Eergisteren las ik het boekenweekgeschenk voor 1983 Soms denk ik wel eens bij mezelf... dat werd geschreven door Wim Kan.
Gisteren besteedde Paul Onkenhout in de Volkskrant aandacht aan de cabaretier die als eerste met een oudejaarsconference kwam.
Zijn vertegenwoordiger Wim Ibo bedong in 1954 bij de VARA-radio ƒ1.000 voor een uur lange terugblik op het jaar. Hij legde ook volledige inhoudelijke vrijheid vast. Dat was nodig omdat de de PvdA “mocht meepraten in de commissie die de inhoud van het politiek cabaret bewaakte.” Het bleek dat Kan ook met de rooms-rode regering onder Willem Drees wel wat appeltjes te schillen had en daar waren de sociaaldemocraten niet van gediend. Wim Kan werd gesteund door de directie van de omroep en zo leverde de radio kritiek op een ander deel van de 'rode' zuil. En werd “de Nederlandse radiowereld verlost uit de enge cel van angst, bekrompenheid en hypocrisie,” citeert Onkenhout in de Volkskrant Ibo.
AntimilitaristNog meer lof komt er door Kan een antimilitarist te noemen. Hij was gekant tegen de herbewapening van Duitsland. Onkenhout haalt een paar regels uit een liedje aan: “Dat moet de veiligheid van het Westen dan vergroten / een Germaanse vredesduif met laarzen aan z’n poten!” (Duitsland werd in 1955 de NAVO binnengehaald.) Hij was ook een fervent tegenstander van de Japan. Of hij een antimilitarist was? Ik betwijfel het. Antimilitarist in de zin van: militarisme levert geen oplossing voor sociaal-economische en internationale problemen en het militaire apparaat is een machtsmiddel in handen van de elite*; of trekken antimilitarisme en het pacifisme van Wim Kan hier samen op alsof het synoniemen zijn?
Kan zegt zelf in het boekje: “Ik ben pacifist in hart en nieren,” en neemt er gelijk ook afstand van“maar m'n hoofd staat er niet naar.” Hij was een realist: “Ook al hebben wij in de wereld van vandaag misschien gelijk, we moeten proberen samen te leven met het ongelijk – om te voorkomen dat we tegelijk met het ongelijk de lucht invliegen,”; en een criticus: “Dansen is bidden met je benen (Heine), maar marcheren is vloeken met je voeten (Wim Kan).”
Ruben Jong merkt in een master thesis over de politieke standpunten van Wim Kan op dat: “De flinke groei die de Nederlandse defensiebegroting doormaakte na de Tweede Wereldoorlog werd vooral door hem bekritiseerd. Evenals de internationale wapenwedloop in de Koude Oorlog.” Vrede stond hoger in het vaandel van de cabaretier dan militair vertoon, dat is duidelijk. Je zou meer van dergelijke vredesboodschappen wensen, maar er is een verschil tussen de vredesgedachte en antimilitarisme (al trekken beide stromingen vaak samen op).
OpmerkingenIn Soms denk ik weleens haalt Wim Kan 100 opmerkingen uit zijn radio-conferences (pas in 1973 zou hij op televisie komen met zijn legendarisch geworden blikken op het voorbije jaar). In het voorwoord, geschreven door Simon Carmiggelt, staat dat mensen misschien wel hun mooiste uitspraak missen, “Weet je nog wel, die éne? Ach, waar ging-ie ook over?” De tekst is niet voor niets vergeten en werd bovendien gebruikt in een opbouw, op het juiste moment, met de juist toon. “Geïsoleerd op papier doet het zinnetje u weinig,” schrijft Carmiggelt. Kan zocht zelf het een en ander bij elkaar dat wel overeind bleef op papier. Tenminste dat was de bedoeling. Maar 41 jaar later zijn veel versleten en de context vergeten.
“Je kunt niets belachelijk maken wat al niet een beetje belachelijk is,” klinkt op het eerste gehoor adequaat, maar er is nog maar weinig dat niet door de een of ander wordt bespot om een schare volgelingen te plezieren en de tegenstander als minderwaardig te framen ook al is er niets belachelijks aan diens standpunten.
“Regeren in Nederland is schipperen naast God,” is een opmerking uit het verleden en je moet dan even nakijken hoe de regeringen er uit zagen in het jaar dat de uitspraak werd gedaan. Maar op het internet is wel de uitspraak doch niet het jaar van oorsprong te vinden (in de krantendatabase Delpher idem). Ach christelijke partijen hebben in de periode 1954-1983 altijd in de Regering gezeten.
“Rechtsaf kan alleen als links 'om' is,” is nog achterhaalder; zelfs met het ook economisch liberale van D66 en de fundamentalisten van de Christen Unie erbij wordt de linkse stroming die staat voor verdeling en solidariteit en die tegen de macht van de economische elite is, nu door een (etreem) rechtse meerderheid opzij gezet. De Nederlander is inmiddels los gewaaid van samenleven.
“Een
onafhankelijk dagblad is een dagblad dat niet wil weten van wie het
afhankelijk is,”
schreef hij. Dat is nog wel iets om bij stil te staan.
Of uit het leven gegrepen:
“Het
eerste wat ik denk als ik 's nachts wakker word is: Niet denken!”;
“Wie nooit tijd heeft, kan er niet mee omgaan.”;
“Succes is een pijnstiller,
geen geneesmiddel.”; of
“Altijd leuk is zo lollig niet.”
Gewoon een grappige opmerking kan ook, hoewel gewoon er is vaak
een dubbele bodem: “Wie staat er aan
de andere kant van de klaagmuur?”
Christelijke beknotting
Het geschenk dat Kan schreef zou tot controverse leiden. Christenen voelden zich beledigd door enkele van de verwoorde gedachten. Maar misschien is het meest controversiële wel dat het CPNB en de in 1982 opgerichte organisatie Christelijke Lectuur Kontact (opgericht om de contacten tussen christelijke uitgevers en boekhandelaren te bevorderen) afspraken dat in het volgende jaar rekening zou worden gehouden met de principes van de Christelijke boekhandelaren. Het Nederlands Dagblad noteerde: “Wanneer de plannen voor het boekenweekgeschenk van volgend jaar klaar zijn, zal de CPNB met het CLK contact opnemen zodat men samen over de aanvaardbaarheid van het geschenk kan oordelen. Eventueel kan dan alsnog besloten worden tot de uitgave van een alternatief boekenweekgeschenk.”
Kan
kreeg wel de VARA in 1954 mee, maar drie decennia later niet de steun
van het CNPB. Er staan inderdaad nogal wat frases in het geschenk
die het geloof onderuit schoffelen. “De
kerk is Gods eigen huis, maar toch staat op de toren een
bliksemafleiders,”
is er daar een van en zeker niet de scherpste. Beledigen heeft
weinig zin, maar de visie van Wim Kan op het geloof is een van de
vele denkbeelden erover (en zeker geen onzinnige) en moet
gehoord kunnen worden. Propaganda voor het boek is niet gediend met
propaganda tegen geloofskritiek.
Het
boekje is een aandenken uit een wereld die achter ons ligt. Veel meer
niet, maar aardig om nog eens door te lezen.
Noot:
*
In bespreking
van Chris
Rossdale’s
Resisting Militarism: Direct
Action and the Politics of Subversion
sta ik
uitgebreider stil bij de definitie van militarisme en de strijd
daartegen.