Bij zonnig weer kan de kreukelroos zo lekker ruiken. |
Aan de
kant staat een moeder met een behelmde kleuter op een fietsje te
wachten totdat ze over kan steken. “Wanneer zou ik haar alleen
naar school kunnen laten gaan,” vraagt ze zich
vermoedelijk
regelmatig en met recht af. Als het zover is houdt ze haar hart nog
maanden vast, maar dat verdwijnt om door een voorval
hier-of-daar weer de kop op te steken.
hier-of-daar weer de kop op te steken.
We
zijn uit ons jasje gegroeid. Maar ik kijk naar het glooiende veld en
eet een bakje met griesmeel en een broodje. De vluchtelingen blijven voor mij tijdens deze tocht grotendeels verborgen. Een enkeling. Ik passeer een actieve zwerver met twee herdershonden in een bushokje.
Vorig
jaar mistte ik de brug over de Severn in Wales. Nu kwam ik te
zuidelijk uit voor het
pontje tussen Petkum en Ditzum (je zou er een
Bommel van kunnen maken). Slordige planning opweg naar mijn laatste
overnachting.
Het
wordt de achtste: een in een bed, twee strandcampings (aan het
waddenslijk) met veel naar lawaai tot diep in de nacht, twee gewone
goede campings, drie waar ik het echt naar mijn zin had: de eerste op
Borkum, als topper die in Hodorf en nu in Kostverloren (eenvoudig
maar prima), aan de LF10.
Dag
1 Trein –
Borkum: Zeeman
Dag
2 Borkum – Norddeich: Trekkers
Dag
3 Norddeich – Dangast: Alles
er op en er aan
Dag
4 Dangast – Bremen: Pompstation
Dag
5 Bremen – Hodorf: Vijver
Dag
6 Hodorf – Hochdonn: Gondel
Dag
7 Hochdonn – Grossensiel: Er
zit niets anders op
Dag
9 Kostverloren – thuis: Rijks
Hoogere Burgerschool
Geen opmerkingen:
Een reactie posten