“Als het volgende week weer van dat mooie weer is dan doe ik het wel,” bedenk ik me. Wat? Met de trein naar Anna Pauwlona en dan via, de kop van Noord-Holland, de Afsluitdijk en langs de waddenkust naar het oosten. (Maar misschien wordt het afhankelijk van weeer en wind toch wat anders.)
Nu had ik geen zin. Ten eerste was ik
vorige al twee keer met de trein geweest. Eén keer de trein van
Middelburg weer terug naar Amsterdam. Eén van de weinige tochten
waar de trein er niet
vier of meer keer zo kort overdoet als ik
op de fiets (3 versus 10 uur). De tweede fietstocht was een rondje
Texel met een e-bike rider.
Ten tweede wordt het me te duur. Nu was
ik inclusief een gevulde koek en een avondmaal voor € 5,50
(gesmeerde boterhammen en wat fruit van de schaal mee) uit en thuis. Dat
past meer bij mijn inkomen. Zo'n 25 uur in de week werk ik, maar het
grootste deel is vrijwilligerswerk.
Voor vertrek zag ik de mezen op het
eigen balkonnetje de zaaddozen leegsnoepen. Onderweg kwam ik de
pakjesboot tegen (de Hydrograaf, een in 1910 bij Fijenoord in
Schiedam gebouwd onderzoeksschip voor de marine en diende tevens als
koninklijk jacht in de jaren twintig en dertig); in Muiderberg
ontmoette ik een chagrijn met drie teckels die geen meter opzij wilde
op het fiets/wandelpad.
Dit stukje schreef ik zittend op een steen aan de waterrand van een strandje aan het Ketelmeer. De tocht langs de randmeren terug naar Amsterdam moest toen nog beginnen. Niet verkeerd op zo'n warme dag.
Dit stukje schreef ik zittend op een steen aan de waterrand van een strandje aan het Ketelmeer. De tocht langs de randmeren terug naar Amsterdam moest toen nog beginnen. Niet verkeerd op zo'n warme dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten