donderdag 11 april 2024

Het kleine geschenk




Het kleine geschenk is het boekenweekgeschenk van 1946. Het is de eerste uitgave onder de hoede van de Commissie voor de Propaganda van het Nederlandse Boek, waarin de Boekenweek commissie zijn naam veranderde.

De 32 pagina's zijn verdeeld in vijf hoofdstukken en een ten geleide. De schrijvers zijn D.M.R. Radermacher Schorer, Insider (ps.), D.A.M. Binnendijk, Dirk van Gelder, en G.H. 's- Gravesande. Het werk doet zijn naam eer aan. Het is door papierschaarste na de oorlog het kleinste boekenweekgeschenk van allen en door de aandacht voor het boek ook een stimulans boeken te kopen. Sterker nog het sluitaf met een pleidooi om een eigen (kleine) bibliotheek in te richten.

In de Inleiding hangt jonkheer René Radermacher de realist uit. De aandacht voor het lezen en het boek dat in de oorlog groeide moet op waarde geschat worden; het was eerder verstrooiing dan binnenwaarts gericht, zo meent hij. Hij hoopt voor hen die er afleiding in zochten dat het boek aan waarde heeft gewonnen en ook voor inwendige verdieping heeft gezorgd, zodat de liefde blijft. De zwartkijker was er niet van overtuigd. Maar het boek verkoopt ondanks alle keren dat het einde ervan voorspeld wordt nog steeds en steeds beter; ook in de huidige tijd (met een piek tussen 2006 en 2012).

Insider (een pseudoniem als een brandkast) schreef over het bibliofiele boek. En wie duikt daar weer op? Het is J. Greshoff, die zich keerde tegen de visie zoals verwoord door uitgever Tersteeg in het eerste geschenk van 1930. Hier wordt hij als het toppunt van een boekenliefhebber opgevoerd, een die zelfs kan houden van een boek in een taal die hij niet kon lezen, alleen al vanwege de mooie uitvoering. Greshoff wordt geplaatst als tegenhanger van Jozeph Israëls die de gelezen bladzijden uit zijn boeken scheurde en op de wind liet wegfladderen.

Het hoofdstukje over de bibliofiele uitgave valt uiteen in twee delen. Het eerste behandelt wat een boek tot een bibliofiele uitgave maakt, terwijl het tweede de waarde ervan voor zijn bezitter als onderwerp heeft. Volgens Dick Binnendijk gaat het in de eerste plaats om de inhoud en pas in de tweede om de vorm, maar toch is een zorgvuldig uitgeven boek geen snobisme; een mooie tekst heeft recht op een mooi verzorgde druk.
“Van wie ik liefheb verwacht ik eenvoud, maar met vorstelijken trots en voorname gratie,” zo schreef hij. Een gewone paperback koop of vind je opnieuw, een bijzondere uitgave vervang je niet zomaar, weet ik inderdaad uit ervaring.

Als het dan toch over het boek gaat en zijn plaats in het leven, dan kan er ook wel een hoofdstukje over het exlibris bij, heeft de redactie blijkbaar gedacht. Het is een tekst waarin graficus en tekenaar Dirk van Gelder pleit voor eenvoud en passende omvang en geen kopergravure ets of ltho, maar houtgravure als druktechniek.

Het geld dat uitgespaard wordt door minder te roken en drinken kan opgespaard worden voor boeken. Je kan beter een boek kado vragen dan sokken of zelfs om een boekenkast vragen. En als je geen boekenkast kreeg, hebt of kan betalen, dan zijn planken langs de muur ook mooi; “geen mooier behang Kunt U zich denken,” stelt G.H. 's-Gravesande, (pseudoniem van Goverdus Henricus Pannekoek). Hij heeft ook voorstellen hoe kast of planken in te ruimen. Deze criticus had overigens een prachtig exlibris (zie hier naast).

Het is een leuk boekje over de liefde onder heren voor en om het boek. Hoofdzaak is dat de lezer een boekerij vormt, zo luidt de laatste zin van het laatste hoofdstuk. Dat komt ook de uitgever
ten goede. Dat zijn de leden van De Vereeniging ten bevordering van de belangen des boekhandels. Het is nog steeds plezierig te lezen reclame ruim een halve eeuw na verschijnen en meer dan verstrooiing, het laat je weer even over het boek denken. Het geschenk is daarmee meer dan alleen een verzamelobject.

Het boekje is in zijn geheel te lezen in verschillende tekst formaten op de site van De Nederlandse Bibiotheek der Letteren, DNBL.

Geen opmerkingen: