zaterdag 9 november 2024

Tar baby


Toni Morrison schreef met Tar Baby een liefdesaffaire tussen Jadine en Son, twee zwarte Amerikanen uit verschillende werelden. Jadine is een aan de Sorbonne-afgestudeerd kunsthistorica en fotomodel. Ze werd in haar opleidingscarrière ondersteund door de Streets, een rijke blanke familie, waarvan de man leeft op een eiland in de Caraïben, een plek waar zijn vrouw hem slechts af-en-toe en met tegenzin bezoekt. Son is een vrijgevochten man, die een ander soort Engels spreekt en aanspoelt bij het landgoed van de Streets en daar als stiekeme indringer in huis eten zoekt. Nadat hij in een kast ontdekt is, ontwikkelt zich een band tussen hem en Jadine. Als ze terug zijn in de Verenigde Staten ontdekken de geliefden dat de kloof tussen hen te groot is om te overbruggen.

Jadine is een kosmopoliet en Son is opgegroeid in een klein bekrompen en benauwend dorp in Florida. Een verschil in culturele achtergrond kan botsen en een relatie verstorende rol spelen. Tar Baby is dan ook meer dan een liefdesverhaal, het is zelfs geen verhaaltje, maar een zoektocht naar hoe mensen van verschillende kleur, gender, culturele achtergrond en klasse kunnen samenleven of juist niet.

De vrouw die me het boek gaf, zei dat ze het verhaal over de Tar Baby had opgezocht. Van YouTube haal ik zelf een voorgelezen Broer Konijn versie uit de pre-Disney tijd. De pop van teer zit er aan de kant van de weg om met zijn plakkende lijf het slimme konijn te vangen .

Bespreking gaat verder onder youtube



In het verhaal komt zwart als teer al snel langs. Jadine loopt door een supermarkt waar iedereen als aan de grond genageld in de gangen tussen de schappen staat als een vrouw voorbij komt. Waarom? Is het haar lengte of de huid die als teer tegen de kanarie gele jurk afsteekt? Die vrouw koopt tegen de regels in drie eieren die ze uit een doos haalt, ze betaalt naar eigen inschatting en wandelt vervolgens onverstoorbaar de winkel uit. Is dit de pop van teer uit de titel? Vrijwel aan het eind van het boek keert de vrouw in het geel met drie eieren nog eens terug als een van de vele vrouwelijke rivalen die Son ook willen winnen en als beangstigende geesten Jadines kamer vullen. Maar willen die geestverschijningen wel iemand strikken?

Jadine heeft harde noten te kraken. Ze moet de man kiezen die ze wil trouwen. Een van de kandidaten steekt er boven uit; hij is slim, grappig en sexy. Toch twijfelt ze. Wil hij mij of wil hij een zwart meisje, dat wil zeggen elk zwart meisje dat op mij lijkt? “En wat zal er gebeuren als hij erachter komt dat ik oorringen haat, dat ik mijn haar niet hoef te ontkroezen, dat ik Mingus slaapverwekkend vind, en dat ik soms uit mijn huid wil kruipen en alleen de persoon binnenin wil zijn – niet Amerikaans – niet zwart – slechts mezelf.” En dan komt ook Son nog voorbij.
   Jadine past overduidelijk niet in een mal. Ze is goed opgeleid. Een vrouw van de wereld. Iemand die het gemaakt heeft, met hulp van een witte, puissant rijke man, de snoepfabrikant Valerian Street, waarbij haar oom Sidney en tante Odine in dienst zijn als bediende en kokkin. Zij zijn het ook die haar opvoedden toen ze wees was geworden en haar bijstonden waar ze konden. Dat was de reden dat ze in het huishouden van Street terecht kwam.

Zwartwitschema's passen het hele boek van Morrison niet. Ja er is witte dominantie en zwarte onderdanigheid. Maar ook dat blijkt opeens schone schijn. De lagen worden afgepeld. Je geliefde pijn doen komt bij verschillende personages voor, angst om te moeten confronteren wat je waarnam legde een tol op vrijheid, en rijkdom veranderde in verveling en apathie. Toch blijven ook gijkte misstanden niet onbesproken, sterker nog ze komen duidelijk naar voren. Het zijn met name Nadine en Son die dat onrecht met kracht naar voren brengen. Het is de wereld waar ze vandaan komen en toe behoren die door deze misstanden gevangen bleef. Er is kritiek op handelen uit een positie van (witte) macht. Maar het aankaarten van de wantoestanden zijn niet de laatste woorden. Er worden mensen beschreven, geen clichés.

Het boek levert vanaf het begin zinnen om zachtjes op te kauwen, van je ene in de andere hand te laten glijden of in ieder geval met aandacht nog eens over te lezen. “Ze gaven haar zorg, maar onthielden haar aandacht,” schrijft Morrison in de introductie van een andere schone, Margaret Street, als het over haar ouders gaat. Ze is de witte vrouw van de industrieel. Margarets ouders gaven hun energie aan de andere kinderen en wat ze overhielden gebruikten ze om de problemen te overleven in het land waar ze zich niet welkom voelden als ordinaire bewoners van een woonwagen. Ook hier geen geijkt patroon. Er is immers niet één identiteit waarop mensen de maat genomen wordt, maar meerdere identiteiten.

Dat Margaret geen emotionele steun van haar ouders (en niet van haar man) kreeg is tevens een verklaring voor haar latere gedrag als jonge vrouw en moeder. Ze is onzeker geworden en alleen in het gezelschap van haar zoon Michael is ze rustig en aandachtig. Ook hierbij zijn de achterliggende gebeurtenissen ironisch en paradoxaal. Rechtlijnigheid is niet de stijl van schrijven die Morrison in Tar Baby hanteert. Het is eerder zo dat na iedere bocht nog een andere kromming op kan duiken in de vorm van een nieuwe visie op gebeurtenissen, een onverwachte draai in het verhaal, loskomende opstandigheid etc.

Onverwacht zijn ook de ollieballen (sic!) die opduiken als gerecht met koffie en brandy op kerstavond. Ze worden gemaakt van gist, eieren, melk, suiker, citroen , bloem, rozijnen, appels en boter. Het zijn een soort Nederlandse donuts zonder gat. Het is een traditional in de familie van Valerian. Het bakken ervan wordt besproken op een moment dat het leven niet stuk lijkt te kunnen.
    Dan bloeit ook de hydrangea eindelijk (ook in het Engels meestal hortensia genoemd), omdat Son wist hoe hij ze aan het bloeien moest krijgen. Onverwachte kennis bij hem, maar als man van het land wist hij dat.

Ook Margaret wordt een Tar Baby, een “val aan de kant van de weg” genoemd. Het zwarte van het teer blijkt niet het zwart van de huid. Ook een witte vrouw kan een teerpoppetje zijn. Later komt er nog een fictieve Tar Baby voorbij, in een beledigende metafoor voor Valerian, die alleen zogenaamd de opvoeding van Jadine voor zijn rekening nam, terwijl dit eigenlijk werd gedaan door oom en tante die verder niet voor vol werden aangezien.

De Tar Baby die Broer Konijn uit de clip treft langs de kant van de weg heb ik niet gevonden in het boek. De uit woede geboren versie van Son voor Valerian komt nog het dichtst bij. Jadine ontkende echter furieus dat dit stempel klopte. Het spoort ook niet met de kleefpop zoals Morrison die zelf verwoordde tijdens een interview (geciteerd op wiki):
Tar Baby is een naam (…) die witte mensen geven aan zwarte kinderen, zwarte meisjes, herinner ik me. Maar een teer put is ook een heilige plaats geweest, of op zijn minst een belangrijke plek, omdat teer werd gebruikt om te bouwen.
Het hield zaken bij elkaar, zoals het biezen mandje van Mozes en de piramides.
Voor mij betekent de tar baby de zwarte vrouwen die de dingen bijeen houden.
— interview met Morrison door Karin L. Badt (1995)
De Tar Baby heeft in het verhaal van Morrison een nieuwe betekenis gekregen. Van de negatieve connotatie met een mormel voor valse streken naar een positieve. Waren de vrouwen die als geestverschijningen opdoken in de kamer van Jadine, een kamer zonder ramen die voelde als gevangenis, geen bedreiging, maar een waarschuwing? Gaven ze een aanwijzing om juist niet opgesloten te raken? Te leven. Het is een boek vol vragen en af-en-toe een antwoord.

Het draait vooral om het verschil in identiteiten van de personages. Wat betekent dit voor de mensen zelf en de verhoudingen tussen hen? Waarom weet niemand dat de tuinman Gideon heet en is zijn roepnaam Tuinman alsof hij geen persoon maar zijn functie is. Het zwarte personeel lijkt sowieso meer op een meubelstuk of apparaat in de huishouding, dan dat ze als mensen met rechten en een leven worden gezien. Je van hen ontdoen als ze niet helemaal in de pas lopen kan ook, net als bij een oude koelkast. Ook dat schema sneuvelt dan weer elders in het verhaal. Margaret en Ondine konden samen wel fijn roddelen en dat blijven ze doen ook toen ontslag meer voor de hand lag en verwacht werd. Dat amicale contact lukte lange tijd niet meer door wat daar tussen hen in kwam en dat was geen zwartwit kwestie. En werd ook Son door zijn vader niet zoon genoemd: naar zijn functie?

Jadine, Son en de Streets (man, vrouw en hun zoon) gaan de kant op die van hen verwacht kan worden en zo blijken de clichés weer overeind te staan als ijzeren frames waar het leven zich al snel naar voegt. Voor Son zijn het geen waarschuwende vrouwen, maar ruiters die door de Moerassen en heuvels van het Caraïbisch eiland trekken, “kattaklop, kattaklop, kattakattaklop”. Even leek het anders te kunnen gaan. Maar daar zijn we nog niet.

Geen opmerkingen: