donderdag 24 november 2016

Waarschuwing van Reyckeroordt

Het centrum van Amsterdam is omringd door een halve cirkel van bolwerken die langzaamaan uit het straatbeeld verdwijnen. Dat in de Marnixstraat heet Reyckeroordt/ Rijkeroord (tot 1672 Bolwerk de Blom) en dat komt van Rietwijkeroord, een voormalige polder bij de Nieuwe Meer (nu de noordelijke helft van het Amsterdamse Bos).

De molen op de gevelsteen kwam er in 1614. Hij is in 1768 vervangen door een bovenkruier, ook Blom of Korenbloem geheten. Die molen is vervolgens in 1877 afgebroken en in 1878 herbouwd. Hij staat nu aan de Haarlemmerweg.

Om de begraafplaats bij de Westerkerk vanwege gezondheidsredenen te kunnen ontruimen werd in 1655 besloten een nieuw aan te leggen op Bolwerk Rijkeroord: En Reyckeroordt, dat in zyn schoot/een oegst van lyken houdt verborgen, schreef dichtter, annex wijnhandelaar Daniël Willink daarom.

Ruim een eeuw later, in (1786) veronderstelde de Leidse medicus Cornelis Terne dat de ware reden was dat de rijken van de grachtengordel niet naast een begraafplaats wilden wonen, “met neuzen te delicaat voor de stank.” Ook toen was er sprake van afkeer van de elite, die overigens in de 19e eeuw Nederland wel naar zijn hand wist te zetten.

Bron: Rob van Reijn en Maarten Hell, De ommuurde stad (Amsterdam: Bas Lubberhuizen, 2013).

3 opmerkingen:

Jan de Stripman zei

Mooie info !

martin zei

Besprak het boek voor de Staatskrant:

Bespreking: buurtverleden in beeld gebracht

In het boek de ommuurde stad worden de 26 bolwerken beschreven die in de 17e eeuw zijn aangelegd. Acht daarvan liggen in of tegen het verspreidingsgebied van de Staatskrant. Tussen IJ en politiebureau Raampoort lagen de Leeuwenberg, De Bogt, Westerbeer, Sloterdijk, Haarlem, Karthuizers, Slotermeer en Rijkeroord.

De bolwerken zijn verdwenen, maar het tracé van de verdedigingswal is nog herkenbaar aan de Singelgracht. De aanleg stond aan de basis van de derde en vierde uitleg van Amsterdam in respectievelijk 1611 en 1662. Tijdens de derde werd o.a. de Zeeheldenbuurt aangelegd.

De militaire waarde van de wal wordt her-en-der in het boek betwijfeld. Zo zeg een Franse markies al in de 17 e eeuw dat de bolwerken niet meer zijn dan versierselen rond de stad. In de Franse tijd (1795-1813) had het bolwerk afgedaan als verdedigingswerk. De sloop kon beginnen. Het werd een wandelroute en groene zone rond de stad. Door de bouw van huizen, de aanleg van het Westerkanaal en het rechttrekken van de Singelgracht zou veel verdwijnen. De vijfpuntige vorm van een bolwerk is alleen bij de Rotterdammerbrug (waar nu de skatebaan is) nog goed te zien.

De Zuiderspeeltuin is gebouwd op de Leeuwenberg - beter bekend als Blauwhoofd, vanwege de blauwe steensoort die gebruikt is. Het Zoutkeetsplein is een overblijfsel van De Bogt. Pieter Cornelisz Claasen, de molenaar op Karthuizer (het huidige Frederik Hendrikplantsoen) was een moderne mens en betrokken bij technische ontwikkelingen, zoals treinen zonder spoor. Rond 1845 maakte hij deel uit van een groep die een brug over het IJ wilde laten bouwen. Kort daarop werd daar vlakbij een speelplaats aangelegd. 'Buurtschoffies wisten deze echter binnen een jaar compleet te vernielen.'

Waar nu het schoolplein van het Cartesius Lyceum is, met die mooie platanen, was in de 19e eeuw een lusthof met brouwerij dat eerst financieel de mist inging. In 1863 werd het zaakje opgekocht door Gerard Heineken, met de bekende gevolgen. 'In de zijwand van de stoep voor de huisjes zijn stenen zichtbaar van het voormalige bouwwerk,' stelt het boek. Het gaat hier de drie oude huisjes in de Marnixstraat. Er wordt momenteel gebouwd en gegraven, maar er is vrijwel niets te zien. In het pand ernaast (Marnixstraat 285) zit nog wel een gevelsteen die de herinnert aan molen De Blom (1614-1768). Zichtbaar of niet, in het boek wordt het prachtig in beeld gebracht door afdrukken van schilderijen, tekeningen, bouwtekeningen, foto's, e.d.

martin zei

De huidige bewoners liggen wel eens in de clinch met het bestuur. In de 17e eeuw ging het er ruiger aan toe. In 1672 ging het gerucht dat de Fransen op platbodems de stad zouden binnenvallen. Schout Hasselaar nam met twee dienaars polshoogte. Bij het Blauwhoofd vroeg een wacht het wachtwoord. Hasselaar weigerde arrogant dat te geven, zo gaat het verhaal. De schildwacht schoot hem in de heup en de schout zou later aan zijn verwonding overlijden. In 1642 werd de fabricage van drukinkt op een eilandje bij de Haarlemmerpoort toegestaan. Na een brand protesteerden de onwonenden en werd de fabricage verplaatst. Het boek staat vol met dit soort mooie verhaaltjes, opgediept uit de archieven.

De ommuurde stad is niet alleen prettig geschreven; het is ook helder ingericht. Ieder bolwerk heeft zijn eigen hoofdstuk en een markant gebouw. Wat mist is een korte geschiedenis van Amsterdam. Die komt in de korte verhalen rond een bolwerk wel steeds fragmentarisch terug, maar een overzicht ontbreekt.
Het boek is bedoeld is voor een historische stadswandeling van het Barentszplein naar het Funenpark. Maar ook voor wie van geschiedenis, lezen of plaatjes kijken in een luie stoel houdt, is het boek ook een aanrader. Het is een gids naar het vrijwel onzichtbare verleden, waar molens door brand verdwenen, kloosterlingen werden verjaagd en de wal door gierigheid verzakte. De ommuurde stad is een boek dat je als Amsterdammer moet hebben.

titel De ommuurde stad
auteurs Rob van Rijn; Maarten Hell
uitgever Bas Lubberhuizen, 2014, http://www.lubberhuizen.nl/detail.php?id=564
uitgave paperback, volledig in kleur, rijk geïllustreerd, 178 pagina’s
isbn 9789059373747
prijs € 22,50