Nu ben ik geen voetbalcoach, maar als Nederlander herkende ik wel het spelen op de helft van de tegenstander zonder iets klaar te maken door “een slordige laatste bal.” Er was weinig sfeer. Het geluid stond uit en de opzwepende commentator was vervangen door Radio2 pop. Een kijker vroeg of het commentaar wel aan mocht, maar na een toneelstukje (tenminste dat denk ik) bleek dat dit niet kon. Volgens Theo Reitsma zijn de commentatoren er om wedstrijden aan het publiek te verkopen. Ik ging weg in de rust. De volgende dag zou blijken dat het een gelijkspelletje was geworden.
De middag
in de leessalon met uitzicht op het zog van het schip en met Deense
boeken achter gesloten deuren in de boekenkast. De ene helft las op
een scherm de andere helft van papier. Nog een helft zat te dommelen,
maar die telt niet mee. En dan was er nog de Oost-Europese
vrachtwagenchauffeur met droevig of moe gezicht die er constant zat
te bellen, zonder storend te zijn. Een dag later zit de man er weer
(of nog steeds?). Terwijl tussen Duinkerken en Dover vrachtwagenchauffeurs en andere passagiers gescheiden worden, loopt het hier
door elkaar. Veel dikbuikige mannen met tatoeages tussen vakantievolk
van allerlei slag. Ik vond het wel wat.
Gisteren
voordat ik ging slapen stond er een nauwelijks te onderscheiden
vuurtoren in het water tussen de rotsen (de foto ervan plaatste ik
gisteren). Het is het meest westelijke punt van Frankrijk, bij het
eiland Ouessant. Bij het opstaan is alles grijs; het drenst; en er is
meer deining en het schip slingert een beetje. Onder de douche hoor
ik opeens een alarmsignaal: vier maal kort, even later weer. Stom
genoeg had ik me nog niet verdiept in de veiligheidsprocedures en
wist niet dat het er zeven moesten zijn, voordat het ernst was. Nog
5½ uur en dan zijn we in Santander en begint het volgende deel van
dit avontuur.
De
oorontsteking die een paar weken geleden begon is over. Mijn oor zit
nog wel vol troep en ik hoor er weinig mee. Het is alsof het geluid
binnen in mijn hoofd blijft. Kauwen of krakende nekwervels maken veel
kabaal. Om de ziekenboeg even af te maken met lippen die niet al te
veel zon meer willen hebben en een scrotum dat minder blij is.
Intussen trekt de lege zee aan mijn raam voorbij. Niet meer dan
af-en-toe een enkel schip. Weg van de wereld om
me voor te bereiden op het volgende deel.
Na aankomst zo'n 50 km gefietst. Het koste moeite om mijn weg uit Santander, los van de grote wegen, te vinden. Er was wel meteen bewegwijzering voor de auto's en motoren niet voor de fietsers.
Citaat van de dag:“De ene keer is de ziel de dokter van het lichaam, de andere keer is het lichaam de dokter van de ziel. Als ze elkaar niet zouden helpen wie zou het dan doen?“
Jacob Sjenfeld in De Vier maaltijden van Meir Shalev, p. 108.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten