vrijdag 28 november 2025

Anna Karenina

De eerste keer dat het bestaan van Lev Tolstojs boek Anna Karenina (1874) echt tot me doordrong, was toen ik het in 1986 tegenkwam in deel van een verslag van een avondschoolreis naar Moskou, Kalinin en Leningrad (toen nog). Een scholiere schreef: “Op het koude, Anna Karenina-achtige station van Kalinin worden we opgewacht door de gids.” Ze zag zelfs een graaf Vronski, de geliefde van Anna, in de reisleider die we er kregen.
     De stations, en vooral de vooroorlogse locomotieven die er volop stonden, hadden op mij al een enorme indruk gemaakt. Nu kwam daar nog een stuk wereldliteratuur bij.
      Kort daarna zou ik Oorlog en Vrede gaan lezen. Anna moest bijna veertig jaar wachten. Pas door het lezen van het boek snap ik hoe belangrijk het station en die zware locs in het verhaal zijn. Die spoorwegen zijn in de tijd van de roman nog vers. Ze liggen er nog net geen kwart eeuw. Ze markeren de tragische aanleiding, het begin en einde van het verhaal.

Het boek komt het huis binnen met de meest afzichtelijke omslag waarachter je het kan verstoppen. De uitgave wilde blijkbaar de markt veroveren in het zog van
de film uit 2012 en tooit zich met een van de filmaffiches. De vertaling is van Laurens Reedijk. Sint Petersburg, heet bij hem op zijn Engels Saint Petersburg, maar dat is een kleinigheid. De Gelderse Roos krijgt van hem gewoon zijn Nederlandse naam. Dat daarmee een diepere betekenis uit het Russisch verloren gaat valt niet te vermijden in dergelijke gevallen (als je er niet een  – bij mij welkom notenleger aan toe wilt voegen). Maar hij verbetert de tekst van Tolstoj tenminste niet, zoals een andere Nederlandse vertaler meende te moeten doen.

Het romantische en chique van de voorkant zit uitdrukkelijk ook in het verhaal. Het speelt in de adellijke – en in ieder geval voorname – klasse van Moskou. De Anna die het boek zijn titel gaf, komt uit Sint Petersburg. Ze bezoekt haar broer in Moskou om hem uit een netelig relatieprobleem te helpen. Ze komt met de trein aan en maakt meteen een overrompelende indruk en dat doet ze tot aan het einde van het zevende deel (van de acht).
     Het pendelen tussen St. Petersburg en Moskou is terloops door de roman geregen. Reizen naar en van het platteland zijn wat meer benadrukt.

Al eerder merkte ik op dat Tolstoj observeert op een manier alsof het gisteren was. De broer van Anna Karenina, Stefan Arkadjtsj, heeft alles mee. Hij heeft de juiste contacten, is rijk, en wordt door vrijwel iedereen sympathiek gevonden. Het is ook een man die gemakkelijk en los in het leven staat, zijn visie is geen overtuiging, maar hem aangewaaid. Hij “koos richtingen noch meningen, maar deze richtingen en meningen kwamen vanzelf,” net zoals hij geen kleding koos, maar nam wat in de mode was. Iedere paar pagina's kan je een typering of beschrijving als deze van de pagina's plukken. Mede dat maakt Anna Karenina tot het meesterwerk dat het is.

Kitty de jongste zus van Stefans vrouw gaat opgedoft naar het bal. Ze kwam in haar
“gecompliceerde tule japon op een roze onderjurk” even natuurlijk “alsof ze met deze tule, kant en met dit hoge kapsel waarop een roos met blaadjes prijkte, geboren was.” Het uitvoerig beschreven uiterlijk van Kitty contrasteert er mee dat haar verwachtte partner op het bal haar laat staan.
     Luxueuze diners en prachtige bals blinken, maar het verhaal gaat 
nog meer over relaties en de psyche, zoals die van een vrouw die zich laat ringeloren door een man die niet veel verder komt dan dat het leven er is om van te genieten en die uiteindelijk met lege handen en opgebrandt naar de oorlog vertrekt.

Konstantin Levin een jonge man die op het platteland woont en twijfelt over zijn rol in het leven wordt ook gefileerd. Eerst even zijn broers. Nikolaj omringt zich met types die niet passen in de adellijke omgeving van Moskou. Hij richt zich op het Marxisme en de verheffing van boeren en arbeiders. Intussen drinkt hij zoveel dat zijn gezondheid eronder lijdt. Nicolaj wil eenvoudiger leven, maar weet dat het hem niet zal lukken. Het maakt hem depressief.
    
Sergej Ivanovitsj, de andere (half) broer, is een stedelijk intellectueel die Konstantin op het platteland bezoekt om tot rust te komen. Hij dwingt hem te luisteren, terwijl konstantin het als landman druk heeft en veel van wat Sergej vertelt niet kan begrijpen. Voor hem is het platteland geen uitstapje uit een druk dagelijks leven. Het is hét leven, met zijn mooie, lelijke, genoeglijke en zware kanten. Konstantin brengt 'de provincie' het boek binnen en ook overwegingen over hoe de landbouw te verbeteren en hoe de conservatieve en laconieke boerenstand daarin mee te krijgen. Sergej en Konstantin staan daarmee voor de spanning tussen stad en platteland. De stad is vol opsmuk, en is in vergelijking met buiten vreselijk duur, en je moet er zoeken naar vermaak, anders is het er vervelend.

De grootste verliezer is graaf Vronski. Hij rijdt in een trein het boek uit. Hij gaat naar Servië om daar als vrijwilliger deel te nemen aan de strijd tegen de Turken met een eskadron dat hij voor eigen rekening meeneemt. Zijn leven is toch uitzichtloos. Dan kan je beter meedoen aan de opgeklopte Slavische solidariteit waarvoor geld wordt ingezameld en vele vrijwilligers afreizen. Volgens de moeder van de graaf is de oorlog door God gezonden om hem te helpen en hem bezig te houden.
    De Russen meenden mee te moeten doen aan de strijd om zo de
“zondige zonen van Hagar” te bestrijden. Daar kon geen discussie over bestaan. Toch kwam die er wel. Konstantin Levin bijvoorbeeld kan dat gevoel, die gedachte, helemaal niet delen. Vervolgens blijkt dat er meer zijn die er zo over denken als hij. Grote delen van het volk houden zich er helemaal niet met de oorlog bezig, hoe de voorstanders ook roepen dat dit wel zo is. De kerk wordt gedwongen ingezet het idee dat de oorlog nodig is te verspreiden, zonder dat de gemeenteleden het willen begrijpen. Een kleine minderheid bepaalt hier wat de meerderheid moet denken, zo menen de criticasters van de oorlogshoezee. En voor de kranten geldt: “hun inkomsten verdubbelen zodra het oorlog is,” aldus de vader van Kitty. Hij vervolgt: “Hoe zouden ze niet van mening zijn dat het lot van het volk en de Slaven...en al dat soort gepraat?” Met een meningswisseling of het juist is dat vrijwilligers particulier afreizen naar een niet verklaarde oorlog, eindigt dit gesprek over de strijd op de Balkan en de propaganda ervoor.
    
Volgens het nawoord is Anna Karenina samengesteld uit twee werken. Het ene over de Petersburgse schone. Het andere over Konstantin Levin die zeer enthousiast is over zijn landbouwbedrijf, daar het liefst verblijft en zo afstand neemt van de opsmuk in de stad. De uiterst serieuze Konstantin zoekt naar een manier om goed te leven, zowel voor zichzelf als voor voor zijn landarbeiders. Hij wil niet slechts
leven om zijn buik te vullen, maar er te zijn voor God, zijn ziel, of meer aards om “geen mens tekort te doen.”
     Lourens Reedijk merkt op dat zijn leven is geënt op het leven van Tolstoj zelf en een spiegel is van de politieke en culturele gebeurtenissen van de tweede helft van de negentiende eeuw, zoals die eveneens in het verhaal over Anna Karenina zitten. De een zoekt naar de zin van het leven. De ander naar de liefde die het zijn waarde zou geven. De een krijgt steeds meer greep, de ander verliest die grip onder druk van de omstandigheden.
    Levin is een aangenaam mens en je gunt hem het beste. Anna is een stedelijke celebrity die door haar liefde voor een knappe graaf, haar eerlijkheid daarover tegen naar haar wettige echtgenoot, en de verkeerde keuzes die ze maakt steeds meer afglijdt naar een leven dat onleefbaar is. Veel mannen leven er intussen maar op los met drinkgelagen en waar ze hun avonden eindigen wordt nergens voluit beschreven, maar wel gesuggereerd. Ook met haar heb je sympathie. Het leven wordt haar nodeloos moeilijk gemaakt door bekrompen zielen.

Volgens de Nederlandstalige wiki over het boek is het personage van Anna gebaseerd op Maria Hartung (1832-1919), de oudste dochter van de 
Russisch dichter Aleksandr Poesjkin. Tolstoj ontmoette haar ooit bij een diner. Deze visie is in verschillende talen (copy-paste) te vinden op het internet. Andere bronnen noemen echter Anna Stepanovna Pirogova, de vrouw van de huismeester van een van Tolstojs vrienden, als voorbeeld. Toen deze vrouw dacht dat haar man haar bedroog, beëindigde ze haar leven door zich voor een trein te laten vallen. Ze schreef haar man een briefje met de tekst: “Jij bent mijn moordenaar; je zult gelukkig zijn als moordenaars gelukkig kunnen zijn. Als je me wilt zien, kun je mijn lichaam op de rails van Yasenki bekijken.” Tolstoj ging in 1872, – enige tijd voor het verschijnen van de roman – naar de autopsie en daarmee werd de kiem voor het Anna deel van de roman gelegd. 
    Maar Anna Karenina kan uitstekend op eigen benen staan, zonder dat het nodig is te weten waar ze vandaan komt. Het boek is zoveel meer dan een tragisch liefdesverhaal over een door de mores van de samenleving gemangelde vrouw. 
      Het boek beschrijft terloops veel zaken: waarom denken vrouwen bijvoorbeeld dat met het aantrekken van dure jurken de liefde terugkomt; over de opkomst van een jonge en kritische garde aan bestuurders die de vastzittende maatschappij los willen wrikken, et cetera. Je leest de persoon Tolstoj door de tekst heen en dat geeft het boek veel meer kracht dan als het alleen de vermenging van een opgewekte en tragische romance was geweest. De inhoud van de roman wordt op wiki zeer beknopt samengevat met: “het behandelt thema's als schijnheiligheid, jaloezie, hartstocht, christelijk geloof, trouw, familie en huwelijk, en sociale vooruitgang.” Daar zou ik aan toe willen voegen: de rol van de adel, de positie van de landarbeiders, politieke ontwikkelingen en oorlog en vrede, waarheid en propaganda, en vooral de zin van het leven en de worsteling die te vinden.


Geen opmerkingen: