Bijzetting in de kerkvloer van de Oosterkerk in
Amsterdam, omstreeks 1790. Ingekleurde ets van H. P. Schouten. (Stadsarchief Amsterdam). |
Opeens
zaten we allemaal in een bootje; midden op een meer. Op de oevers
stelden zich twaalf trombonisten op. Ze speelden niet op basis van
noten, maar op de tijd in verhouding met andere spelers. De dirigent stond
in het midden, te vlaggen. Maar ik zag hem niet, mijn bootje keek de andere kant
op. Wel hoorde ik overal om me heen met elkaar spelende klanken.
Eigenlijk zaten we op stoelen en die stoelen stonden op natuurstenen
graven die gelegd zijn in de kerkvloer van de Oosterkerk. Mijn stoel
stond op het graf van Barent
Boot, begraven op 24 oktober 1765. Hij was vader van drie
kinderen en echtgenoot van Grietje Boll. Even lag zijn stof in 'n
meer van muziek.
Concert in het kader van Jong Talent uitvoeringen in de Oosterkerk. Zie voor agenda.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten