Amen en uit. Ik heb genoeg van de regen. Bij het
gehucht Amen denkt mijn telefoon dat ook. Ik poets hem helemaal
droog en dan doet hij het weer bijna tot het einde van de tocht.
Daarna begint het poetsen weer en de telefoon gelukkig ook.
Dat is maar goed ook, want op het adres waar de camping zou zijn,
is hij niet. Bellen. Ik word opgehaald en samen gaan we naar de
tent, daarna eten en wandelen. Niet alleen kan ik dan de
dassensporen zien, waarover ik al hoorde, maar ook hun paadjes het
bos in zien gaan. En we komen langs een huilende spar.
Door
naar die boom te kijken zie je hoe de vliegjes millennia geleden
gevangen werden in druppels en zo voor ons bewaard werden in barnsteen.
Het
bos is versierd met een heleboel grafheuvels (uit diezelfde tijd), een plas met
kuifeenden en naast de tent staan tamme kastanjes.
|
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten