Het hoofd is als de lucht, vol grote grijze wolken die het moeilijk maken met enige afstand naar de wereld te kijken.
In plaats van een fietser voel ik me een mol, die vooruit in zijn gang
naar toevallig uit de wanden stekende wormen hapt en die dan ook nog
mist. Een mol die even niet weet dat er ook een weg naar buiten is om
daarna weer opgeruimd verder te komen.
Vorige week zette ik een gedichtje tussen de foto's. Dat doe ik nu
weer. Er zitten er nog twee in mijn computer. Het wordt Blaadjes volgen.
Ik schreef het in een weinig opgewekte bui, maar zie nu dat je het ook
wel anders kan lezen.
Thuis, voor vertrek, lees ik de brieven van
een man die in moeilijke omstandigheden zijn plezier haalt uit de naast
elkaar staande ruggen van de verzamelde boeken. Ze zijn netjes
gecatalogiseerd voor een bibliotheek van 'n dienstweigeraarskamp in
een heel leeg stukje Nederland.
Door regenbuien gaat het en
lichte opklaringen. Dan komt de regen weer. Maar als ik in het duin mijn
pen weg wil leggen is het droog. Het zal vast weer gaan regenen, maar
vast ook weer droog worden.
P.S. Die boom (zie ⇒) ligt er nog steeds een beetje (12/03/24).
|
|
klik voor grotere versie |
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten