Op de pont moppervraagt een man:
“wanneer wordt het nu eens lente. Ik
ben er klaar mee.” Een enorme bui met veel regen en wind is net
Nederland binnen getrokken.
“Het is begonnen in september toen Ajax
tegen PSV speelde,” voegt hij toe. Even wilde ik over de wedstrijd van
de dag ervoor beginnen. De Godenzonen uit Amsterdam konden het hoofd
niet koel houden en de brille (om een voetbalwoord te gebruiken) ontbrak
ook nog eens.
In plaats daarvan vroeg ik:
“Hoeveel werd het?”
De man antwoordde met een grafstem: “1-1.” Meer was niet nodig en het slechte weer was verklaard.
Zelf had ik op de fiets genoten van de bosanemonen, de gele kornoelje,
sneeuwroem etc. en ik zag een meerkoetje met snavel vol takjes om een
nest te bouwen. De eerlijkheid gebied te zeggen dat de wilde zwanen –
wintergasten – nog steeds in de duinen waren.
Eigenlijk dacht ik
in het zadel over belangrijke en onbelangrijke problemen. Er is altijd
een groter probleem dan dat waar jij op bent gestuit. Dat relativeert.
Maar de vergelijking tussen een groot probleem en een kleiner probleem
in de eigen kring, het eigen leven, laat toch zien dat kleine problemen
groter worden als ze dichterbij zijn. Niets bijzonders eigenlijk, het
perspectief in een foto of schilderij doet meestal niet anders.
2 opmerkingen:
Moppervragen. Wat een heerlijke binnenkomer.
Met plezier bedacht dat woord.
Een reactie posten