Het bewuste exemplaar gaat al een leven lang mee en stamt uit het bezit van zijn vader Cornelis. Hij is gemaakt van glas, messing, bakeliet, en zwart leer. Deze materialen geven de verderkijker zijn eigen geur, zo constateerde zoon Kees. Hij zou ook geelkoper bevatten. Maar heet dat niet ook messing en is dat dan niet dubbelop? In mijn eigen ouderlijk huis hingen nogal wat scheepsattributen van koper én messing, vandaar dat ik erover struikel. Die val brengt me ook dichterbij de achtergrond van het optische apparaat van Van Kooten, maar dat weet ik pas op de laatste pagina.
Het boek bevat niet alleen een verhaal, maar zoals de ondertitel al luidt ook een Literagenda 2013-2014. Dat is een memokalender ingevuld met literaire activiteiten door het hele land. Het kan gaan om voorleesdagen, een bijeekomst met schrijvers, prijsuitreikingen, maar ook sterfgevallen van auteurs zijn er in opgenomen. Er komen er nogal wat voorbij. Op 4 maart 1999 overleed bijvoorbeeld Karel van 't Reve.
Boven die kalender staan handgeschreven opmerkingen in de witrand, vooral over welke clichés je maar beter kan vermijden. Op pagina's 22 en 23 bijvoorbeeld:
Zeggen nog schrijven dat eskimo's wel honderd woorden voor sneeuw kennen. Zeggen noch schrijven dat het doel van de reis niet de bestemming is maar de weg erheen (Overigens vraag ik me af sinds wanneer we het doorgaans over Inuit hebben die vroeger bij hun scheldnaam werden benoemd, alsof het gewoon was. In de internationale pers bereikte de discussie hierover in 2021 zijn hoogtepunt.) Of er staat een kwinkslag, zoals:
liever een vogelkijker dan een vliegtuigspotter.
Je leest zo eigenlijk drie werkjes in een. En dan heb ik zelf – en dat wist ik niet eens zeker, voordat ik het opzocht – ook nog ergens een een inmiddels verdwenen telefoonnummer in de kantlijn geschreven.
Het boek plaatst zich in de tijd. Niet
door zoiets als het begin van de tweede regeringstermijn van Barack
Obama, de Franse oorlog in Mali of zelfs niet door het vermelden van
de presentatie van de eerste kweekhamburger, maar door op te merken
wat voor een schrijver een veel algemener belang heeft namelijk de
aanwezigheid van Google en Wikipedia die het niet langer mogelijk
maken dat een schrijver er maar wat op los fabuleert. Alles van enig
belang is immers meteen na te trekken. Vroeger kon je ook vinden waar
Annie M.G. Schmidt woonde, maar niet in een vloek en een zucht precies wanneer waar.
Het
zijn de vele kleine en grote gedachten, associaties en vergezichten die het
boek zijn karakter geven. Zo stelt de schrijver dat hij niets heeft
met het omgaan met jongeren om zo zelf jong te blijven (een thema dat
ook in het geschenk van het jaar erop een rol zou spelen). Om je zelf
jong te blijven voelen kan je je beter met ouderen omringen,
luisteren naar hun klagen en verhalen over kwalen: “Hoe langer
ik naar ze luister, des te jonger ik me voel,” stelt
van Kooten. In een halve pagina komen de oorlogsboeken en films
voorbij die hij heeft gelezen en gezien. Van De Aanslag,
via Catch 22 en De
lotgevallen van de brave soldaat Švejk tot aan de film Stalag 17 en
nog een paar andere boeken en films. Het is niet veel, maar veel meer
van dergelijke verhalen wil hij niet.
Uiteindelijk
wordt de kwestie verrekijker opgelost, bijna alsof het om
een moord in een detective gaat. Een oude dame onthult ook hier. Maar
voor we daar zijn, gaat het langs een heleboel zijstraten,
zoals een commentaar op de oorlogszuchtige naam van een bom, de
zogenaamde Daisy Cutter (er zijn helemaal geen madeliefjes in Vietnam
en Afghanistan, merkt van Kooten op) of een visie op de
vensterbankuitstallingen. Het is een Van Kooten zoals we Van Kooten kennen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten