vrijdag 17 juni 2016

Armgebaar, Lège-Cap-Ferret – Cadeuil, 17 juni 2016


Direct na vertrek 45 km fietspad. Niet van dat lollige met veel bochten, maar rechttoe-rechtaan, om ergens te komen. Onderweg drie hardloopsters en drie fietsers, waarvan twee bepakt zoals ik. Er ligt een lange strook asfalt door de bossen, CO2 vastgelegd in de weg. Recht maar met een berm vol bloemen. Ik zie zelfs een verdwaalde vlinder in dit zonloze weer even tussen de spatten doorvliegen. 'De verdwaalde vlinder,' er zit een verhaal, gedicht of lied in deze woorden.

Tijdens de tocht over die weg tussen Donostia en Irun, van een paar dagen geleden merkte ik wat een vertrouwen er spreekt uit dat naast elkaar voortrazen, tonnen aan massa in beweging. Eén slinger aan een stuur, een maffe inhaal manoeuvre en daar was je. Voor de verkeersdeelnemer noodzakelijk vertrouwen, dat elders vaak ver te zoeken is.

Zelf belandde ik in mijn eigen verhaal over een plek waar ik nooit was. Hourtain-sur-Mer. Er is weinig en van dat weinige is het meeste dicht. Alleen het grootste strandpaviljoen is open. De campings zijn nog leeg en de restaurants nog dicht. De zee is er wel en de duinen, net als in mijn verhaal. Het zou hier in het hoogseizoen flink druk zijn.

Voor de pont over de Gironde wacht een groep bezonnebrilde Chinezen met zwarte auto's. Ik kan er niets aan doen, maar zo in de buurt van de Medoc en chateaus als Lafite en Mouton Rotschild, moet ik toch denken dat ze komen voor de dure bordeaux. Al meer dan 100 Franse chateaus zijn in Chinese handen.

Dan ben ik opeens moe en stop bij een camping, maar ik heb nog geen eten. Het winkeltje is hier in het voorseizoen dicht en het een is kilometer of wat naar de dichtstbijzijnde. Ik kwak mijn bagage op mijn plek. En stap weer op. De eigenaresse had me verteld right, right, right en maakte met een arm beweging duidelijk vanaf daar rechtdoor. Ik raakte de draad kwijt. Twee keer rechts was al teveel. Als ik verder zoek, zie ik een reclame voor een supermarkt op zes minuten afstand. Ik denk dat dit een kilometer of zes zal zijn. Dat blijkt te optimistisch. De supermarkt zit op een kilometer of 10. Dat betekent met 100 kilometer door kleine dorpen en langs smalle landwegen. Het kleine dorpswinkeltje mis ik door mijn gerichtheid op die grote supermarkt.

Het wordt een restaurantje. Paardenbiefstuk met patat. Voor de zaak zitten plaatselijke hangouderen wijn en bier te slurpen en iedere nieuwe die aanschuift wordt door allen omhelsd. Mij vinden ze maar een vreemde snoeshaan met mijn Perier bij het eten.

Geen opmerkingen: