niet doen
doe niet alsof je
stilstaat
wees niet bang voor mij
ik zal namelijk niet
stilstaan hoor
ik loop gewoon door
|
Deze kreeg ik terug.
|
Akwasi noemt zichzelf
tongue in cheek in sommige gedichten en op zijn
site ook wel anton karel (of soms: abdel karem)
willem anton simon isaak. Verder dan dat kan je niet assimileren. Maar in een boekje
waar ongemakken een grote rol spelen, een bezoek aan Zuid-Afrika
leidt tot gedichtjes met titels als '5 minuten later', '10 minuten
later' en '8 procent wit' gaat het eerder om trots op het zwart zijn
dan je wegcijferen voor de witte dominantie.
Het is een vierde
druk. Er zat een sticker op met een aanbeveling door Claudia de
Breij, die peuter ik er meteen af, hij was tafelheer bij de DWDD en
zijn eerste album was geïnspireerd door zanger/cabaretier
Bram Vermeulen etc. We hebben het hier over een
man met visie die hem weet te verkopen op vinyl, papier, radio en TV.
De gedichten van Akwasi
Ansah zijn te eenduidig voor mij. Scherpe kritiek met een glimlach is
misschien wel verstandig, maar maakt niet perse mooie poëzie. Ik
gun het boek aan een ander die het waarschijnlijk meer kan waarderen,
want ik ben zeker geen misgunner.
***
Na de oorlog wilde hij
zijn onderduikers nooit meer zien. Die dubbelheid is mooi. Je helpt,
omdat het zo moet, zelfs arrogante bevrijders die lak hebben aan hun
redders, maar dan kunnen ze ook opkrassen. In een gedicht wordt een
mensenleven vergeleken met de kogel in een flipperkast, de knikker
die handelingsverlegen naar zijn gat rolt. De flipperkast komt nog
een paar keer terug in het gedicht engelen bak in vrij – wij;
nieuwe gedichten.
Het
is het Poëziegeschenk 2019 met het thema vrijheid door Tom
Lanoye (kwam hem al
eerder tegen in het boekenweekgeschenk 2012). Hij woont een deel
van zijn tijd in Vlaanderen en een ander deel in Zuid-Afrika. Weer
dat land – na Akwasi – dat zo onderaan het continent bungelt vol
hoop en vol haat. De markt ziet er zwart van de mensen en dat is een
ander zwart dan doorgaans in het Noorden, Lanoye is er ontwortelt en
toch zo thuis.
Elk gedicht heeft zijn
vorm. Van het gedicht vrijheid waar de vrijheden over elkaar heen
tuimelen en ontleed worden tot aan een gedicht dat nog in elkaar
gezet moet worden, waar de woorden gegeven zijn – saldo, streven,
transmigrant en nog 34 andere woorden – alsof het een bouwdoos is.
Het is een bundel vol taal van #me2 tot supervrijen naar het Hooglied
en sonet nr.
134 van Shakespeare en net als je bij het verlaten van een museum
anders om je heenkijkt, lees je hier aan het eind van de bundel
betekenis in de bouwdooswoorden: verzet, vervoering, zadelpijn.
Tom Lanoye is waar hij
komt aanwezig, door uiterlijk, maar ook omdat hij de achterbakse
stilte wil ontwijden en anderzijds: “Als ik me haat, dan is het
daarom: ik ken geen maat.” Mij hoor je daarover niet klagen.
***
The Waves van
Virgina Woolf is een boek waarvoor mijn Engels niet toereikend
is. Ik kan lezen wat er staat, maar de zinnen in mijn hoofd
aaneensmeden lukt minder goed. De structuur van de tekst geeft
nauwelijks lucht en er is geen stramien, behalve het ritme van de omslaande golven
en terugkerende fragementen of zinsdelen. Er zijn een paar cursieve
poëtische stukken om het volgende stuk van tientallen pagina's
zonder witregels in te leiden en naar het eind toe vallen zelfs die
weg.
Je zit in het hoofd, in de
hoofden, aan tafel met zes mensen die hun leven overzien van
kindertijd tot nadagen en niet met Percival, die is dood en er ook
altijd bij. Het leven kent fases, maar die hangen nauw met elkaar
samen. Veel veranderd er niet aan mensen en sterker nog ze
beïnvloeden elkaar ook nog eens en gaan steeds meer op elkaar
lijken. Dat idee wordt versterkt met die eindeloze zee aan grijze
letters, de een na de ander. Inderdaad zonder ophouden, als het
eindeloos rollen van de golven, pas als je goed kan kijken zie je
daar een verhaal in.
De
woorden “Ik ben als het schuim dat over het strand
racet,” heb ik tijdens het lezen aangestreept. Een bekend en
vertederend beeld, de herkenning in een metafoor. Deze vond ik ook
mooi: “met een verstand als de tong van een miereneter, snel,
behendig, plakkerig, en zocht altijd een persoon uit, een persoon om
naast te gaan zitten.” Maar misschien moet ik het hier gewoon
bij laten en nog eens een Nederlandse vertaling lezen voor een
uitgebreidere signalering.
Als ik op het
internet zoek of er een vertaling bestaat, dan kom ik een opmerking
tegen over De Golven in de elitaire Groene
Amsterdammer. “Ik
las het, in vertaling inderdaad, op het vliegveld, in het vliegtuig,
in de trein en in mijn hotelkamer. Het is een boek dat je dwingt om
je leestempo te vertragen, de woorden te benaderen alsof het om
muziek gaat, in het ritme van de golven te komen. (Daarom las ik ook
een vertaling: bij het origineel zou ik er steeds uit moeten om
betekenissen op te zoeken.),” aldus schrijver Christiaan Weijts
een paar jaar geleden. Maar bij Bol.com is die Nederlandse vertaling
al niet meer te koop.
***
Wat een fijn boek is De schepping
van de vlinders. Het verhaal is van de Nicaraguaanse schrijfster
Gioconda Belli en de tekeningen zijn van de Duitser Wolf
Erlbruch. Een dier scheppen met de schoonheid van een bloem en de
snelheid van een vogel dat is wat hoofdpersonage Armo wil. Het is een
moeilijke opdracht.
“Ik begrijp niet waarom je jezelf
zo kwelt,” bromde de hond.
“Niemand schijnt het erg te vinden dat wat jij wilt maken niet
bestaat. Hou je koest, leef je eigen leven, val niemand lastig en
niemand zal jou lastig vallen.”
Arno
vindt dat hij het leven mooier moet maken. Niet alleen zijn leven,
maar “het leven van alle anderen. Wat zou het heerlijk
zijn als alle planten, dieren en mensen van mijn droom konden
genieten.” Er zijn een paar
regels waaraan het uitvoeren van zijn droom moet voldoen. Daar houdt
hij zich bijna helemaal aan.
O ja, het boek is
voor kinderen, maar ook voor grote mensen geschreven. En dit grote
mens werd er erg vrolijk van.
***
Gioconda
Belli ben ik gaan lezen
n.a.v. een
post op een Facebookpagina. In het bericht staat dat ze de Oxfam
Novib PEN Award 2019 heeft gekregen (evenals de Palestijnse
Dareen Tatour). Wat ik over haar literatuur lees maakt nieuwsgierig
en ik leen twee boeken van haar: het bovenstaande prentenboek en Het
land van de vrouwen (en koop in de ramsj De bewoonde vrouw, dat
komt in een volgende maand).
Dat tweede boek is een
gedachtenexperiment rondom een land dat uitsluitend door vrouwen
wordt bestuurd. De mannen worden een half jaar opzij gezet door de
regerende Partido Izquierda Erótíca, omdat een groot deel van de
vrouwen zich in een omgeving met mannen niet kunnen ontwikkelen.
Kinderopvang, actief (en nogal grof) optreden tegen geweld tegen
vrouwen en nadruk op opleiding en rechtvaardigheid tekenen het land.
In heldere en eenvoudige taal brengt Belli de PIE in het denkbeeldige
Faguas tot leven.
Het is me ook nogal een aanklacht: de
overheersende mannenmacht kan alleen bestreden worden door de mannen
aan de kant te zetten en te verplichten de huishoudelijke en
opvoedkundige taken over te nemen. Er zijn mannen in het boek die
zich daar stiekem best goed bij voelen, zoals de schaafijsverkoper,
maar als groep staan mannen de ontwikkeling van vrouwen in de weg. Ook op macro niveau moeten mannen
aan de kant: “Jullie mogen dan nóg zoveel weten, maar het is wel
zo dat als je de toestand in de wereld beziet, het weinig heeft
opgeleverd, probeer dus niet de baas over ons te spelen; observeer,
help en leer.”
In een
zin wordt uitgelegd hoe dit feminisme geboren werd: “Binnen
enkele dagen raakte ze vervuld van een woest feminisme, niet in staat
de onverschilligheid van de wereld en de onverschilligheid van
vrouwen zelf ten opzichte van wat hun seksegenoten doormaakte, te
begrijpen.”
Gioconda Belli heeft tijdens de
Sandinistische revolutie in een groep gezeten die zich met de naam
Partido Izquierda Erótica tooide. Het was een denktank met
invloedrijke vrouwen die vrouwenrechten wilden steunen. Ze zegt in
haar nawoord dat sommige van de leden nu werken aan tegengestelde
ideeën. In 2019 staat ze zelf op het podium in Den Haag omdat ze
zich keert tegen het autoritaire Nicaraguaanse regime en als
directeur van PEN Nicaragua een belangrijke rol speelt in de strijd
voor vrije meningsuiting, tegen de Nicaraguaanse stroom in.
***
Lees verder op Broekstukken.
***
VS versus China: boter of kanonnen?
Een gekleurd relaas over ideologie,
media, diplomatie en wapens, maar ook over de bondgenootschappen van
gisteren en van morgen. Historicus Jude Woodward verdedigt China en
valt de VS aan.
door Martin Broek
De Verenigde Staten is in Azië
aanwezig alsof dat de regel is. De Britse historicus Jude Woodward
beschrijft in haar boek Amerika tegen China waarom de VS deze
positie zo gewoon vindt. Maar ze analyseert vooral de Chinese
economische macht die een einde zal maken aan de Amerikaanse
overheersing van Azië. Aziatische landen zullen eieren voor hun geld
kiezen. Liever moeizame relaties met de grote buur, dan met een
tanende militaire macht.
In de westerse media is het omgekeerde
gebruikelijker. China is een gevaar voor onze welvaart en waarden, zo
start het Belgische tv-programma Nachtwacht bijvoorbeeld.
Het is de mediagenieke geostrateeg Jonathan Holslag die deze stelling
verdedigt. Lopen we in de val van een autoritair regime, vraagt de
redactie zich af.
Hylke Vandenbussche, hoofd van de
Onderzoeksgroep Internationale Economie van de Universiteit Leuven,
typeert de woorden van Holslag als angst en paniek zaaien. Ze zegt
dat dit eerder rond Japan gebeurde. „Het is niet het eerste gele
gevaar waarvoor we gewaarschuwd worden?”, vraagt de gespreksleider
dan weinig kies.
Lees verder op Broekstukken.
Ik
lees met moeite, maar wel graag. Het voordeel van een boek is dat als
je er in zit dat relatief lang duurt. Dat maakt het makkelijker leesbaar
dan losse artikelen. Vanaf 31 januari 2018, op de laatste dag van de
maand, zet ik kort (het moet het lezen zelf niet in de weg staan) op een
rijtje wat ik las. Want ook bij het onthouden kan ik wel wat steun
gebruiken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten