Het boekenweekgeschenk Gezinsverpakking, dat is geschreven door de Chabotten is gezellig, zo zegt de verkoopster van de boekhandel waar ik het kado krijg. Of ze dit als een aanbeveling bedoelt, weet ik niet. Het zou goed kunnen van niet.
Het is lang geleden dat ik Bart Chabot op televisie zag. Druk bewegend en snel sprekend. Zijn vrouw Yolande schrijft over hem tijdens een optreden. Hij “spuugde de eerste rijen onder. En wat ik verstond, begreep ik niet”. Wat in dit geschenk vooral opvalt is dat hij zijn kinderen bijbrengt anders te kijken. In het blauw van de lucht zien ze blauwe plekken; en de golven van de licht slapende zee zijn de ademhaling van de dood, zo noteert Bart zelf. De wereld kan mooier zijn als je hem met fantasie en verbeelding bekijkt (en soms ook niet). De dichter dicht niet, hij opent, zo laat zoon Sebastiaan zijn vader zeggen.
In het eerste, een halve pagina grote hoofdstuk, door debuterend schrijfster Yolanda Chabot, staan de zinnen: “Als je ouder wordt, verandert alles. Niets blijft.” Ze sluiten aan op het eerste langere hoofdstuk van de hond Bril*, geschreven door zoon Splinter, waarin het verlies van lichamelijke en zintuiglijke capaciteiten centraal staat. De
Omslag illustraties: Marlene Dumas. |
hond neemt de gezinsleden in zich zelf op om ze nog te kunnen zien als zijn zicht verdwenen zal zijn. Hij voelt dat hij het verliest van de tijd en dat hij in stukjes uiteen valt.
De aftakeling ligt als een deel van het leven over deze genoeglijke gezinsverpakking, van begin tot eind. Bart Chabot zegt tegen zijn zoon, als die hem vraagt mee te komen: “Wacht even, jong. Ik ben niet zo snel meer.” Storm stapt dan terug in zijn eigen leven, dat hij vergelijkt met dat van zijn ouders vroeger, en ziet dan in dezelfde denkbeweging ook zijn eigen leven later, als hij zo oud is als zij nu.
Het is ook een boek dat je in een spookkasteel in Frankrijk brengt. Of op vakantie naar Zweden in een blokhut aan een meer (zowel zoon Maurits als Storm schrijven erover) waar de malle familie verblijft. Je belandt op de begraafplaats Oud Eik en Duinen in de Den Haag, waar Louis Couperus in een potje verblijft. Bezoeken aan dode schrijvers op buitenlandse begraafplaatsen zijn iets van vroeger. Nu is er nog een zakdoek van Remco Campert in huis, voor één traan, staat erop en een kapot gevallen mobieltje van Martin Bril (waar de hond inderdaad naar is genoemd). Kees van Kooten wist in zijn geschenk (link nog dood) nog meer dode schrijvers in leven te houden, maar ook hier blijven ze in woorden leven. Uit datzelfde Haagse huis wordt wel Sinterklaas rustig – met het oog op de kinderen – de deur uitgewerkt, omdat hij en zijn Piet journalisten in vermomming zijn met een camera in een tas. Van het uitzenden van de gemaakte opnamen komt het door een aangespannen rechtszaak nooit.
Bij de Chabotten werd gegeten van de tafeltennistafel, gaan deuren niet open door ervoor staande meubels of in de weg liggende stapels boeken. Maar daarmee hebben we de grootste opgevoerde uitspattingen wel gehad. Het gezamenlijke werk past uitstekend binnen het thema van de boekenweek. Dat luidt: 'Bij ons in de familie'. Ze zijn een beetje apart, maar niet te. Het is niet meer een privéhel dan een warm bad, zoals aangetroffen wordt in de boeken die Ellen Deckwitz vindt over de familie.
Je kan zo'n nare situatie waarderen, omdat we dan “weten dat het altijd nog erger kan (…) waardoor de onze weer helemaal meevalt,” zo zegt de man waar Deckwitz haar stapeltje boeken heen brengt. Gezinsverpakking gaat over een gezin met zo nu en dan wat sjagrijn en wat afstand, maar vooral over een gemoedelijk en bij elkaar (inclusief de hond) betrokken verband, waar de moeder een volle baan als arts heeft en de rock-'n-roll langzaamaan uit de vader verdwijnt.
De ruzies tussen de zonen worden met briefjes op papier beslecht. Yolande geeft hen de opdracht te beschrijven waarom het misliep en wat hun rol in de onenigheid was. Met 'hij deed' neemt ze geen genoegen. 'Wat deed jij', is de leidende vraag. Geen wonder dat drie van de vier zonen schrijver zijn geworden. Het kan ook mooi zijn, in lichte tinten, met enig grijs en nauwelijks zwart over het familieleven schrijven. Niet alleen omdat het niet te zwaar en wel onderhoudend is, maar ook omdat we dan weten dat er altijd nog iets mooier kan, ook als het bijna goed is.
Op de achterkant staat een tekening van de de auteurs, de Chabotten, samengebracht tot een hoofd, alleen de hond ontbreekt, maar zijn hoofdstuk is dan ook, ja inderdaad in mooi roze en dat is niet verkeerd, met liefde geschreven door 'n zoon. In het boek zelf worden de grote mannen van het gezin kort neergezet door de uitspraak van een vriend die ze tegen kwam tijdens een optreden: “Allemachtig hier loopt tien meer Chabot”.
Het was inderdaad een gezellig boek, maar belangrijker, ook een pleidooi voor een verwonderde en enthousiaste gang door het leven. Zo'n aansporing lijkt luchtig, maar is niet altijd een lege luxe.
Noot:
* Al eerder speelde een hond een belangrijke rol in een boekenweekgeschenk. In Een schot in de lucht, door Anton Koolhaas uit 1962. Dat hele verhaal draait om de mislukte jachthond Dian.
2 opmerkingen:
Heb ik ook wel eens geprobeerd - op laten schrijven, kreeg toen een uitgebreide striptekening met tekstballonnetjes🙄
Assyke
Er zou zomaar een nieuw 'manga' genre uit kunnen groeien.
Een reactie posten