dinsdag 19 augustus 2025

Vrouwen in het zwart



Vrouwen in het Zwart is de naam van organisaties van vrouwen die sinds 1988 her-en-der in de wereld zich richten tegen de Israëlische bezetting van Gaza en de Westelijke Jordaanoever,
voor vrede in Israël en Palestina, en recent tegen de oorlog van Israël tegen de Gazanen. Het is een internationale organisatie. In Nederland zijn er verschillende groepen. In Amsterdam houdt Vrouwen in het Zwart regelmatig wakes op het Spui. De titel van het boek roept de gedachten aan deze groep op.

Vrouwen in het zwart komen van het begin tot eind van het boek door Josefina Atdecoa voor. Je ziet ook die vrouwen meteen voor je met en zonder gerimpelde gezichten. De vrouwen zijn in de rouw om het verlies van hun mannen in de strijd tegen wat de rebellen worden genoemd die na 1936 optrokken tegen de Republiek in Spanje. Het zijn vrouwen die weinig hebben om kleur aan hun leven te geven of die zelf de sjeu ervan uitsluiten vanuit religieuze redenen of wereldlijk puritanisme. Vrouwen in het zwart, het is een bekend beeld. Hier lijken ze het boek tot een verhaal te binden.

Die roman is het tweede deel binnen een trilogie. Het eerste deel was getiteld
'Geschiedenis van een schooljuffrouw.' Die juffrouw is Grabiela López wiens man werd gefusilleerd, omdat hij zich inzette voor de Republiek. In deel twee delft die Republiek het onderspit en daarmee verdwijnt ook de vlag om plaats te maken voor “de vlag van de monarchie” zo legt de moeder van Gabriela haar kleindochter Juana uit, “de rood met goudgele”. (Zie voor een serie Spaanse vlaggen hieronder, voor wie zich net als ik nooit gerealiseerd had dat de republiek een eigen vlag had.). Het derde deel heet 'De kracht van het lot.' In het tweede deel, hier besproken, speelt moeder Gabriela ook een grote rol. Ze is een van de zwarte vrouwen, maar vooral haar dochter Juana vertelt het verhaal.

1785–1873, 1875–1931 (1874 zonder kroon)

2e Republiek 1931-1939

Franco 1938-1945

Franco 1945-1977

1977-1981

huidige

De opzet van dit tweede deel is glashelder verdeeld in drieën. Eén: Moeder en dochter leven in een kleine Spaanse stad. Ze komen een Mexicaanse landheer tegen, Octavio. Twee: Ze vertrekken met hem en zijn dochtertje naar zijn haciënda. In Mexico trouwt Gabriela met hem. Drie: Juana keert terug naar Madrid om te studeren en raakt verzeild in een studentengroep die rebelleert tegen de Franco dictatuur.

Vaak zijn het kleinigheden die een boek net wat extra geven. De amandelsoep die ik vorig jaar maakte voor het kerstdiner blijkt een traditional in het Spanje uit het boek. Gabriela maakt ze jaarlijks voor kerst. Ook leer ik dat een kerststal iets voor goede en een kerstboom iets voor voor foute Spanjaarden is en dat uit de mond van een meisje waarvan de vader voor Franco is. Als kind vertel je daarom al snel iets waarmee je bijvoorbeeld iemand met een kerstoom in huis mee in moeilijkheden brengt. Deze benauwde sfeer komt regelmatig terug. De jonge Juana moet leren haar mond niet voorbij te praten, te leven met de angst en het verdriet van haar moeder. Als haar oma overlijdt, neemt ze zich voor zich haar oma te herinneren zoals ze was voordat ze ziek werd,
“zo lief, sterk en energiek.”

Het tweede deel van
Vrouwen in het Zwart is het meest zorgeloos. De politieke onderdrukking is verdwenen. Doordat Gabriela en haar dochter op een rijk landgoed gaan wonen is materieel alles aanwezig. Dat zal niet voor alle 50.000 Spanjaarden die naar Mexico vluchtten hebben gegolden. Al zijn er ook hier ontwikkelingen in positieve en negatieve zin, maar dat zijn de 'gewone' problemen. Jeugdliefdes, onenigheid met meer conservatieve en traditionele familieleden, en het bestieren van het landgoed bepalen een groot deel van het leven. Gabriela zet een school voor de kinderen van de oorspronkelijke bewoners op. Die leren lezen, schrijven en rekenen en worden daardoor veel waardevollere arbeiders. Maar ook dit stuit op weerstand, waar mouwen aan moeten worden gepast.

Als nel kwam de klassieker voorbij dat de oorspronkelijke bewoners (hier nog indianen genoemd) de gronden die ze door landhervormingen kregen verwaarloosden en ruïneerden. Gabriela reageert: “Ze konden ze niet bewerken, ze konden zich niet organiseren. Omdat niemand ze dat geleerd heeft...” Daarom kwam haar school er wel. Ook al stelde haar nieuwe man dat het een individuele actie was en dat die zoiets zijn als zandkorrels in de woestijn. “Ik geloof in zandkorrels,” was het weerwoord van de juf.

In het derde deel, terug in Spanje na de Tweede Wereldoorlog, komen we iets dergelijks tegen als Juana meegaat met een vriendin naar een hulpactie van de kerk in een arme wijk. Een vriend noemt dit liefdadigheid, het geweten sussen met aalmoezen, terwijl alles bij hetzelfde blijft, en er geen structurele gerechtigheid komt
. Een deel van de armen wilde met die kerkelijk steun dan ook niets te maken hebben. Een ander deel pakte de meegebrachte kleren en etenswaren graag aan. Ze konden zich mogelijk de luxe niet veroorloven dit af te slaan. Een student stelde: “Geweren en mitrailleurs hadden jullie moeten meenemen voor die hongerlijders.”

In Madrid leeft Juana als studente op een toelage van Octavio en vindt haar weg met hulp van zijn contacten uit de gegoede klasse. Lang niet alles loopt op rolletjes en de dreiging van arrestatie en stuk lopen van relaties ligt voortdurend op de loer. Tenslotte besluit Juana een stap te zetten naar elders. De twijfel over wat ze moet doen, wordt door een vriend opgeruimd door te stellen dat een keuze niet voor eeuwig hoeft te zijn en dat als het misloopt een andere richting ingeslagen kan worden. En daar gaan we met de trein deel drie binnen en laten de vrouwen in het zwart eindelijk achter. Het zou nog ruim twee decennia duren voordat de Spaanse fascisitische dictatuur zou vallen, zo weet de lezer.

Tekst sluit af onder clip.



Juana kreeg van een Madrileense vriend een LP van Atahualpa Yupanqui. De plaat is een succes in haar vriendenkring. Alleen al de woorden:
“Mijn broer is omgekomen in de mijn/zonder arts of oliesel/de indianen hebben hem begraven/bamboefluit en trom...”, verklanken dat de muziek is gemaakt zonder dat de Spaanse censuur eroverheen is gegaan.


Geen opmerkingen: