In de hal van DFDS hangt een kaart vol lijnen over zee. Het zijn reizen die ik nog kan maken. Onderweg naar de veerboot maak ik een vaag zelfportret met bank en kom met mijn fiets weer in vreemde situaties terecht. Wegen die veranderen in autoweg. Gelukkig is er bijna altijd een vluchtstrook.
Op TV aan boord zie ik in het voorbijlopen dat er weer een gek heeft huisgehouden. Dit keer in München. Dit soort geweld is besmettelijk (of er nu een psyche-somatische, ideologische of politieke reden voor is). Aan dek eet ik mijn brood en snijd met mijn zakmes plakken Ardennerworst. Geen moeite om er een paar te grazen te nemen. Geen mes dan wat loslopende kleine kinderen over de reling gooien. Tegen dat soort ongericht geweld is geen maatregel te nemen. Minder aandacht, meer in perspectief plaatsen, dat zou helpen. Er zijn bijvoorbeeld steeds minder doden door geweld in West-Europa.
Hoe het in mijn boek afloopt met een man die met een geweer met afgezaagde loop een familiekerstdiner binnendringt (The Gun), lees ik misschien voor Dover nog. Maar nee de zon schijnt. Ik doe mijn ogen dicht en geniet van het geknor van de motoren en het geluid van staal dat door de zee snijdt. Verder houdt gebabbel me van het lezen af.
In Rye draag ik mijn fiets de trap op van ons huisje aan de hoofdstraat van dit oude stadje. Wat later komt de rest van het gezin. Ik lees op Telegraaf.nl dat Mollema zijn stuur niet recht kon houden. Op de mat ploft een weinig zeggende folder die Matt Follett aanprijst voor de Gemeente Raadsverkiezingen van een paar dagen later.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten