vrijdag 17 oktober 2025

Vertellers van de nacht


Vertellers van de nacht is geschreven door Rafik Schami (pseudoniem van Suheil Fadel en het betekent Vriend uit Damascus). Het boek verscheen in 1989 in het Duits. De schrijver vertrok in 1971 op 25-jarige leeftijd dan ook naar Heidelberg. De zoon van een bakker begon daar een leven als schrijver, en met succes zo laat een lange lijst uitgegeven werk zien. Zijn teksten bevatten veelal kritische commentaren op de politiek van Damascus, corruptie, censuur en kwesties rond burger- en mensenrechten.

Dat commentaar kom je ook snel tegen in Vertellers van de nacht. Al op de tweede pagina wordt gesteld dat door de vele staatsgrepen in de jaren vijftig bewoners van de oude stadswijken de namen van ministers en politici om de haverklap verwisselden met die van toneelspelers en andere beroemdheden. En tijdens het triktrak spelen duiken mannen van de geheime dienst van Nasser op. Maar ook de eerdere geschiedenis wordt aangestipt zoals het bloedbad van 1860 in Libanon waarbij 12.000 mensen gedood werden, waaronder 10.000 christenen (Schami is zelf een Christelijke Syriër). Een van de vrienden vertelt een verhaal met daarin de coup van 1949 in Damascus. De couppleger zou geen lang leven beschoren zijn. Net zo min als de kolonel die de staatsgreep in de realiteit pleegde, en het halfjaar niet haalde als leider van het land.

Vertellers van de nacht is opgebouwd met vertellingen door de protagonisten. Die personages zijn de koetsier Salim en zes van zijn vrienden (en de vrouw van een van hen) die om de koetsier te genezen van zijn stomheid hem beurtelings verhalen vertellen. Je ontkomt er niet aan om aan de beroemdste raamvertelling
Duizend en een nacht te denken. Dat begint al bij de opdracht “om duizend en één redenen,” maar dat getal komt nog een aantal malen terug, net zoals de naam van de vertelster Sheherazade.

Salim heeft om klanten te werven voor zijn koetsdienst een imago opgebouwd van meester verhalenverteller om de reis voor hen die voor zijn rijtuig kiezen boeiend te maken. Maar dat was niet zijn eigen verdienste, maar die van een fee die uit zijn
“verstofte en houtige woorden een sprookjesachtige boom” wist te maken. Het was hard werk voor haar, maar dat betekent niet dat ze niet van hem hield: “Jouw stem en jouw handen bleven altijd mijn hart kietelen als een klein veertje,” zegt ze. Maar als de fee moe is en stopt, zwijgt ook Salims stem. Als geste van haar zijde kan hij zijn spraak weer terugkrijgen als hij in drie maanden tijd zeven uitzonderlijke geschenken krijgt. Zijn vrienden menen hem die te geven met de verhalen die ze hem vertellen.

Tekst loopt door onder clip.

“In de verte had iemand de radio luid aangezet. Salim wist dat het alleen zijn buurman, slager Hahmud kon zijn, een vrijgezel, die nachtenlang naar de liedjes van de Egyptische zangeres Um Kulthum zat te luisteren. Radio Cairo zond ze iedere donderdagavond op een laat tijdstip uit (…) geen president die zichzelf serieus nam, waagde [het] om zijn toespraak op donderdagavond te houden, want er zou geen enkele Arabier naar hem hebben geluisterd.”


Tuman de vluchteling, en een van de zeven vrienden, verhaalt hoe en waarom hij uit Libanon vertrok. Hij vertelt over de Verenigde Staten, maar zijn toehoorders willen de malle fratsen van de Noord-Amerikanen niet geloven en wensen dat hij stopt met zijn kinderachtige praatjes. In plaats daarvan verzint hij een verhaal over een man die alles kan kopen en van alles alleen de financiële waarde ziet, zelfs van het leven. Dat laatste is een grote vergissing. Voor dit vertelsel, deze leugen, krijgt hij wel lof toegezwaaid.

Diezelfde Tuman verhaalt ook van zijn vriendschap met de dichter en filosoof Khalil Gibram, van wie bijvoorbeeld de woorden zijn:
“Je praat wanneer je niet langer tevreden bent met je gedachten.” Maar tegelijkertijd is het goed dat er verhalen zijn als brandstof voor nieuwe gedachten. Vertellers... is om dat te onderstrepen een vermakelijk boek.

Geen opmerkingen: