkte ik dat ik de zee even niet als water zag, maar als meer dan dat, als: een groot bassin waarin je je kan onderdompelen en waarin je dan omsloten wordt als in een perfecte trui; een vlakte die ruimte is en geeft; en een eigen mystieke waarde heeft. Je kan zeewater niet drinken, het klatert niet, het komt niet uit de kraan, maar golft en doet dat eindeloos en bijna alsof ze leeft als amorf wezen. Natuurlijk bestaan de zeeën uit water, maar even was dat niet mijn gevoel.

Vanmiddag nam ik er weer een duik in en de trui voelde al weer flink kouder aan. Nog vijf maanden en dan warmt hij al weer op bedacht ik me. Een man van 86 vertelde me dat hij vroeger ook het hele jaar een duik nam, maar nu niet meer opwarmt. Hij komt nog wel op de fiets uit Haarlem naar zee. Na dat praatje en de duik was ik wel de stekels van traditionele aard in buik en hoofd weer vergeten.


Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier.

maandag 1 oktober 2018

Boeken in september


Wees onzichtbaar door Murat Isik leest als een registratie van het leven van een jongen. Zijn vader is politiek vluchteling uit het Turkije van voor de militaire staatsgreep van 1980. Hij heeft een succesvolle zus, een moeder die langzaamaan haar eigen weg vindt en is zelf een intelligente jongen die door racistische vernederingen heen een plaats zoekt in Nederland.

Het hapt prettig weg en is meeslepend. Daarmee verkoop ik geen nieuws. Het exemplaar dat ik lees is de 18e druk. Door de kale vorm lijkt het een autobiografie van de schrijver die opgroeit in de Bijlmermeerflat Fleerde. Is het inderdaad 't aangeklede leven van Isik zelf als page turner?

Het boek begint als de vijfjarige Metin naar Nederland komt. Heel langzaam wordt hij ouder. Het verveelt net niet. Halverwege het boek, na ruim 300 pagina's is hij pas dertien. Het is goed dat de flamboyante Kaya in zijn klas komt. Hierdoor krijgt het boek op tijd weer een nieuwe impuls en wordt Metin in zijn spoor wat zichtbaarder.

Dat hij opgroeit in een immigrantengezin geeft kleur aan het boek, maar het gaat over algemenere thema's. Blondines met blauwe ogen kunnen op school ook keihard gepest worden. Ook gezinnen waarvan de voorouders al generaties in Nederland wonen kunnen kampen met een agressieve ouder. Veel jongeren groeien onzeker en moeizaam op.

De terugkerende grote borsten en tepelhoven waar de jongen geen genoeg van kan krijgen, gaan mij vervelen. De vrouwen zijn sowieso vooral lustobjecten in het boek. De eerste vrouw waarmee hij seks heeft is daarna vrijwel geheel uit boek verdwenen, zoals alle liefdes hooguit voor de vorm nog eens terugkeren. Zijn moeder is een echte moeder en bovendien een vrouw die zichzelf – ondanks een man die haar kleineert –, door haar werk weet te ontplooien, ook als personage.

Dat Isik het boekenweekessay mag schrijven met als thema De moeder de vrouw is daarom niet vreemd. Nadat commotie is ontstaan over de keuze voor een man rond dit mogelijk knellende thema zegt de schrijver zelf in Het Parool: “In mijn boeken speelt de moeder een belangrijke rol. Waar de vader ontspoort, houdt de moeder de boel bij elkaar.” Het maakt nieuwsgierig. Overigens wordt vrijwel nooit een schrijver met migratie achtergrond gevraagd het boekenweekessay te schrijven (Hafid Bouazza in 2001, 18 jaar geleden!)

Zelf blijf ik zitten met het gegeven dat hij volgens zijn vader geen Turk is, maar een Zaza. Ik ken Koerden en Armeniërs, maar dit volk was me onbekend. Wikipedia omschrijft de Zaza als volgt, ze “zijn een Iraans volk in het huidige Turkije. Ze zijn verwant aan de Koerden, ook al is er discussie over hoever deze verwantschap reikt. Veel Zaza beschouwen zich als onderdeel van de Koerden, maar er is ook een groep nationalistische Zaza die sterk hun eigen identiteit benadrukken.”

Wees onzichtbaar bevat verschillende thema's: het opgroeien, de geschiedenis van de Bijlmer, kampen met een egocentrische agressieve vader, integreren, pesten op school. Is het inkijkje in een gezin dat leeft in armoede – door een gokverslaafde en te breed levende vader – en het gemak waarmee je meeleest al voldoende vorm om het boek tot waardevol, literair monument te maken? Het las in ieder geval prettig en vlot weg.

****

Zes vertellingen door Arthur van Schendel is in 1967 samengesteld uit De schoone jacht (Amsterdam 1908) en Angiolino en de lente (1923). Het titelverhaal De schoone jacht is het oudste en is geschreven in 1897 in een taal die nog veel ouder aandoet.

De verhalen zijn sprookjesachtig en spelen in een magische wereld, veelal in bergachtige omgeving. Beekjes, lawinegevaar, donkere bergen, sterren aan de hemel, prachtige zangstemmen in het bos, dood en leven. Een sfeer bijna als geschreven jugendstil of magisch realisme avant la lettre. Er is meer onder de zon dan het lijkt.

De verhalen zijn traag, geschreven in Nederlands dat niet meer bestaat in stijl en spelling. Concentratie is een vereiste om de kleine schilderijtjes te zien die een symboliek bevatten die ik niet zie of die zo vanzelfsprekend is dat ze niet opvalt.

En in kommervolle gedachten zocht hij het raadsel te vinden waarom een ziel zo vol van liefde zich nimmer geheel aan de andere ziel kon openbaren,” het lijkt alsof dit thema met een kroontjespen op de achterkant van al die schilderijtjes is gezet. Liefde slaagt als het onbegrijpbare er een hand in heeft, zoals het meisje dat van de beek naar haar liefde wandelt nadat ze gesproken heeft met de uit het niets opgedoken (en ja zingende) kinderen.

Er is meer dan armoede voor de bedelaar “die soms meer bezit dan hij nodig heeft” en kan lachen om de wind van de lente die over hem waait, zoals het laatste hallucinante verhaal vertelt. Het verhaal waarin het niets staat naast de logica, die samen maken dat wij soms iets doen wat goed is, al begrijpen wij het niet.

***

Nederland speelde een rol in de opbouw van de onderwatervloot van zijn latere vijanden. In hun boek Luctor et Emergo trekken de schrijvers Tobias van Gent en Ron van Maanen
deze conclusie echter niet.

Het zal niet vaak voor komen dat ik een boek lees aan de hand van een inleiding van Hein van Ameijden, directeur van marinewerf Damen Schelde in Vlissingen. Hij schrijft in Luctor et Emergo; De onderzeeboten van de Koninklijke Maatschappij de Schelde 1905-1958: “Voor het eerst in veertig jaar bereidt de Koninklijke Marine zich voor op de vervanging van de huidige onderzeeboten van de Walrusklasse. Zeker omdat de onderzeebootbouwers in dit boek allemaal nog bestaan, zij het vaak onder een andere naam, is de verleiding groot om parallellen te trekken tussen de geschiedenis en de huidige tijd als in dit boek beschreven. Maar dat is aan u, beste lezer.”



Zie verder voor de volledige bespreking hier

***
The service of great kings may carry its own rewards, but the service of truth goes unrewarded and is, for that very reason, worth far more.”
Uit een briefje van Ibrahim aan Yakub (189)

In The book of Saladin door Tariq Ali is de fictieve verteller Ibn Yakub die het leven van sultan Salah al-Din moet boekstaven. Zo is hij bijna overal bij, alleen de vergaderingen van de oorlogsraad mag hij pas aan het slot van het boek bijwonen. Ali de schrijver van het boek merkt op dat hij als romancier de feiten en gebeurtenissen rond de inname van Jeruzalem zal respecteren. Dat is belangrijk want de interpretatie ervan door schrijvers van christenen en moslims verschillen al enorm, geeft hij als reden.

In de tijd dat ik het lees wordt door de EO een serie uitgezonden over een Friese kruisvaarder, Hayo, die deelneemt aan de Derde Kruistocht (1189–1192). Die komst van de Friezen als antwoord op de inname van Jeruzalem wordt in het boek al genoemd in een brief aan de sultan door Frederik I (Barbarossa). Deze roodbaard was de keizer van het Heilige Roomse Rijk. De komst van de Friezen is nadat het boek speelt, maar de EO laat zien hoe woest de kruisvaarders te keer gingen. Cadiz, een ontwikkelde stad, met straatverlichting, wordt op de reis van de Friezen naar het Beloofde Land platgebrand. De bewoners waren al gevlucht toen de Friese zeilen aan de kim te zien waren. Het onderstreept de afkeer die in het boek opgeroepen wordt over het optreden van bijvoorbeeld de Tempeliers en in het bijzonder aan Reynald van Châtillion.

Je krijgt in de Roman van Tariq Ali sympathie voor Salah al-Din, hij steekt als geciviliseerd af tegenover zijn Christelijke opponenten en dat komt niet alleen door de verder gevormde wetenschap of omdat Damascus, Caïro en Damascus destijds samen 2 miljoen inwoners hadden, tegenover minder dan 50.000 voor Parijs en Londen in die tijd. Daarmee kom je aan de andere kant van de geschiedenis te staan.

Na de inname van Jeruzalem door de sultan en zijn troepen wordt een ordelijke aftocht van de overwonnen georganiseerd, wat schril afsteekt tegen de moordpartijen na de verovering door de Christenen in 1099. Beschadigde moskeeën en synagoges worden weer in ere hersteld, terwijl kerken met rust worden gelaten. De val van Jeruzalem, een van de belangrijkste voorvallen in de geschiedenis van de Islam, was een buitengewoon kalme geschiedenis.

Salah al-Din kan leven in vriendschap met enekele van zijn Christelijke tegenstrevers en is een relatief matig levend man. In het boek neemt hij genoegen met een maal van bonen. Op wiki is bij zijn dood zijn schatkist leeg, omdat hij de rijkdom verdeeld heeft. De sympathie moet vanuit het heden gezien toch ook weer gerelativeerd worden: ook Salah al-Din onthoofdt tegenstanders bij bosjes en laat willekeur aan het hof een rol spelen.

Opvallend zijn de homoseksuele relaties van belangrijke personen in het boek. Zowel vrouwen als mannen houden van seksegenoten. Dat is bekend aan het hof en er worden grappen over gemaakt, maar heel moeilijk wordt er niet over gedaan. Swim near the other shore, wordt er bijvoorbeeld als nauwelijks verhullende beeldspraak voor gebruikt.

Er wordt hier en daar door de sultan wat religieuze schijnheiligheid weggepoetst met opmerkingen als “Ik wil niet dat Hij te snel te veel van jullie moet verwelkomen. De oorlog is nog niet over.” (273) Of een andere: “Bid tot Alah, maar bind eerst je kameel vast.”(78)

Ali schreef in 1998 een fijn boek dat speelt in een gebied dat we sinds 1990 nooit meer uit het oog zijn verloren om trieste redenen. Aleppo klinkt anders dan 10 jaar geleden. Bagdad is een stad die teveel geteisterd door oorlog en geweld in beeld is geweest de afgelopen decennia. Het trotse Damascus of Caïro hebben heersers die niet leven volgens de methode Saladin uit dit boek: maak nooit onnodige slachtoffers. Je weet immer s niet wie je wanneer nog nodig hebt.

Het boek staat ook barstens vol mooie opmerkingen over macht en strategie. Informanten van de sultan geven verschillend gekleurde informatie: “Met al deze informatie in mijn eigen hoofd, breng ik mij in de positie van de tegenstander en probeer te bedenken hoe deze ons wil overmeesteren. Ik heb het niet altijd bij het rechte eind, maar vaak genoeg om te weten dat deze simpele methode veel heeft om ze aan te bevelen.”(130) In een tijd van bubbels een uitspraak om over na te denken. Een boek waarvan ik het jammer vind dat er geen Nederlandse vertaling van is.

***

Haroen en de zee van verhalen is weer een kinderboek, geschreven door Salman Rushdie. Achteraf kan ik nog jaloers zijn dat niet ik het verhaal over de kracht van verhalen aan mijn kinderen heb voorgelezen.

Op de achterflap staat dat het een boek is voor alle leeftijden, omdat Rushdie over de hoofden van kinderen heen ook de volwassenen toespreekt over De Duivelsverzen. Maar inhoudelijke en thematisch kan je wel meer kinderboeken aan volwassenen slijten als je dit daarvoor geschikt acht. Het deed me denken aan Paul Biegel (bijvoorbeeld: Eiland daarginds).

Haroen is de zoon van de verteller Rasjied. Samen zijn ze genoemd naar de Kalief van Bagdad, Haroen al-Rasjied uit duizend-en-één-Nacht. Verteller Rasjied is somber geworden en de kunst van het vertellen verloren. Zijn verhalenkraan wordt hem afgepakt en dan begint een avontuur op de tweede maan van de aarde. Door de snelheid waarmee deze draait kunnen wij haar niet zien, maar ze is er wel. Er is immers wel meer aanwezig, wat niet te zien is.

Niet iedereen is dol op verhalen. Verhalen kunnen opzettelijk verprutst worden. “Kijk ik heb dus persoonlijk ontdekt dat elk verhaal zo zijn antiverhaal heeft. Elk verhaal – dus elke verhalen stroom – heeft een schaduw kant,” zegt de schaduw van Chaddam-sjod (betekent in het hindi 'wat het einde wordt'). “Je moet bij een detective zelfs de domste lezer duidelijk maken wie het gedaan heeft en bij een tragedie moet je zorgen dat de mensen slap liggen van de lach.”

In het boek zijn verhalen een bedreiging voor hen met de macht in handen. De wereld is er niet voor het leuk, maar om over te heersen, stelt Chaddam-sjod. Verhalen zijn niet te beheersen en daarom heeft hij er een hekel aan. Maar verhalen zijn ook een kracht om mensen in beweging te krijgen en inderdaad de macht de stuipen op het lijf te jagen, blijkt uit het boek.


Ik lees met moeite, maar wel graag. Het voordeel van een boek is dat als je er in zit dat relatief lang duurt. Dat maakt het makkelijker leesbaar dan losse artikelen. Vanaf 31 januari 2018, op de laatste dag van de maand, zet ik kort (het moet het lezen zelf niet in de weg staan) op een rijtje wat ik las. Want ook bij het onthouden kan ik wel wat steun gebruiken.