Tijdens mijn halfslaap
vraagt een bekende of hij mij mag gebruiken als voorbeeld om aan te
geven wat financiële onzekerheid met mensen doet. De vraag wordt
telefonisch gesteld. Toch zie ik hem voor me. Zijn vraag wordt
weifelend gesteld en dat zorgt ervoor dat ik op mijn hoede ben en
afwijzend.
Mijn positie heeft daar
niet mee te maken. Meer met afgewezen
zijn. Dat ik niet meer kan wat ik kon. Toch kan ik uiteindelijk ook niet ontkennen dat ik meer in zou willen brengen. Dat o.a. een tekort aan geld me een mislukkeling doet voelen. Toch wil ik niet voor een ander als voorbeeld dienen. Als ik voorbeeld moet zijn dan verwoord ik dat zelf wel.
zijn. Dat ik niet meer kan wat ik kon. Toch kan ik uiteindelijk ook niet ontkennen dat ik meer in zou willen brengen. Dat o.a. een tekort aan geld me een mislukkeling doet voelen. Toch wil ik niet voor een ander als voorbeeld dienen. Als ik voorbeeld moet zijn dan verwoord ik dat zelf wel.
In De Wandelaar
schrijft Adriaan van Dis: “Ik geloof in de mens die er per ongeluk
is en er het beste van probeert te maken.” Zelfs met regen is het
nog best te doen met onze kleine tentjes. Op naar een stevige
wandeling voor proviand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten