zaterdag 23 november 2024

De heilige Antonio



De heilige Antonio
is het boekenweekgeschenk voor 1998 en geschreven door Arnold Grunberg, de man met de lenige en lichte schrijfstijl. Hier schrijft hij over 't overleven van twee jonge mannen, late tieners, Paul en Tito Andino, hun moeder Raffaella en een tragisch mooie en ook tegen de klippen op zelfvoldane klasgenote.

De jongens zitten op Engelse les en willen accentloos leren praten en ze zijn betoverd door die medeleerlinge, de Kroatisc
he Kristin Andrea, die hen aan een touwtje heeft. Ze weet hoe ze verslavend kan werken. De moeder houdt dan weer aanbidders aan de lijn die haar zien in het koffiehuis waar ze werkt. Ze moeten hongerig blijven, maar niet te, zodat zijn baat heeft bij de mannen die om haar heen draaien. De helft van de huisraad komt van hen. Eentje bracht zelfs een kapstok mee. Zonder al die giften is niet te leven. En zelfs dan is het inkomen van de zonen die eten bezorgen essentieel.

Grunberg schetst in vrolijke tinten een beeld van de sociale toestand in de Verenigde Staten die niet rooskleurig is. Overleven aan de Hudson, dat is het, maar opgeschreven zonder somberheid.

Ewald Stanislas Krieg
is een schrijver in bonus en een aanbidder van Rafaella die het hongeren achter zich kan laten. We kennen hem al uit Figuranten. Hij is met zelfspot ook gebaseerd op Grunberg zelf, uitgerust met weinig flatterende opmerkingen uit brieven aan Grunberg zelf gericht, inclusief het niesen met rondvliegende klodders snot en de grappige krullen. Ewald komt vrijwel iedere dag en neemt wijn, champagne en grote dromen mee, en Gabriella is verliefd, iets wat ze niet meer zou worden. Dat had ze haar zoons verteld na de letterlijke doodslag van hun vader met een knuppel van – leve de details – eucalyptushout. Een keer een liefde van je leven hebben is genoeg, daarna worden het slappe aftreksels van die eerste, zo beweerde ze. Maar Ewald blijft zelfs slapen. Het is een vreemde vent, vinden de jongen, en ook daarom vragen ze zich af wat hun moeder doet.

Je hoeft niet lang te graven, voordat je een mooie zin in het geschenk vindt. Doe maar. Hier en daar kom je zelfs een mooi fragment tegen, zoals dat waar de moeder aan haar zoons verklaart waarom ze de liefde weer een kans geeft:
“waarom? Omdat ik moe ben. Niet moe, zoals jullie moe zijn na een nacht niet slapen, maar anders moe. Moe van de metro, moe van het douchen, moe van het tandenpoetsen, moe van het hongerig houden, moe van het opstaan, moe van het slapengaan, moe van de klanten, moe van de aanbidders. Omdat hij anders grappig is, anders dan anderen, omdat hij geld heeft, omdat-ie het graag uitgeeft, omdat ik hier weg wil, maar niet weet hoe (…) omdat in ieders leven een moment van zwakte komt. Je kunt een week sterk zijn, of drie jaar of drie maanden, maar eens komt het moment dat je zwak bent. Omdat je moe bent van het sterk zijn. Omdat niets zo vermoeiend is als altijd maar sterk zijn. Omdat je niet meer sterk wilt zijn. Omdat je jezelf wilt bedriegen. Maar niemand kan in zijn eentje zichzelf bedriegen. Je hebt er anderen bij nodig. Omdat mijn baan op een doodlopende steeg lijkt, omdat ik wil dat jullie studeren, omdat de dingen zijn gegaan, zoals ze zijn gegaan. Snap je het nu?”
Commerciƫle uitgav
Is dit leuk? Ja ook. Maar gelukkig – of oppervlakkig – zijn zij die dit gevoel niet herkennen, die nooit te moe zijn om te kunnen slapen. Los van het verhaal beschrijft dit in het algemeen het gevoel dat je krijgt als alles over je heen dondert en een uitweg niet lijkt te bestaan.

Hoewel de schrijver huppelt met woorden, en het verhaal flinterdun lijkt, schetst het uiteindelijk een droevig beeld. Welke wens sint Antonio voor Paul en Tito moet vervullen weten we niet. Die van Kristin lijkt een fatale. Kort na de naamdag van de heilige Antonio eindigt haar verhaal. Het verhaal over haar, het gezin Antonio, en schrijver Krieg, is verdrietig, tragisch, maar toch ook grappig en de jongens komen er mooi uit te voorschijn.

Geen opmerkingen: