Aan de rand van het korenveld is een brede strook bloemen ingezaaid. Er staat een picknicktafel voor. Bewegen hoeft niet er zoemt en fladdert van alles voorbij. Onderweg de geur van sparren. Zou ik parfummaker zijn dan zou ik dat in een potje stoppen, zonder toevoegingen.
In een tuin lees ik Narrenwijsheid voor. De regel “Wij moesten maar een
beetje lachen samen, als onze krachten ons begeven,” springt eruit.
In een andere tuin zie ik de hommels landen op een bloem. De bewoonster heeft een stek meegenomen uit de tuin van haar kerk en hem bij haar huisje gepland, omdat het de eerste plant was die ze 47 jaar geleden kreeg voor haar eerste huis met een tuin (de naam ben ik vergeten.) Op de terug weg is die geur verdwenen en valt er een spat regen. | |
zaterdag 6 juli 2019
Sparrengeur
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Mooie titel. Heerlijke overpeinzingen. Kwam je ergens de tekst tegen, Martin, of lees je De Stem onderweg? Ik bemerk vaag eenzelfde sfeer in de Narren-wijsheid en de jouwe.
Narrenwijheid van J.C. van Schagen was de eerste dichtbundel die ik kocht. Ik was 22 jaar en zat nog bij de marine. Ik ging nu op bezoek bij een man die zijn huis verlaten heeft en het boek kwam uit zijn collectie bij ons terecht. Hij moet ook zo'n 22 jaar geweest zijn - en dienstweigeraar - toen hij het kocht (nu 94). Ik besloot beide mee te nemen en te kijken of ik het hem zou kunnen voorlezen. Dat was prettig om te doen.
Dus nee, De Stem lees ik niet onderweg. De link heb ik er thuis bij gezocht.
Een reactie posten