Verder
waar ik vorige maand bleef met Kleine Herinneringen van José
Saramago. Terug naar het stukje Portugal waar ik wel eens fietste. In
het boek de terugblik van een tachtigjarige schrijver op een leven
onder het dictatoriale Portugal van de generaals en Salazar en het
verdwijnen van de olijfbomen – schuilplaats voor hagedissen – uit
zijn jeugd.
Saramago
werd als jongetje het vriendje van een rijke onhandelbare jongen die bij
de door de jonge José opgevoerde capriolen vrolijk werd, maar hij
mocht als fratsenmaker vertrekken nadat hij het Lyceum had ingeruild
voor een opleiding tot bankwerker.
Oorspronkelijk
had Saramago het boek willen noemen naar het schilderij Verzoeking
van Jeroen Bosch (je weet wel met die vliegende vis) en “zichtbare
en de onzichtbare, de monsters en de verhevenheden van de geest, de
wellust en de nachtmerries, alle verborgen verlangens en alle geuite
zonden” moesten er een plaats
in krijgen. De schrijver besefte dat dit boven zijn krachten
ging.
Het
boek We kill because we can; from soldiering to
assassination in the drone age van de Amerikaanse filosofe Laurie
Calhoun (recensie ook op Ravage Webzine) is te dik door de vele herhalingen van onder andere de
centrale boodschap. Haar motto is dat tirannieke middelen, zoals het
gericht vermoorden van verdachten zonder procesgang, niet de
vrijheid, democratie en vrede bevordert, maar deze juist ondermijnt
(p. 285).
Wel goed om dit in je
hoofd te houden in een tijd dat er alleen al binnen de Amerikaanse
overheid verschillende moordlijsten circuleren. De schrijfster vliegt
helaas wel eens uit de bocht bij het overbrengen van die boodschap.
Dat kan zijn vanwege radicale overdrijvingen (zoals vergelijkingen
met het nazisme) of onwetendheid (bijvoorbeeld over Europees
terrorisme na 1945).
Doelselectie proces
In de Nederlandse
uitgave van Militaire Spectator las ik een
helder
artikel over het 'doelselectie proces' (zo heet het daar) vanuit oorlogsrechtelijk standpunt. Het maakt duidelijk wie binnen een situatie van een gewapend conflict tot doelwit mag worden verkozen en welk debat er woedt om de definitie van directe deelname aan vijandelijkheden te verbreden (p. 29-30). Dat is het criterium om burgers te mogen doden.
artikel over het 'doelselectie proces' (zo heet het daar) vanuit oorlogsrechtelijk standpunt. Het maakt duidelijk wie binnen een situatie van een gewapend conflict tot doelwit mag worden verkozen en welk debat er woedt om de definitie van directe deelname aan vijandelijkheden te verbreden (p. 29-30). Dat is het criterium om burgers te mogen doden.
Echter, Calhoun
bestrijdt dat de oorlog tegen het terrorisme (altijd en overal) kan
worden gezien als oorlog en pleit voor de inzet van arrestatie en het
voor een rechter brengen van verdachten. Ze geeft voorbeelden aan van
gevallen waar dit mogelijk was maar toch bewust voor moord werd
gekozen. Ze betwijfelt ook de kwaliteit van operationele inlichtingen
op grond waarvan iemand doelwit kan worden. (Overigens in diezelfde
Militaire Spectator tevens aandacht voor een aspect van biometrische
inlichtingen.)
De ondertitel van het
boek, from solidering to assassination in the drone age, draagt
de boodschap die mij nog het meest dwarszit. Niet alle, maar een deel
van de militaire inzet wordt vervangen door drones. Aan de andere
kant gaan de oorlogsvoorbereidingen ook door.
Calhoun heeft maar
weinig oog voor de context (ook niet voor de vele soorten drones die
niet dodelijk zijn, maar daarmee niet onbelangrijk). Het zou een
andere boodschap van haar boek ondergraven: moed is geen
noodzakelijke kwaliteit voor militairen die nooit bloed zullen zien.
Daardoor, en door het vergroten van de afstand, zal er minder
terughoudendheid zijn om naar dit geweldsmiddel te grijpen.
Het militaire kwaad
Daar zit veel waarheid
in, maar ze benoemt zelf ook de duizenden gedode Amerikaanse
militairen in Irak en Afghanistan en de geestelijk en lichamelijk
gewonden. Die zijn als soldaat ingezet met geweer en voertuig. Het
boek leidt aan een euvel dat veel voor komt bij gerichtheid op een
specifiek wapentype, zoals clusterwapens, drones etc. Het weekt die
wapens los van het militaire systeem. Zo komt de ellende die ze
aanrichten beter uit de verf en een politieke deeloplossing misschien
dichterbij.
Maar niet die wapens
zijn het militaire kwaad, ze maken er onderdeel van uit. De bommen
die Arabische regimes vanuit Amerikaanse en Europese vliegtuigen op
Jemen gooien, doden ook anoniem, zonder proces, zonder dat men zich
kan overgeven. Uiteindelijk gaat het om wat er achter het militaire
denken zit: wie wil wat controleren en tegen welke prijs?
In die voortzetting van
de politiek met andere middelen spelen ook 'gewone' vliegdekschepen,
bommenwerpers en tanks een rol. Niettemin is het pleidooi van Calhoun
– maak een einde aan het wanstaltige buitenrechtelijke moorden met
drones – een noodzakelijke, want het zal zich uiteindelijk tegen
ons zelf keren. (Ik schreef eerder een recensie
over het boek Kill
Chain.)
De
derde toestand van Amos Oz gaat over
een smoezelige man, Efraïm of Fima. Hij maakt zich drukker om
woorden dan om de realiteit. Hij leeft op de zak van zijn vader die
rijk is geworden door het opzetten en bestieren van een
cosmeticafabriek. Beide omringen zich met vrouwen. De vader als
rokkenjager. De zoon vraagt zich af waarom ze op hem afkomen.
Altijd en
overal is het Israëlisch Palestijnse conflict aanwezig. Fima zegt
dat het opgelost moet worden in het belang van – ja ook hier weer –
Israël en de Israëlisch zelf.
Soms lijkt
het boek over mij te gaan: leeftijd klopt; het slonzige; veel
woorden, te weinig wol; en een ogenschijnlijk doelloos bestaan. Maar
ik heb uit medeleven zelfs geen kakkerlak begraven in een bloempot.
Ook klets ik niet tot gekheid toe een werkelijkheid om me heen die
niet bestaat. Bovendien is er geen vangnet naar een rijk en ordelijk
leven. De drang naar geborgenheid en volop wakker willen zijn, is wel
herkenbaar.
Het is pas
mijn tweede Oz, maar ik zie veel wat ook voorkomt in De droom van
de verrader. Ook dit speelt in de bovenste lagen van de
samenleving, inclusief Ben Goerion (ditmaal als malle buurtbewoner),
vreemde man-vrouw verhouding, wandelstok met zilveren knop etc. Beide
zijn boeken die nog in je zitten als je ze spijtig genoeg al uit
hebt.
China en Amerika,
botsende supermachten
Om een oorlog te
vermijden dient er meer door de VS en China te worden samengewerkt,
gebruik te worden gemaakt van gezond verstand en welbegrepen
eigenbelang te worden onderkend.
(recensie op Ravage-Webzine)
Botsendesupermachten; China en Amerika op ramkoers? (Nieuw Amsterdam,
2017) van
Jan van der Putten is zo'n boek dat al in het hoofd van de schrijver
moet hebben gezeten en eruit komt op het moment dat het echt nodig
is. Ervoor waarschuwen dat supermachten mogelijkerwijs met elkaar op
de vuist gaan als de één – ook letterlijk – steeds vaker in het
vaarwater van de ander gaat zitten. Stoere mannentaal is niet
gewenst, maar 'de Verenigde Staten schijnt conflicten nodig te hebben
na de Koude Oorlog', schrijft Van der Putten.
De Chinese president Xi
houdt er ook al een stalen imago op na. In een helder kernachtig
betoog gaat de schrijver te rade bij Thucydides. Deze Griekse
legeraanvoerder en geschiedschrijver van de Peloponnesische Oorlog
van ruim 400 v.Chr. schreef als eerste over de volgens hem
onvermijdelijke valstrik voor een botsende opkomende en zittende
grootmacht om zich te verliezen in oorlog. Xi stelde dat deze strik
alleen gespannen wordt 'als grote landen keer op keer strategische
misrekeningen maken.' (p.23)
Superieur Amerika
Soms maakt Van der
Putten zich overduidelijk boos. Zo schrijft hij dat de Amerikanen zo
heilig in hun eigen uitzonderlijkheid geloven dat ze zich niet voor
kunnen stellen dat anderen niet neervallen in aanbidding voor hun
superieure waarden en beschaving. (p.81) Fan van Trump is de
schrijver allerminst. Hij veronderstelt wel dat het mogelijk is dat
de Amerikaanse president een rol speelt, waarna andere kunnen binnen
harken waar het daadwerkelijk om draait, zoals 'grotere
defensiebijdragen van de bondgenoten.' (p.83)
Van der Putten's
oplossing om de valstrik naar oorlog te vermijden, laat zich
samenvatten in meer samenwerking, gebruikmaking van gezond verstand
en het onderkennen van het welbegrepen eigenbelang. Deze cocktail van
antibiotica werkt binnen internationale relaties prima tegen vrijwel
alle ontstekingen, maar de patiënten moeten de kuur wél willen
slikken.
Jammer dat het boek
geen voetnoten bevat. Alleen Chinese publicaties worden wel eens
genoemd om aan te geven dat de schrijver gebruik heeft gemaakt van
Chinese staatspropaganda. De lezer wil wel degelijk weten waar een
gegeven vandaan komt. Helaas bevat het boek op militair vlak fouten
en leemtes. Japan geeft bijvoorbeeld niet meer uit aan defensie, het
is zoals altijd 1 procent van het bruto binnenlands product (en ja,
dat stijgt).
Japan heeft ook al
decennialang een groot leger (ook al worden de legeronderdelen daar
'zelfverdedigingsmachten' genoemd). En het herkauwen van het THAAD (Terminal
High Altitude Area Defense) en raketschildverhaal heeft weinig zin
als je er niet wat dieper op in gaat. Nieuw is het raketschild in de
regio allerminst. Al in 2001 werkte ik mee aan het boek Melting
the Iceberg waar het raketschild voor Oost-Azië een van de
onderwerpen van is.
Hiaten
Waarom wordt in een
boek bestemd voor de Nederlandse markt in het hoofdstuk over de
conflicten in de Zuid-Chinese Zee niet genoemd dat de militaire
scheepsbouw voor Vietnam voor een groot deel in Nederlandse handen
is? (Damen Shipyards) Aangezien de economische groei van China het
hoofdbestanddeel is van het boek dien je toch ook te vermelden dat
bedrijven in de haven van Rotterdam steeds vaker met het Chinese
bedrijfsleven te maken krijgt waardoor de invloed van China op de
haven toeneemt en Chinese logistieke reus Hutchison
Port Holdings delen van de haven in handen heeft. Een kwart van
alle containeroverslag in Rotterdam komt uit China of is bestemd voor
het Aziatische land.
Wat me vooral opvalt is
dat er slechts acht boeken in de geraadpleegde literatuurlijst van 79
boeken worden vermeld die geschreven zijn door auteurs met een
Chinese personalia, waaronder Sun Tzu met zijn Art of War,
terwijl slechts twee van die auteurs in China werkzaam zijn, een in
Singapore en vier in de VS. Dat moet toch ook anders kunnen, zeker in
een boek van een auteur die op knappe wijze probeert evenwichtig over
beide supermachten te schrijven.
Op de dag dat ik het
boek uitlas kwam ik het artikel The China Reckoning van Kurt
M. Campbell en Ely Ratner (Foreign Affairs, mrt/apr 2018)* op
internet tegen.
Hierin
bepleiten de schrijvers een bescheidener aanpak vanuit Washington. De
VS moet China niet willen veranderen, dat werkt niet. Er moet een
meer realistische politieke benadering ontwikkeld worden. Desondanks
las ik een VS-centrisch artikel voordat men tot die conclusie komt.
* Er wordt in dit artikel een Chinese deskundige geciteerd, Jisi Wang. Hij zegt: “It is strongly believed in China that . . . Washington will attempt to prevent the emerging powers, in particular China, from achieving their goals and enhancing their stature.”)
Vijf
verhalen van Luigi Pirandello in Het naakte leven, een boekje van de
HEMA uit 1987. De verhalen zijn uit het Italiaans vertaald door
Antohonie Kee. Pirandello had in de jaren tachtig naam gemaakt door
de film Kaos. Hierin werden vijf van zijn novellen verhaald. Eén
ervan, De Kruik**, zag ik ooit als toneelstuk op het dan nog echt
ongepolijste Westergasterrein.
Pirandello
vertelde taferelen uit het dagelijks leven met een vreemde twist. Dit
wordt doorgaans met oog voor detail, fijnzinnigheid en humor
gebracht. In dit boekje zie je dat onder meer in Tante Michelina, een
tweede moeder die begeerd wordt door de zoon van haar man zijn eerste
vrouw; bij Mijnheer Aardbeving die uitlegt hoe zijn heldenstatus na
reddingsacties zijn leven verknalde; en Met andere ogen gaat over een
vrouw verstrikt is in een liefdeloos leven en dat pas door heeft als
ze een foto vindt van de eerste vrouw van haar man.
Korte
verhalen vertellen is hier tot kunst verheven. Niet voor niets won
Pirandello de Nobelprijs voor literatuur.
(** Over feodalisme en een man die bij het herstellen van een enorme olijvenkruik aan de binnenkant vast komt te zitten.)
(** Over feodalisme en een man die bij het herstellen van een enorme olijvenkruik aan de binnenkant vast komt te zitten.)
Over de
gekte van een vrouw van Astrid Roemer kreeg ik van een vriendin voor
mijn 25e verjaardag. Onlangs heb ik
de boeken op alfabet in de kast gezet en kwam ik het weer tegen. De
Rainbow Pocket zag er gelezen uit, maar er gaan geen lampjes branden
en het is toch geen boek dat gemakkelijk van je afglijdt. Een kado
dat ik niet op waarde schatte? Mogelijk.
Liefde,
moederband, tropensymboliek, drank, magie, geweld en seksualiteit en
relaties in alle vormen en tussen verschillende geslachten van
verschillende kleur en geloof, trekken met elkaar op. De dokter,
dominee en schoolinspecteur zijn machtswellustelingen. Een
verkrachting van twee lesbiennes op een een strand van Curaçao gaat
terloops voorbij op een litteken op de rug van de verkrachter na.
De gekte
van de vrouw is de gekte van de samenleving. Deze zin pikte ik eruit:
“Nooit zal ik vergeten hoe een stad kan staren, wanneer iemand
ontsnapt aan haar bekrompenheid.”
Zo'n
boodschap houd ik mezelf ook wel eens voor: “De wereld staat in
brand en jij bent alleen met jezelf bezig.”(69) Ik pik hem hier
van In het buitengebied van Adriaan van Dis. Van Dis is zo'n man om
van te houden. Die in al zijn pedanterie niet pedant is, maar iemand
die de spot met zichzelf weet te drijven en betrokken bij de wereld
en mensen om zich heen. Ook in dit boek.
“Maar
het was de tijd die me dwong: de wereldoorlog in de kranten dwong me
kleiner te gaan denken. Aan de vluchtelingenstroom kon ik niets doen
en met de patriotten aan de macht was mijn schrijven fluisteren
geworden. Maar ik kon wel één kind met een tafel gelukkig
maken.”(56) En ook dat haalde niets uit.
Een beetje
pedanterie zit er wel in, zeker als de hoofdpersoon beschrijft de
rivier in te willen lopen met een jas vol stenen.(21) Dat is wat
Virgina Woolf deed. Ach er zijn mindere exemplaren om je aan te
spiegelen. En je hoeft niet met alles origineel te zijn. Zelfmoord
komt voor de liefhebbers in dit boek ook in andere vormen voor. De
Binnenstem fluistert de hoofdpersoon in wanneer het zou kunnen. Het
gebeurd niet. De neiging wordt bezworen. Een jeugdvriendin maakt er
wel een einde aan. Keurig georganiseerd. Het is desondanks best een grappig boek
over het menselijk onvermogen.
Ik lees met moeite, maar wel graag. Het voordeel van een boek is dat als je er in zit dat relatief lang duurt. Dat maakt het makkelijker leesbaar dan losse artikelen. Vanaf 31 januari 2018, op de laatste dag van de maand, zet ik kort (het moet het lezen zelf niet in de weg staan) op een rijtje wat ik las. Want ook bij het onthouden kan ik wel wat steun gebruiken. Dat valt deze maand samen met ...
... iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier. Maar ook vandaag haalde ik het strand niet.
Ik lees met moeite, maar wel graag. Het voordeel van een boek is dat als je er in zit dat relatief lang duurt. Dat maakt het makkelijker leesbaar dan losse artikelen. Vanaf 31 januari 2018, op de laatste dag van de maand, zet ik kort (het moet het lezen zelf niet in de weg staan) op een rijtje wat ik las. Want ook bij het onthouden kan ik wel wat steun gebruiken. Dat valt deze maand samen met ...
... iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier. Maar ook vandaag haalde ik het strand niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten