In een grijs verleden
zat ik met mijn neus gebogen over de NATO 16 Nations (het zijn er nu
decennia later bijna twee maal zoveel, nl. 30) of over the
International Defense Review (Brits maar defense met de s
om de Noord-Amerikaanse markt te bestrijken), Armex en nog zo wat
militaire tijdschriften. Je peurde daar informatie uit. Niks
internet, geen big data en zelfs nog geen computer (die kwam
voor mij een paar jaar later en werd gekocht op de PC-dumpdagen in de
RAI).
Door het zoeken, graven en spitten kon het lijken dat de
feiten belangrijker waren dan de werkstukken die eruit volgden.
Hoewel ook toen feiten meningen illustreerden, onderbouwden of juist
onderuit haalden. Momenteel moet je niet graven, maar uitkijken dat
je niet teveel zoekt naar wat je wilt horen, want er is zoveel
informatie dat er eigenlijk altijd wel iets is dat eigen gedachte
onderschrijft. Zoeken naar bronnen die dat niet doen lijkt dan juist
het devies.
Deze week keek ik de BBC-serie Once Upon a Time
in Iraq uit. Een serie van vijf hoofdstukken over het land en de
oorlogen op de meest simpele manier: pratende hoofden en beelden als
illustratie van hun woorden. Het snijdt niettemin wel door de ziel
vanwege de gore ellende die ervan (door Irakezen, terroristen van
buiten en Westen) gemaakt is, maar ook door de kale angst en de
dapperheid van enkelingen. Volgende
week (29/9) is op het Belgische Canvas nog het 5e deel te zien.
***
Maandag borrelde
de woede weer bij me op. Een man bij de kassa van de supermarkt stond
zo'n beetje op mijn hielen en in mijn nek te hijgen. “Het
overkomt mij ook dagelijks dat mensen er geen rekening mee houden,”
voerde hij als verdediging aan, zonder een “sorry” dat zo
wonderlijk werkt als een dovende lap. Ooit vergeleek ik mijn woede
met de lava uit een vulkaan.
Ze is er vaker en vooral in de zomer. Beheersing is de wens, maar het
deksel is soms kwijt. Door te
fietsen vind ik het weer terug.
Het bleek een vrouw die zich in de
jaren zestig inzette voor de verbetering van de positie van vrouwen
en zwarten in de Verenigde Staten. Ze kreeg daar pas laat erkenning
voor.
Het is geschreven voor the Kitchen House Blend
ensemble, de huis band van het New Yorkse huis voor kunsten. Het is
ook gewoon wonderschone muziek, maar daarover valt van mening te
verschillen.
Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand,
neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later
vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik
hier. Steeds vaker schrijf ik mijn tekst (gedeeltelijk) al voor die tocht en voeg er achteraf nog wat zinnen en/of gedachten aan toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten