Hij schreef eerder al verhalen, zoals Hij voltrok het vonnis met een spons, dat eind 2007 de derde prijs in de Trouw Schrijfwedstrijd won. Een jaar later werd zijn Ik lust geeneens mandarijnen zelfs gekozen als winnend verhaal: “Vanwege zijn subtiele humor, zijn mooie stijl en het overtuigende puberperspectief.” Terra Alta werd in 2008 gekozen als beste Zomerverhaal door de Volkskrant. Later won hij de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd in 2009 met het gedicht Misbruik (het werd geslecteerd uit bijna 16.000 gedichten).
Misbruik
Met de pen roer ik mijn koffie
met de schaar krab ik mijn kop
met een mouw veeg ik mijn snot weg
dweil met mijn sok een melkvlek op
Mijn nagel drukt in ’t tafelblad
een diepe kloof groeit daar gestaag
woorden weeg ik met het vreten
dat retour komt uit mijn maag
Met mijn tanden bijt ik splinters
uit de poten van mijn stoel
uit mijn tenen vloek ik psalmen
tot ik er niets meer bij voel
Zelfhaat weeg ik bij het opstaan
in jouw levenloze blik
woede meet ik met mijn knokkels
en mijn schaamte met mijn pik
Licht verpulver ik met vuurwerk
herrie met een spijkerboor
waanzin smoor ik in mijn verzen
waar zijn die dingen anders voor?
Dat Van der Werf voor mij een onbekende
schrijver is dat ligt echt aan mijzelf. Zijn vroege werk wijst sterk
vooruit naar het geschenk voor 2025. Hij had zijn eigen klankkleur al vanaf het begin. In Terra Nova loopt een motor
met pech vast in Lapland (ook met een verwijzing naar Nooit
meer slapen van Hermans). In het geschenk gaan twee broers en een zus in een rode, lelijke Golf uit
het jaar nul, op een krater af waar 15 miljoen
jaar geleden een meteoriet is ingeslagen.
Voor 2007 en vanaf 1996, duikt Van der Werf regelmatig op in de pers, maar dan als musicoloog en componist.
Een ingezonden brief in Trouw van 18 juli 2007 lijkt een toevallig
scharnierpunt. Die brief sluit af met de woorden: “(...) Wilders moet alom bestreden worden. Bestrijden is iets anders dan je afkeuring uitspreken! Het is
ongehoord, ontoelaatbaar, en in mijn geval - als docent tussen
christenen, moslims, hindoes en atheïsten - ronduit beschamend dat
in Nederland dit wordt aanvaard als een normale politieke stroming.”
De schrijver blijkt een man midden in de samenleving met het klaslokaal en
reisavonturen als natuurlijke omgeving. Uit die werelden komen ook de al
genoemde verhalen en vervolgens boeken.
On the road met broers en zus. Het tovert een verhaal tevoorschijn over botsende liefde tussen drie verschillende personen die opgroeiden in een gezin waar de vader bewust onder een trein is gelopen, en de nieuwe vriend van de moeder een weinig gewaardeerde Joepiedepoepie is. Ondertussen komen terloops langs: gender identiteiten, seksuele voorkeuren, puberaal gedrag, de werkelijkheid naar je hand zetten, depressie, autisme, blowen, en hobby's die net over het randje zijn, zoals het verzamelen (= afschroeven) van verkeersborden. De borden die in Duitsland in de kofferbak worden gelegd zijn grappige vondsten: Frauenparkplatz en een parkeerbord voor politiewagens. Bij het eerste zegt Johnny dat het iets is voor het hoofdeinde van zijn bed. Het geeft een beetje zijn type branie humor weer. De jongste, wat flauw, Benjamin, heeft last van depressie. Zus Eden organiseert de tocht om hem en stiekem ook zichzelf te helpen.
Makkelijk is het leven voor de drie niet, maar ze zoeken juist door en tijdens deze trip naar verluchtiging ervan, om uiteindelijk te concluderen dat we vrijwel niets zijn in het heelal, zelfs niet als de hele blauwe aarde bij elkaar wordt gepakt, maar toch dat als de een zich door persoonlijke problemen en narigheid slaat dat de ander kan motiveren het ook te doen. Het klinkt als een bruikbare les.
Het geschenk begint meteen al met korte en krachtige zinnen, zonder opsmuk. Sterker nog, met het tegenovergestelde van tierelantijnen; als er niets aan is, dan is het ronduit 'kut'. Je leest ook bijna de Nederlandstalige hiphop in de zinnen: “Ik ben Eden/geef mij een zak chips/en ik ben al dik tevreden/” (schuine strepen toegevoegd, MB). Maar het koste me juist door die jongerentaal moeite om in het verhaal te komen. Als op de vijfde tekstpagina al populair is geschreven: “Lang verhaal kort,” met daarna een samenvatting van het voorgaande, komt de vraag op wat zo'n novelle voorstelt die de lezer kennelijk na een beetje tekst al moet vertellen wat hij las. Maar het is niet de schrijver die aan het woord is. Nee het is zus Eden, die ook wel broer wordt genoemd, omdat ze zo op een jongen lijkt. Het is haar taal en daarmee is ze de enige niet; je komt deze frase ook in het wild te pas en te onpas tegen. Het kost me nog vele pagina's om me bij die taal neer te leggen, maar de schrijver wint het uiteindelijk wel van mijn ongemak. Ik ga in zijn vertolking mee.
In een bespreking worden de overeenkomsten met Tsjik van Wolfgang Herrndorf genoemd:
“Ook dit boek verhaalt over een road trip die (in dit geval twee) pubers maken in een oude auto... Ook door Duitsland, uiteraard. Op enig moment voegt zich een meisje bij hen, en dan is de constellatie hetzelfde als in ‘De krater’. Ook hier is het een probleem om aan benzine te komen. Ook hier krijgen ze moeilijkheden met de Polizei. En ook in ‘Tsjik’ gaat het op een gegeven moment over de kosmos, over het heelal en over leven op andere planeten, als de karakters naar de sterren kijken en daarover fantaseren. En vooral: in het boek komt ook een scène voor met een krater en een kraterrand: een maanlandschap met allemaal kraters (weliswaar gevormd door een bruinkoolmijn, maar toch…).”Het ligt voor de hand om aan dat boek te denken (ik besprak Tsjik hier), maar in road trips krijgt men vrijwel altijd met de politie te maken en veel meer smaken dat België, Frankrijk en Duitsland zijn er vanuit Nederland niet en je kan ook voor twee vrouwen kiezen, wat beatniks, of een paar schurken, maar dan zouden andere vergelijkingen bovendrijven. Dat een schoolmeester jongeren koos voor zijn verhaal. Vreemd? Niet echt.
En
ook in Zomer (hier),
een van de vier seizoenenboeken van Ali Smith, zit een jongen die
geobsedeerd is door tijd en ruimte. Ook dat komt veel voor en opent
bovendien voor een schrijver veel mogelijkheden voor beeldspraak. In
het geschenk is de na de inslag weer dicht gegroeide krater een mooie
en overduidelijke verwijzing naar de vader die verdween. De materie
verdampte tijdens de klap.
![]() |
Uitgave in het Fries. |
Eden luisterde ernaar. Broer Benjamin zocht blijkbaar al eerder naar de exacte schrijfwijze. Voor de oudste, Johnny, hoeft het allemaal niet. 'No shit,' zegt hij als hij hoort wat het betekent. Ze hebben er alle drie iets anders mee. Ze verschillen hoe dan ook, maar zijn wel samen op pad. Het is hiermee niet alleen een verhaal voor jongeren, zoals sommigen menen. Ook ouderen moeten nog soortgelijke stappen zetten om volwassen te worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten