zaterdag 19 oktober 2024

Greek lessons

Greek Lessons van Han Kang is een boek waarin twee personen met een handicap het verhaal maken. De een, een leraar Oud-Grieks, kan nauwelijks zien. Het is een erfelijke aandoening; zijn vader en zijn opa hadden het ook. Hij leert om zich staande te houden teksten uit zijn hoofd en krijt met zijn ogen bijna tegen het schoolbord om te zien wat hij er op schrijft. Zijn zus probeerde zich in zijn situatie te verplaatsen door een plastic zak voor haar ogen te houden. Ze ziet dan nog wel de contouren van de meubels en kleuren en vlekken. Het was een geruststelling voor haar. Haar moeder is te rechtlijnig in haar denken en ziet dat niet en keurt het gedrag af. De leraar zelf vergat zijn vader te vragen naar het leven met deze ernstige kwaal.

De andere hoofdpersoon, de leerlinge en tot voor kort docente literatuur, kan niet meer spreken. De woorden zijn uiteen gevallen. Ze begon haar leven als een taalgevoelig kind. Al snel doorzag ze werking van de verschillende Koreaanse letters, alleen en in samenhang. Dat ze al vroeg getroffen werd door het woord (je ziet er een pagoda in, maar het betekent bos, woud) kan je zelfs als iemand die nauwelijks een idee heeft van het Koreaanse schrift begrijpen.

Even mooi, maar toch anders, is hoe παθείν en μαθείν op elkaar lijken. Het is Grieks voor respectievelijk lijden en leren. Dat past bij een thema in dit boek: het lijden dat dwingt te leren ermee om te gaan. Dat kan gaan om het al eerder genoemde uit je hoofd leren van teksten of de vaste routes die je moet volgen in huis en op straat, maar het kan ook betekenen zolang wandelen totdat je te moe bent om nog iets te merken en dan als een blok in slaap te vallen zonder in de nacht nog wakker te worden. Maar je kan leren totdat je een ons weegt, maar niet alles is te leren en begrijpen. Waarom verwoest een ontsteking het oog, vernield roest het ijzer, maar waarom sloopt een dwaze geest niet de menselijke ziel?
“Greek Lessons is een tedere liefdesbrief rond menselijke tederheid en verbinding, een roman om de zintuigen wakker te maken, en die levendig voortovert wat het betekent te leven,”
zo stelt de flaptekst met grootse woorden.
Taal is een belangrijk onderdeel van het boek. Het woord banmal wordt onvertaald gebruikt voor de woorden van een arts in het ziekenhuis. Het is informeel, of uit-de-hoogte (naar kinderen) Koreaans. Het staat tegenover het formele jondaemal. In het boek komen drie soorten schrift voor Grieks, Koreaans en wees niet bang voornamelijk het Latijnse. Zo'n ander schrift schept afstand en is intrigerend. Er wordt mee gespeeld en geknutseld. De vrouw die niet spreekt maakte al vroeg poëzie met letter pictogrammen: de a is een mannetje dat moe voorover buigt en het woord licht 光 een struik die naar de zon reikt. En zo zijn er nog wel meer van die naïeve kindergedichtjes. (Overigens schrijft ze in het boek ook vrijwel vanzelf een door het leven getekend gedicht in het Oud-Grieks.)

Het Oud-Grieks kent een reflectieve vorm die tussen de lijdende en actieve vorm instaat. Het is voor zowel leraar als leerlingen een taal uit een heel ander deel van de wereld en bovendien een dode taal. De vrouw koos voor Grieks, juist omdat het schrift zover bij haar vandaan stond, waren er lessen in het Birmaans of Sanskrit geweest – met een nog afwijkender schrift – dan had ze daarvoor gekozen om zo volledig naar eigen keus weer taal te verwerven. De leraar leerde doordat hij pas als late tiener in Duitsland kwam het Duits nooit vlekkeloos beheersen en was alleen goed in wiskunde en Oud-Grieks. Die taal had voor hem een aantrekkingskracht als veilige, rustige kamer, juist omdat het al zo lang een dode taal was.

Maar los van die talen is het ook een boek, met beschrijvingen en meningen. De opmerking dat de vrouw tijdens haar bezoek aan Zwitserland geen foto's maakte en dat ze de beelden opsloeg in haar hoofd, gecombineerd met de geluiden, geuren en het tastbare gevoel; sensaties die een camera niet vast kan leggen, maar haar oren, neus gezicht en handen wel; die opmerking is niet nieuw. Het is iets wat iedere fotograaf wel eens zal hebben bedacht, maar in dit boek past die constatering als een vakkundige houtverbinding of als een spatie tussen woorden. De verzuchting dat je in Europa altijd vriendelijk moet groeten en glimlachten of wordt gezien als een persoon goed in Aziatische vechtsport, los van de subtiele blikken die je buiten de samenleving plaatsen; ook van die scheve situatie raken we steeds meer doordrongen. De moeder van de leraar stopte met haar tanden voor een smile ontbloten, ze zei: “Dat ik niet glimlach betekent niet dat ik kwaad ben.” Ook niet nieuw, maar het wordt hier wel fijnbesnaard en van binnenuit beschreven. Daarnaast: het wemelt in het boek van de mooi uitgewerkte gedachten die je nog niet eerder las of bedacht.

De leraar Grieks heeft zijn halve leven in Duitsland gewoond. Hij is terug gegaan naar Seoel, tot grote zorg van moeder en zus die vrezen dat hij het met zijn slecht zicht niet zal redden. Het leven in twee werelden heeft hem een gespleten persoon gemaakt, toch net geen mens tussen twee culturen. Zijn zicht zal nog verslechteren en hij moet nu wel kiezen waar te wonen voordat dit niet meer mogelijk zou zijn. Hij voelde zich bij terugkeer meteen weer thuis in Korea. Zo is hij leraar Grieks geworden in de Koreaanse hoofdstad, en houdt zich staande. Als de leraar en leerlinge elkaar nader ontmoeten, dan praat hij tegen haar en vertelt de verhalen van zijn leven die we al eerder – sommige summier – in het boek tegenkwamen. Het lijkt een monoloog. Maar er is veel meer dan dat praten. Samen zitten ze in zijn sobere kleine kamer waar een gloeilamp hun schaduwen op het plafond tekent. Buiten tsjirpen de krekels, als een cesuur, een pauze, tussen zijn zinnen. Zij luistert en associeert naar haar eigen ervaringen en er is een grote intimiteit die van de pagina's zweeft.

Dat de vrouw niet praat kan je begrijpen door de dood van haar moeder en de strijd om de voogdij over haar zoon, een strijd die ze verloor. Die jonge zoon zat vol met van die fijne kinderlijke opmerkingen, die haar vrolijk maakten. Het is afgelopen. Een klap. De zin “Maar zo eenvoudig is het niet,” komt een paar keer terug. Er is veel meer wat haar de taal ontnam. Langzaam, heel langzaam, vaak op pagina's die veel meer wit bevatten dan letters, wordt dit ontrafeld. “Je bent gek,” spuwde een persoon, die haar man wel moest zijn, haar in het gezicht. “Tot nu toe heb ik een gek kreng voor mijn kind laten zorgen.” Ook die belediging vormde druppels (우 우 우) in de emmer die de spraak stopte. Eén reden was er niet.

Een mening is snel gegeven, maar reflectie betekent aandacht. “Luister je wel,” en het overwinnen van de angst om in de mist te verdwijnen. Het heeft wel iets humoristisch deze betrokkenheid duidelijk te maken, juist aan de hand van twee personages waarvan het zicht of de spraak niet goed of helemaal niet meer werkt. Het heeft ook iets bemoedigends te zien dat dit niet kansloos is.

Inderdaad werd de waarde van het kijken en luisteren in me wakker gemaakt tijdens het lezen, zoals die flaptekst al voorspelde. Inderdaad was het een teder liefdesverhaal. Haar aandachtig schrijven van antwoorden op vragen in de palm van zijn hand, gaf hem ruime zijn verhaal te doen. Als ze luistert laat ze door een subtiele verschuiving van haar voet merken dat ze er nog is, dat ze inderdaad luistert. Communicatie voor gevorderden.

Han Kang heeft een breed palet aan schrijverstalent en dit boek is daarvan een voorbeeld. In de week dat ik het lees, krijgt Kang de Nobelprijs voor literatuur. Dat betekent meer aandacht voor haar werk.* Haar boek uit 2021 (작별하지 않는다) Ik zeg geen vaarwel is eerder naar het Nederlands dan Engels (We Do Not Part) vertaald en pakt de Koreaanse geschiedenis weer op. Volgens vertaler Mattho Mandersloot is dit laatste boek “het verhaal van een genocide op het Koreaanse Jeju-eiland, waar in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog allerlei linkse groeperingen gevangen zaten. Het Zuid-Koreaanse leger heeft toen op bevel van de Amerikanen besloten die uit te roeien in een poging het communisme in te dammen.” Hij wil ook Greek Lessons wel naar het Nederlands vertalen. Dit intense poëtische proza dat de kwetsbaarheid van het menselijk leven en de mogelijkheden ervan blootlegt, verdient dat.

Noot:
* Human Acts en The White book besprak ik al eerder.
De Vegetariër
las ik voordat ik deze stukjes schreef.

Geen opmerkingen: