Bewaard onder 021020_doodsbloem.jpg. |
Gisteren reed ik weer mijn corona-rondje. Het stilste stuk was stiller dan vrijwel alle andere keren. In het rondje zat wel weer een kleine aanpassing. Ik volgde de Hanzelijn vanaf Dronten, een fietspad langs struweel en bosjes. Het wemelde er van de koolwitjes. Het is een vlinder die al snel tevreden is; met 15 ยบC en een paardenbloem hier en daar neemt de witte fladderaar al genoegen. (Overigens zag ik nog meer, waarvan ik de citroenvlinder herkende.)
Uit het beboste gebied weer op de dijk, zie ik vier mannen met kijkers naar vogels in het Vossemeer te turen. Aan een van hen vraag ik of hij al iets moois heeft gezien. “Er is zoveel moois te zien; alles is mooi,” geeft hij het meest wijze antwoord mogelijk en hij begint met een opsomming die eindigt met opvliegende zwermen spreeuwen. Om dan zelf maar 'te kijken' maak ik een foto van de slijkplaat waar de lenzen op gericht zijn. De wulp die ik al hoorde staat er in grote getale.
Naast de meidoorn in het Knarbos waar ik waterde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten