Daar zit
je dan te wachten op de tandarts in een ruimte die bedoeld is voor
spoedeisende hulp. Er stapt een forse vrouw binnen: “Ik ben mijn
man kwijt. Is hij hier binnen gekomen?”
Zelf maak
ik een foto van de ruimte met snoepautomaat. Vreemd toch dat dat wat
ons gezond moet houden als sport- en gezondheidsgelegenheden een
economisch graantje mee moet pikken door suikerbommen te verkopen.
Er komt
een schoonmaakster langs. Ik maak nog een foto. Ze merkt het en wil dat niet. Ik
beloof haar niet te plaatsen. Nou ja een onherkenbare flard dan.
Inmiddels
ben ik gesprek met een Syriër die zo snel mogelijk terug wil. Hij is
drie jaar hier. Je kon het niet zeggen wie ging vechten. Goede
vrienden van hem pakten de wapens. Maar optimistisch zegt hij: de
oorlog is over. (Doet me aan een liedje denken.) Hij is opgeleid tot ingenieur
voor olie-installaties. Nu eerst een verstandskies verwijderen.
Het begon
al met een man die zijn kwalen aan me kwijt moest: lever en prostaat
(geen kanker). Hij vertelde ook dat alles verandert behalve
veranderingen. Toen ik van die waarheid een onsje af wilde halen,
bleef hij bij zijn zaak. Opgewekt ging hij naar de driemaandelijkse
controle. Wat een gemoedelijk sfeertje.
Als ik
zelf aan de beurt ben, blijkt het röntgenapparaat het niet te doen.
De tandarts kan niet diagnosticeren waar de oorsprong van de
ontsteking zit. Wel verlicht hij de pijn door de troep uit mijn kaak
te duwen en schrijft me een doos brufen voor. Die ik waarschijnlijk
over een jaar weggooi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten