Pigeon feathers and other stories
van John
Updike las ik als herdruk naar het origineel van een eerdere uitgave, inclusief de
advertenties die daar instonden. Die Alfred A. Knopf uitgave is voor
het eerst uitgegeven in 1962, drie jaar nadat de eerste versie van het boek verscheen.
Updike
was destijds een opkomend schrijver die indruk maakte met Run
Rabit Run over een verveelde basketbalspeler. Voor dat boek
is in deze versie van de halenbundel een advertentie opgenomen (zie
illustratie).
De 19 verhalen uit Pigeon
feathers...
maken indruk doordat je door de ogen van de schrijver de samenleving
van de Verenigde Staten van de jaren vijftig instapt. De verhalen
zijn autobiografisch van karakter en volgen een een paar maal
eenzelfde stramien. Het verhuizen van een stadje naar boerderij bij
een dorp is er er daarvan een. In een andere verhaallijn komt een
gezin met baby terug uit Engeland naar Pennsylvania in de Verenigde Staten. De verhalen spelen
grotendeels op
het platteland. Hooguit zijn er familiebezoeken aan Boston of zijn er
jongeren uit de dorpse wereld die uitgaan in
Philadelphia.
Opvallend is dat er regelmatig verwijzingen
zijn naar Nederland, zoals in Dutch Walk, Dutch Door, lopen op de
kinderlijke Nederlandse manier die de gewoonte is van vrouwen in het
betreffende district, en zelfs een beschrijving van een Dutch
person
waarmee de vader van de hoofdpersoon in het verhaal Home
moeilijkheden krijgt, omdat die 'Nederlander' vindt dat hij door hem onheus
wordt behandeld in het verkeer. Het is een dwaze, botte hork van
eerste orde en hij spuwt een taaltje dat nauwelijks te verstaan is.
Het blijkt een persoon uit de immigrantengroep die vanaf eind-17e tot
in de 18e eeuw uit het zuiden van Duitsland, het oosten van Frankrijk
(Elzas en Lotharingen) en Zwitserland kwam en zich vestigde in de staten Pennsylvania, Maryland, Virginia en Noord Carolina. Ze spreken een taal die Pennsylvania-Duits
of Pennsilvaans wordt genoemd en in het Engels ook wel wordt
aangeduid met Pennsylvania Dutch
waardoor de verwarring ontstaat dat dit iets met Nederland te maken
heeft. De voorouders van John Updike kwamen overigens wél
uit Nederland. De naam Updike komt van de Nederlandse familienaam:
Op de Dijk.
Het titel verhaal Pigeon Feathers is veruit het
langste. Het beschrijft een gezin dat is verhuisd vanuit de stad naar
een boerderij. De
vader vindt het verkassen naar het platteland maar niets en is het
ook niet met zijn vrouw eens dat landbouw op een organische manier
zou moeten. Hij vindt dat terugkeren naar de prehistorie. Kunstmest
en pesticiden zijn de vooruitgang. Zelfs het middel DDT wordt in die
positieve context genoemd. (Het werd in Nederland in 1973 verboden
vanwege de schadelijkheid voor de natuur en zo kwamen daarna bijvoorbeeld de
ooievaars weer terug).
David, de zoon, vraagt zich af of God
wel bestaat en waar de hemel is, van beide ziet hij immers niets. De
hemel is in het mooie wat iemand als Jefferson achterliet, zegt de
predikant tijdens de catechisatie. Natie en geloof in een adem, het is tot op vandaag een mankemen in het sociale weefsel van de States. David vond het destijds al een dooddoener van bedenkelijk allooi. Uiteindelijk ziet hij God - ook eigenaardig - wel terug in de veren van de door hem doodgeschoten duiven.
Het aan elkaar knopen van verschillende belevenissen tot een enkel verhaal komt verschillende keren in de bundel
voor. In sommige verhalen bevatten zelfs de titels ieder bouwsteeentje, zoals in het laatste Packed
dirt, churchgoing, a dying cat, a traded car.
De aangestampte looproutes leiden er naar gewoontes tijdens het
opgroeien (samen naar de kerk) en van de – inmiddels herkenbare –
vader die met een hartkwaal in het ziekenhuis is opgenomen en zich zorgen maakt om zijn auto.
In het eerste verhaal Walter
Briggs
speelt een stel in de auto een spel door zoveel mogelijk kenmerken van personen die
ze eerder ontmoeten uit het geheugen gevist op te noemen. Het brengt de man en vrouw dichter
bijelkaar, hoewel er ook oud zeer opduikt.
Heel
nauwkeurig worden situaties uitgewerkt. Het is bijvoorbeeld mooi om
te zien hoe een jongen op de kermis wordt geholpen door een
kermisklant, zodat hij niet al zijn geld verliest aan het rad van
avontuur. Er zijn ook de drie meiden die in badkleding en op blote
voeten naar de A&P
supermarkt komen en daar door de bedrijfsleider vermanend worden
toegesproken, wat bij hen tot een blos van schaamte leidt en dat weer tot verontwaardiging bij een jonge medewerker van
de supermarkt die vindt dat het nodeloos grievend is om hen in verlegenheid te
brengen. Hij hangt daarom zijn supermarktkledij aan de wilgen en vertrekt.
Er
is een vader die een verhaaltje aan zijn dochter vertelt dat haar wil
leren zichzelf niet te verloochenen ook als dat gemakkelijker lijkt.
Het is heel klein, heel eenvoudig, maar ook precies en waardevol.
Elders een neerbuigende opmerking naar gekleurde mensen in het
verhaal de Doctor's
wife;
zwarte levens deden er ook toen al toe, al was dat ook toen niet voor iedereen duidelijk. In
the crow in the woods blijkt dat het buitengewone door sommige mensen wordt gemist en ze als
vanzelfsprekend door gaan met en naar het gewone.
Het is
interessant om de verhalen over een
land waar geen ontkomen aan is, maar dat intussen net als andere
landen flink veranderd is bijvoorbeeld door de nieuwe technologieën
en de invloed die deze hebben op tijd en ruimte. Bovendien is het prettig over het land te lezen zonder de opdringerige beeldvorming die vanuit de Verenigde Staten van Amerika over de wereld wordt uitgetort. Het gaat over een land met mensen, minderheden en alledaagse zaken. Het kleurt mijn beeld bij. Toch zijn er veel
boeken die ik met meer plezier heb gelezen dan deze portretjes over het inmiddels verdwenen – en veel intiemer overkomende dan het huidige – leven van alle dag in de Verenigde Staten van zo'n
zeventig jaar geleden.




Geen opmerkingen:
Een reactie posten