donderdag 31 oktober 2019

Boeken in oktober

Vaak misplaatst woord en als er wel sprake is van heldendom dan doen de helden vaak alsof ze niet anders kunnen.

Human Acts door Han Kang brengt je 40 jaar terug naar een neergeslagen opstand in Zuid-Korea. Het is een boek vol narigheid en vol vragen. Wanneer ben je een held? De tiener Dong-ho doet waar hij inrolt. Hij blijft dat doen ook als zijn moeder en oudere broer hem zeggen ermee te stoppen. Deze jongen vindt zichzelf niet dapper. Hij ging opzoek naar zijn vriend Jeong-dae en blijft in het geïmproviseerde mortuarium om te zorgen voor de lijken van de massamoord in Gwangju. Hij zal deze inzet met de dood bekopen. Nog na tientallen jaren zullen zijn broers ruzie maken, rond het verwijt waarom de middelste hem niet naar huis heeft gehaald. Zijn moeder zal het zich tot haar dood kwalijk nemen dat ze zich heeft laten sussen door zijn belofte voor het eten naar huis te komen.


De zwarte kwast van de censuur heeft de schrijver het zwijgen op kunnen leggen, maar niet de kunstenaar.

Het is een compositie in een zevental stemmen die vertellen – geënt op onderzoek ter plaatse – wat gebeurd is in de straten van de stad en wat de naweeën waren. Wat achtgrond bij het verhaal: Zuid-Korea was destijds bondgenoot van het Westen (vorig jaar werd pas bekend dat Amerikaanse helikopters werden ingezet in Gwangju) en werd geregeerd door een generaal Park. Als hij net is vermoord, komen bewoners van de stad in opstand als onderdeel van een landelijke beweging tegen de dictator. De opstand zou gewelddadig en zonder enige terughoudendheid worden neergeslagen.

Het boek verhaalt, met meer dan schokkende beelden, de dood van enkelen van de ruim 600 doden. Een paar maal wordt stilgestaan bij de vraag: waarom zouden we het volkslied zingen en de vlag draperen over de kisten van de slachtoffers als het leger van Korea, de gewapende hand van de dictatoriale staat, zo vreselijk heeft huisgehouden? Omdat niet alle soldaten vuurden op de bewoners, maar enkelen ook opzettelijk in de lucht. Omdat het land niet het land van de daders is, maar van alle Koreanen.

Schrijfster Kang was, voordat ze als jong meisje naar de hoofdstad Seoul vertrok, opgegroeid in Gwangju. Het huis in Gwangju waar ze zelf en hoofdpersonage Dong-ho in dezelfde kamer leefden is neergehaald en heeft plaatsgemaakt voor een noodgebouw. Deze vermening tussen feit en fictie wordt duidelijk uit de epiloog die zich laat lezen als deel van de roman en de band tussen haar en de gruwelen duidelijk maakt.

Het is enorm zware kost. Zoveel nare details kom je zelfs in een Amnesty Rapport niet snel tegen. Bovendien brengt de roman de personages, met alle dromen en pijn, tot dichtbij. Het is een boek met een missie tegen het vergeten en voor het graven naar meer herinneringen; het zoeken van een antwoord op waarom het gebeurde, geadresseerd aan de daders. Die missie wordt samengevat in de woorden van Lim Seon-ju, voormalig fabrieksarbeidster en vakbondsmedewerkster, later archivaris bij een milieu organisatie: “Getuigenis. Betekenis, Herinnering. Voor de toekomst.” Maar juist mevrouw Lim maakt duidelijk dat niet alles opgehaald kan worden, omdat het de vraag is of alle getuigenissen ook te dragen zijn, omdat teveel kapot gemaakt is en het vertellen tot niets dient. Het boek met zoveel narigheid blijft alleen overeind, omdat Kang zoekt naar dit soort tegenspraak van wat wenselijk zou zijn vanuit een politiek van bravoure.

Human Acts blijft ook overeind, omdat er zoveel menselijkheid in zit, én compositie. Die vorm in taal wordt mischien wel het meest duidelijk als een bijna volledig gecensureerd toneelstuk wordt opgevoerd. De bewegingen van de spelers worden beschreven alsof het moderne dans is. De woorden zijn vervangen door murmelende lippen. Het is voor iedereen duidelijk wat gezegd wordt. Dat is wel vaker zo onder repressieve regimes, de bevolking heeft aan een half woord genoeg, in dit geval is zelfs dat halve woord er niet. Knap om een toneelzaal zonder taal ingelokt te worden en het nog mee te kunnen beleven ook door letters op papier. De zwarte kwast van de censuur heeft de schrijver het zwijgen op kunnen leggen, maar niet de kunstenaar.

Een van de personages die de acties is ingerold, zegt dat ze het weer zou doen als ze haar leven opnieuw zou beginnen. Ze zou weer staan voor het verdedigen van de rechten van textielmeisjes tegen de dictatuur. In veel boeken zou dat overdreven heroïsch overkomen, hier niet, omdat ze wat meer vlees op haar fictieve botten heeft dan alleen die strijdbaarheid en bovendien een echte angsthaas is, die zelfs bang is van het bleke oog aan de donkere nachthemel, de maan. Nee om dapperheid draait het niet, wel om gevoel en medeleven.

Schrijfster Han Kang vraagt de broer van Bong-ho of ze zijn verhaal mag vertellen, zo meldt ze in de epiloog. “Als je het maar goed doet. Ja alstublieft schrijf uw boek, zodat nooit iemand meer in staat is om de gedachte aan mijn broer te ontwijden,” antwoord hij. Het heeft een boek opgeleverd over menselijk handelen in Zuid-Korea, maar ook over menselijk handelen in het algemeen. De wereld is niet mooi, maar er zijn mensen die ondanks zichzelf wel eens mooi zijn en doen wat nodig is. Het loopt er niet per se goed mee af. Daar draait de schrijfster niet om heen, maar ze heeft wel een gruwelijk, lief en strijdbaar boek geschreven.

***

De vrouw van de zee is een toneelstuk in vijf bedrijven en geschreven door Henrik Ibsen. Ik heb een vertaling door Judith Herzberg uit 1992 gelezen die is geïllustreerd met foto's van de spelers, zoals Joop Admiraal, Pierre Bokma en Roos Ouwehand.

Over het toneelstuk hangt een zweem van magisch realisme, waarin een verdronken man terugkomt om de verloofde en vrouw die hem bedroog door in het huwelijk te stappen met een ander weer de zijne te maken.

Het hoofdpersonage is Allida, de vrouw van de zee, de dochter van een vuurtorenwachter. Ze is door de arts en weduwnaar Wangel naar het binnenland gehaald. Ze heeft eerder een kortstondige relatie gehad met de Vreemde, een voormalig stuurman en moordenaar van zijn kapitein. Deze relatie is nooit echt beëindigt en zit haar dwars.

Als op een dag De Vreemde komt aanlopen en de tuin van de dokterswoning binnenstapt dan moet ze kiezen tussen hem of dokter Wangel. Ze krijg van De Vreemde een dag om te beslissen. Wangel vindt dat het niet haar beslissing mag zijn of ze vertrekt, daar gaat hij als echtgenoot en arts immers over. Allida antwoord dat hij haar kan verbieden te vertrekken, maar nooit haar keuze binnen in haar binnenste kan verhinderen.

Allida beslist dat ze met De Vreemdeling mee zal gaan, maar dan laat Wangel haar onverwacht vrij, verlost haar van het zijne en de zijnen: “Nu kan je kiezen in vrijheid en op eigen verantwoordelijkheid,” stelt hij daarbij. Doordat hij haar die keuze geeft kan ze ook in vrijheid de keuze voor hem en zijn gezin maken. Het is juist door die vrijheid dat De Vreemde aan het kortste eind trekt.

De vrouw van de zee is een verhaal over verhoudingen binnen relaties, waarbij hier-en-daar flinterdun heel veel wordt verteld, zoals in een aquarel, waar een penseelstreek een lucht of heideveld schildert. Maar uiteindelijk is het toneelstuk ook klip-en-klaar over de vrijheid van man én vrouw binnen verhoudingen.

***


Nachtboek van een slapeloze, door Patricia de Martelaere krijg ik aangereikt, “iets voor jou.” Nu slaap ik te weinig, maar ik zie geen slaapprobleem. (Dat mijn buren vaak ver na middernacht naar bed gaan en altijd wel iets laten vallen op hun parket, houdt of maakt me inderdaad rottig en letterlijk pijnlijk wakker. Maar een slaapprobleem nee; ik slaap te licht voor mijn woonsituatie.)

Het boek stamt uit 1988, maar slapeloosheid is in de tussenliggende dertig jaar alleen maar een groter probleem geworden. De VRT heeft er in oktober een serie over lopen. Iedereen kent wel iemand die er aan lijdt.

Het nachtboek is niet vooral een boek over slaapproblemen: de persoon bij wie de schrijfster in het hoofd kruipt, ziet geen probleem. Slaappillen zorgen daarbij voor wat uurtjes nachtmerrie rijke slaap en dat leidt weer tot hallucinante aantekeningen in het nachtboek. Zijn vrouw Myriam is tegen de pillen: ze zijn geen oplossing voor de oorzaak van de slapeloosheid en zorgen alleen voor versterking ervan. Slaappillen ook al zo'n thema dat eerder meer dan minder belangrijk is geworden in de afgelopen drie decennia. Nee het is het boek over het leven binnen een gezin van vader (de slapeloze), de moeder (de bezorgde, wegdrijvende), de zoons (een houdt veel meer van dieren dan van mensen en de ander is een asociale jong volwassene), de oudste dochter heeft een ongelukkig vroeg huwelijk (net als de vader en moeder) en de jongste dochter loopt er tussendoor.

Ergens is de man van 40+ van zijn melk geraakt. Hij vindt dan alles leuk: lezen, wandelen, worst met appelmoes, film, “en ik vind het ook werkelijk leuk, hoe zou ik het anders ook moeten vinden (…) maar aldoor ben ik razend bedroefd,” dat voelt voor hem als een soort weemoed van de spieren en organen. 1988 is twee decennia voordat iedereen alles facebookleuk ging vinden. Tussen de regels door lees je dat zijn leven, van de drank / aan de drank, helemaal zo leuk niet is. Zijn oudste zoon beschimpt hem, de band met zijn vrouw wordt steeds minder hecht, het klapt met zijn oudste lievelingsdochter – de pianiste die geen piano meer speelt en die het enige echte medicijn was om hem een diepe, oceaan stille bodemloze slaap te bezorgen –  en zelfs de maanvissen leggen het loodje. Er blijft niets meer over. Zelfs mooie dagen kunnen daar niets aan veranderen. De man slaapt nauwelijks, maar zijn probleem ligt elders. Hij pent er in de nacht boeiend over, maar zakt langzaam steeds verder weg in zijn moeras.

***

De vlakte in vlammen van Juan Rulfo bevat 15 korte verhalen. In ieder verhaal is een hoofdstem en vaak nog een paar minder belangrijke stemmen. Het lijkt of al die stemmen, hoe stoer de verteller ook is, zachtjes uit een armoedige en gewelddadige achtergrond los komen. Je moet luisteren anders hoor je het niet eens. Goed- en rotzakken (vaak beide in een persoon en in ieder geval zonder hard oordeel in de tekst) leven in het harde, kale, vlakke of juist bergachtige hoogland van Mexico. Van het jongetje dat aan de put zit om kikkers die de kop op steken dood te meppen, tot de handlanger van een bendeleider die het voortdurend aan de stok heeft met het leger en alles daar tussenin en omheen.
Ja het regent weinig. Zo weinig of bijna niet, dat de aarde, die al kurkdroog is en verschrompeld als een oud stuk huid, vol zit met scheuren en barsten en met wat ze daar «regendrollen» noemen, wat niet anders zijn dan kluiten aarde die hard zijn geworden als puntige stenen, die in je voeten priemen als je loopt, net alsof daar zelfs uit de grond doorns groeien. Zo lijkt het.”
Daar in dat landschap lopen negen vrouwen naar de leerling van een religieuze oplichter om hem te vragen een pleidooi voor zijn meester te houden om die heilig verklaard te krijgen. Daar ontstaat tijdens het bezoek van de gouverneur aan een door een aardbeving getroffen dorp een woeste caféruzie, binnen en op straat. Over die gronden probeert een misdadiger tevergeefs te ontsnappen. In dat landschap wordt een stadje geteisterd door rovers en trekken revolutionairen en bendes rond, zoals die van Pedro Zamora (die werkelijk heeft geleefd). Het ergst van al is Luvino, het trieste stadje in de Sierra Juárez, waar het leven door het klimaat uitgeperst wordt. Het boek eindigt met het zielloze lichaam van een vader over het zadel van de zoon. De vertaler schrijft echter in het nawoord: “Rulfo's verhalen zijn niet zozeer wreed als dat ze de wreedheid van het leven weerspiegelen.” Vrolijk is het allerminst.

Het is wel een les in luisteren naar de minder bedeelden van rond 1917 in de Centraal-Mexicaanse staten Michoacán, Oaxaca, en Durango, maar vooral Jalisco waar de schrijver geboren is. Het kostte me wel eens moeite om de vertellers niet gewoon te laten praten – de schrijver dringt ze niet op – en zelf ergens anders heen te mijmeren, maar met enige concentratie lukte het toch ze te horen en het was de inspanning meer dan waard.

Ik lees met moeite, maar wel graag. Het voordeel van een boek is dat als je er in zit dat relatief lang duurt. Dat maakt het makkelijker leesbaar dan losse artikelen. Vanaf 31 januari 2018, op de laatste dag van de maand, zet ik kort (het moet het lezen zelf niet in de weg staan) op een rijtje wat ik las. Want ook bij het onthouden kan ik wel wat steun gebruiken.

5 opmerkingen:

Keest zei

Op de website van Katsiaficas is veel informatie over de opstand te vinden (in het Engels en Koreaans). Hij is er als opstandsdeskundige diep ingedoken https://www.eroseffect.com/articles/articles.html

martin zei

Keest bedankt. Deze bijvoorbeeld. Nog steeds komen nieuwe zaken boven. Ik heb dat in de bespreking verwerkt door de Amerikaanse helikopters die werden ingezet te noemen, maar Gwangju en nog niet vrijgegeven informatie werd vorige week nog in het Koreaanse parlement besproken. hier

Ron Roelandt zei

Dank voor de recensies, Martin. Ik zet Han Kang op mijn lijstje.

Ron Roelandt zei

"Vegetariër" was mijn eerste kennismaking met haar. Indringend. Ik las ook "Wit", kan ik je aanraden.

martin zei

Het was mijn tweede boek van haar. Ook in de Vegetariër had ze dringend een verhaal te vertellen. Ik hou haar ook op mijn lijstje. (Opnieuw gepost met een verbetering.)