Daar zat ik in Denpasar in een losmen. Het is beter als Martin stopt met zijn bezoeken aan activisten. Het wordt te gevaarlijk, zeiden verstandige mensen op Bali. Bob herinner ik me nog, zo genoemd vanwege zijn dreadlocks. Om me heen werden mensen gearresteerd. Eerder had ik een angstig Jakarta verlaten. Het was de morning after de protesten tegen het Soeharto regime van juli 1996. Lombok en Sumbawa had ik bezocht. Nu was ik weggestopt. Mijn activistische rondreis was afgelopen.
In een boot van Gili Terawangan naar Lombok vroegen toeristen me of het klopte dat er een revolutie gaande was. Nee, zei ik met de glimlach die bij mij ook al van mijn gezicht wegpoetste dat het ernst was, het is wel onrustig en mensen worden opgepakt en in het gevang gegooid. O gelukkig, was de reactie.
Als ik daar nu toch op Bali zat, kon ik ook wel een toeristische bustrip maken. De avond ervoor was mijn portemonnee gestolen door boefjes op het strand. De volgende dag was ik bang dat ik ook gearresteerd zou worden. Ik reisde naar een lavavlakte, een prachtige tempel in een grot beneden in een smal groen dal voor Ganesh het Boeddhistische olifantje en kwam terecht in een winkel met Balinees zilverwerk. Daar kocht ik dit kleine stoeltje voor mijn schoonmoeder. 's Avonds op het strand loofde ik $20 uit aan de boefjes voor mijn portemonnee met inhoud, maar evt. zonder geld. Hij was al snel 'gevonden.'
Een paar weken zou ik – zelfs met de bescherming van een Nederlands paspoort – de angst ervaren van het leven in een militaire dictatuur. Daar doet dit stoeltje me steeds opnieuw aan denken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten