De vrucht van
de schande
van Sembène
Ousmane draait om een incestueuze zwangerschap in een kleine
traditionele dorpsgemeenschap waar eeuwen oude waarden en normen
hooggehouden worden en de mens er aan ondergeschikt is. Net als
veel andere boeken van de schrijver/regisseur is ook
dit (door de
man die wel de vader van de Afrikaanse cinema is genoemd)
oorspronkelijk een filmscript, in dit geval van
de korte film Niaye.
“Met
film, de taal der beelden op het witte doek, bereik je natuurlijk een
veel groter publiek in Afrika. Het medium film, geluid en beeld, is
een vervolg op de orale cultuur. Men hoort en ziet,”
merkte hij op in het Nawoord
bij Taaw; Een jeugd in Dakar.
Nergens hoopt zich de aarde opHet boek opent met een tekst opgedragen aan een oude overleden vriend en vervolgens een gedicht Bij de dood van Sarr Pathe waaruit blijkt dat die jeugdvriend is omgekomen in 1954 als militair in Franse dienst. Ousmane beweent dat Boca Mbar Sarr Pathe zonder graf verdwenen is en dat Afrika hem geen onderdak bood.
van je graf
De vrucht... is van 1966 en hoewel het herdenken van vroegere vrienden lief en mooi is, kan de vraag gesteld worden of een dergelijke opening de roman past. Het is immers twaalf jaar geleden dat Sarr Pathe omkwam.
Een antwoord op die vraag is de aanwezigheid van Tanor Ngoné Diob in de roman. Tanor is een mataglap veteraan, ook uit het Franse leger en de broer van het zwangere meisje. Tanor speelt – en daarmee ook de oude vriend – een rol in de zijlijn en kort voor het eind zelfs in het middelpunt naar de vermoedelijk trieste afloop en het open einde van het verhaal.
De roman opent met de stem van de schrijver die de kritiek op
zijn boek voor wil zijn. Hij vreest dat de reactie is dat je sommige
zaken niet moet willen vertellen, omdat dit het 'zwarte ras' (een raciale term die in 2025 niet meer gebruikt wordt, MB) te schande
zou maken. Hij brengt daar een retorische vraag tegenin: “wanneer
zullen we eens ophouden om ons gedrag niet te accepteren en goed te
keuren vanuit ons MENSELIJK IK, maar vanuit de kleur van de ander. Je
moet immers bepaalde dingen, feiten en gedragslijnen tot je door
laten dringen, om je te verdiepen in de mens. Niet alleen vanuit
intellectuele belangstelling, maar omdat alleen zo uit de oude,
verdoemde wereld, de zo lang verwachte, zo lang gedroomde nieuwe
wereld zal verrijzen.” En ook in dit boek van Ousmane speelt de vrouw bij die ontwikkeling een belangrijke rol.
De gebeurtenissen zijn gesitueerd in
Santhiu-Niaye, een gehucht in het golvende gebied dat Niaye heet en ligt tussen de weg van Dakar naar St Louis en de Atlantische Oceaan. Thiès
is de dichtst bij de nederzetting liggende grote stad om bijvoorbeeld
een priem te kopen. Pagina's lang wordt het desolate gebied
geschilderd, als hard, heet en leeg. Er was geen school, geen kliniek
en geen politiebureau. Een maal per jaar kwam de Europese
belastinginner langs. Maar het gebied werd ook getekend door de kleur
van het jonge gras en de zonsondergang die nooit verveeld. Er worden
mais, gierst, pinda's, maniokwortels en aardappelen verbouwd. De
bevolking is traditioneel en bid vijf maal per dag. Om dat te
onderstrepen worden de namen van de gebeden genoemd: zoals het tweede gebed yoryor, het derde toucasane, vierde
timis en
vijfde tisbar.
Tanor werd met trots door zijn vader het Franse leger
ingestuurd en vocht in Indochina en de Maghreb (Marokko en Algerije).
Hij leerde er te doden. Hij komt niet als man, maar als wrak weer thuis zo ziet de moeder. Ze was trots toen hij ging, maar krijgt een gek
terug. Vervloekt zij de oorlog, meent moeder Ngoné
vanuit de pijn die ze voelt.
In het kleine dorp is zijn
ongehuwde zus Khar Madiagua Diob zwanger. Allereerst krijgt Atoumane,
een landarbeider voor het natte seizoen, de schuld in de schoenen
geschoven; hoe hard hij ook ontkent. Het is alleen de schoenmaker, de griot, van lagere kaste maar met uitgesproken meningen, Déthyè Law, die hem gelooft, verdedigt en verborg voor hen die op hem
jaagden. De arbeider die een van de meest woeste gronden bouwrijp had
gemaakt, wordt niettemin uit de dorpsgemeenschap verjaagd en zijn
akker geconfisqueerd.
Maar haar vader is de vader, zo flapt Khar er opeens
uit.
Als lezer zit je onder de kapokboom bij de gesprekken,
het redetwisten en het spelen van yothé.
Het is een omgeving die aanspreekt, maar waarvan je tegelijk ook weet
dat die zover van je af staat dat het moeilijk zou zijn je er een
houding te geven. De Westerse lezer is hier een buitenstaander in een
wereld die erg van de zijne verschilt. Uit Taaw haalde ik een woord
dat ik kende door het Indonesisch voor arm mens. In De
vrucht....
is 'adda' omschreven 'als het stelsel van regels in het leven van
onze vaders. In Nederland vanuit Indonesië bekend als adat, dat
stamt van het Arabische adah
met dezelfde betekenis. De
aanwezigheid van dat bekende gewoonterecht, zorgt ervoor dat de
situatie dichterbij komt, maar tegelijkertijd ook verder weg komt te staan. Het is
meedogenloos om conservatief te bewaken wat was en is, ook als dat mensen kwetst. Hier is dat beschadigen letterlijk zo. Op iedere inbreuk “staat
de doodstraf, of verstoting uit de gemeenschap.” Niet
alleen de vader, ook zijn vrouw en dochter krijgen de schuld van het bezwangeren. En allen moeten de consequenties voelen.
Hoewel
vader Guibril Guedj Diob uit een goede adellijke familie stamt, wordt
hij uitgestoten uit de gemeenschap, zijn vrouw wilde nog met hem over de
zwangerschap van hun dochter praten, maar hij snauwt haar af. Zij kan
de schande niet dragen, bedrogen te zijn door haar eigen man, en doet
wat de traditie gebiedt. Als het kind geboren is, neemt Tanor zijn
eigen maatregelen. De dochter wordt verbannen met het advies: loop
naar de zee en sla daar linksaf. Dat is de richting van Dakar uit
(hier ook Ndakaru genoemd). Het kind moet de naam van haar oma
krijgen en niet van haar opa, meende de grootmoeder. Ze liet ook de sieraden
aan haar kleinkind na, zelfs als dit een jongen zou zijn (wat ze
hoopte) om het te helpen. Ze koos hiermee voor een nieuwe
handelswijze, weg van het vastgelegde, het gangbare gedrag.
De
vrees was aanwezig in het dorp dat Santhiu-Niaye uit zou sterven
omdat steeds meer jonge mannen naar de stad verdwenen, maar ook
doordat hele families uit het dorp vertrokken. De schoenmaker stelt dat
Allah niet houdt van water dat niet stroomt en wil zich kunnen uitspreken. Hij stelt dat als hij moet kiezen tussen Allah en de
waarheid, hij kiest voor de waarheid. De griot wil niet bang zijn en
zijn mond houden, daardoor wordt de menselijke geest onvruchtbaar.
Aangezien hij de ruimte niet krijgt, besluit ook hij het
dorp te verlaten naar een plaats waar de waarheid het kind is van een
eerlijke geest en geen privilege dat afhankelijk is van afkomst. De
traditie doet het dorp de das om en stort mensen in de moeilijkheden.
Niemand die dat zo goed onder ogen ziet als de schoenmaker, de griot die met deze functie ook man van het woord is, namelijk dichter en zanger.
Terwijl een
dorp verderop, Keur-Malamine,
zich naar de weg verplaatste en zo zes decennia na het verschijnen van
het boek nog te vinden is op Google maps, is (het mogelijk fictieve) Santhiu-Niaye niet meer
terug te vinden. De traditie brengt niet alleen de vrouw, maar ook de
traditionele samenleving zelf in de problemen; ze organiseert haar eigen ondergang. De schoenmaker paste
daarvoor.
En Khar en haar dochter Véhi-Ciosane Ngoné
Thiandum? We weten het niet. Ze rijden mee met een vrachtwagen die
zand komt halen aan het strand. De tocht gaat vermoedelijk naar Dakar. Ousmane wil
ons echter niets beloven; een goed leven kan hij niet voorspellen,
daarvoor zijn de tekenen van de tijd niet gunstig. Misschien gaat
Véhi naar school en leert ze lezen, maar de kans is groot dat moeder
en dochter zelfs dat ontzegd wordt. Misschien dat de dochter op een
weinig effectieve manier en slecht geleid in opstand komt of dat de
moeder zich weet te verstoppen in haar eigen drama. Meer niet. Voor een
rooskleuriger beeld moeten we over de horizon van hun leven kijken.
Even mogen we meeleven en ter inspiratie de kreet horen van oma, gericht aan haar kleindochter: “opdat je het ontstaan van een nieuwe wereld zal voorbereiden. Want het
is uit de gebreken van een oude, afgekeurde wereld, dat deze nieuwe
wereld, waar zo op gewacht en zo van gedroomd wordt, geboren zal
worden.”
Vrijblijvend is het lezen van Ousmane niet, verdiepend wel.
Zie voor een samenvatting van Ousmanes werk: Jan Kees van de Werk, 'Sembène Ousmane: ‘Ik weiger mezelf te verkopen,’ Bzzlletin, september 1990.



Geen opmerkingen:
Een reactie posten