Hoeveel soorten zijn er
niet! Kokkels en kinkhorens, nonnetjes en weduwnaars en
meisjesschulpjes, die blozen als een meisje als je naar ze kijkt.
En een lief deel van zijn verzameling zijn de miniaturen...
‘Het doosje met
de horentjes in speldeknopformaat, met de allerminuscuulste
fossieltjes, knopjes, torentjes, tandjes, schildjes, zo teer, zo
teer is dat allemaal - je moet je adem inhouden, anders waait het
weg - en zo onverzettelijk eigenwijs tevens; een ribhorentje
blijft beslist een ribhorentje en een stekelhorentje een
stekelhorentje, al zijn ze nog een halve millimeter in het kubiek;
ook het friemeligste waaiertje, het petieterigste venusje mist
geen ribbeltje, geen straaltje van zijn program, onwrikbaar
bijbelvast zijn deze kleine natte neusjes. Maar hun sympatiekste
zijde is nog dat ze je dwingen plat op de grond te gaan liggen -
anders vind je ze niet - en er zijn weinig exercitiën zo heilzaam
voor lichaam en geest, als te liggen, ontspannen en languit, plat
aan het Zeeuwse strand...’
Voor het zoeken naar die
mini schelpen was het te koud, grijs en grauw. Wat ik zag was iets
geels en gespikkeld. Even dacht ik aan gesneuvelde
lieveheersbeestjes, maar er lag zoveel van tussen wier en schelpen
dat dit me onwaarschijnlijk leek. Maar het heeft toch wel verrekte
veel weg van het meeldauwlieveheersbeestje.
*** Afgelopen
weekeinde kwam de tweede single van het komende album van De Kift
uit: Witte Vlinder. Het is gebaseerd op een gedicht van Joseph
Brodsky. Eerder verscheen het nummer Rode
Maan. Daarvoor is het uitgangspunt
een gedicht van de dichter
Carl Sandburg.
Zanger van De Kift Ferry Heijne is fan van de dichter uit de
Verenigde Staten en vertaalde een van zijn gedichten.
Beide zijn bedoeld voor
het album Niemandsland. Daarop wil De Kift de luisteraar in
dertien nummers meenemen “op zoek naar het
mooie en het schone in verontrustende tijden. Tussen alle
kwetsbaarheid, woede en angst prikt ook een speldenpuntje licht,
de verte, de zee. 'Mooi is het hier, mooi. Maar voor hoelang
nog?'”
Vlinder vers
X
En zonder angst te voelen, te beleven - zo blijf je lichtjes
zweven boven een bed van
bloemen, buiten cellen
afgesloten, waar het verleden en de toekomst lijden aan ademnood; en daarom, wanneer jouw
vlucht naar weiden voert, krijgt plotseling zelfs
vorm de lege lucht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten