woensdag 3 oktober 2018

Zee



Een mens kan raar denken. Een pianistevertelde dat Aleksandr Skrjabin zijn Pianosonate nr. 2 had laten inspireren door water. Ik had het horen klateren, zag doorzichtige heldere druppels uit de noten opduiken. Ze vervolgde toen door te vertellen dat hij hem schreef na het staren naar de Zwarte Zee in het zuiden van de Krim. Toen ze een stukje speelde hoorde ik inderdaad de opgezweepte golven.

Op dat moment merkte ik dat ik de zee even niet als water zag, maar als meer dan dat, als: een groot bassin waarin je je kan onderdompelen en waarin je dan omsloten wordt als in een perfecte trui; een vlakte die ruimte is en geeft; en een eigen mystieke waarde heeft. Je kan zeewater niet drinken, het klatert niet, het komt niet uit de kraan, maar golft en doet dat eindeloos en bijna alsof ze leeft als amorf wezen. Natuurlijk bestaan de zeeën uit water, maar even was dat niet mijn gevoel.

Vanmiddag nam ik er weer een duik in en de trui voelde al weer flink kouder aan. Nog vijf maanden en dan warmt hij al weer op bedacht ik me. Een man van 86 vertelde me dat hij vroeger ook het hele jaar een duik nam, maar nu niet meer opwarmt. Hij komt nog wel op de fiets uit Haarlem naar zee. Na dat praatje en de duik was ik wel de stekels van traditionele aard in buik en hoofd weer vergeten.


Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier.

Geen opmerkingen: