zaterdag 17 oktober 2020

Preistampot

Voor vertrek klinken woorden over golven die uit zee aanstormen, over brede stranden komen en nooit een korrel zand verdringen. Onderweg zie ik een strand dat juist steeds breder wordt en waarheen over de vrije weg van de zee nieuw zand wordt gebracht. Het oude zand raakt steeds verder van de branding. Op dat uitdijende strand spelen kinderen met opa's tijdens de herfstvakantie aan zee.




In de duinen bloeit nog geel en wit, maar die kleuren zijn er alleen als het vriest niet meer. Er is ook het paars van het slangenkruid en roze van zeep- en duizendguldenkruid. Rond een duinplas staat een onbekend bloempje. De enige reden dat ik het zie is het even afstappen en met mijn neus gebogen naar de grond kijken wat in het krakende gewas verborgen is.

Veldgentiaan.



 

 


Als ruigte plaats maakt voor landbouw, is daar wat wel haast de koolschuur van de wereld moet zijn. Een trekker met een kar en mannen die de afsneden ronde rode en witte kolen oprapen, netjes optassen in enorme kratten die elders de koeling ingaan. Stroet heet een gehucht langs de weg, ergens tussen Tuitjenhorn en Tjallewal.



Het is een stap weg van de wereld waar iemand zingt:

Stil maar jochie
Huil maar niet,

Leg je hoofd te ruste – slaap zacht.
In je dromen zul je draven

En een blik weg van het TV-scherm waar konikpaarden vanwege klimaatverandering door hun hoeven zakken en het strand niet uit liefde voor de korrels, maar uit bittere noodzaak wordt verbreed. Thuis staat er een pan met preistampot. Alles gaat op. Maar hoe dat mooie roze bloemetje heet weet ik nog steeds niet.














Geen opmerkingen: