dinsdag 2 december 2025

De muizen

De muizen van Lenneke Westera is een absurd en fabelachtig kinderboek. Opeens ziet Fien 40 muizen achter de kliko zitten, met 160 pootjes en 80 ogen. Muizen zullen er het hele verhaal zijn. Met korte opmerkingen geven ze haar raadselachtige tips die later van pas komen.

'Duwen,' als losstaand woord betekent niets, maar als de moeder van de schoolmeester buitenwesten op de grond ligt dan begrijpt ze daardoor wel dat ze op de rode knop moet duwen die op een soort horloge om de pols zit.
     Door een dergelijke aanwijzing wint ze ook een vliegreis naar San Francisco.

Wie wel eens muizen in huis heeft, deelt misschien de liefde (vermengd met afkeer over knaaggedrag en keuteltjes) voor de mooie kleine zoogdiertjes in hun grijze bontvacht. Inderdaad dieren om een verhaal over te schrijven. Hier zie je dat ze sturen en manipuleren. Wat hebben ze met Peru? De naam van dat land is een van de eerste woorden die ze laten horen. Wat hebben de muizen uiteindelijk zelf aan dat woordjes piepen? Dat blijft tijdens het lezen van het boek een vraag.

We reizen met Fien, haar vader ('n draaideurverkoper), moeder en vervelende broertje naar San Francisco en Los Angelos. We vliegen verder met Fien en haar Meester Wiebe – die dan gewoonweg Wieb genoemd wordt – naar Peru. Daar worden de toeristische cultuele topattracties bezocht, maar ook de Hohépi die ver na de laatste bushalte in het oerwoud leven. 

Op het internet bestaan ze wel, maar alleen in de context van De muizen. Het boek sluit zo'n beetje af met een paar termen uit hun taal, zoals de groet 'In lak'ech Ala Kín' (Ik ben een andere jij, jij bent een andere ik) en 'Nush nush' (Het was goed, het is goed en het zal goed zijn.) Je kan door zo'n stam in het verhaal te verwerken ideeën kwijt over hoe mensen samenleven (of juist niet).

Taal is ook een belangrijk deel van het boek. Allereerst Engels (dat door vertalingen en gebruik tot leven komt), het Hohépi dus, en zelfs het Spaans voor muizenkeutel komt voor: cagarratito (betekent eigenlijk poep). Heerlijk om de grijpbaarheid van taal mee te nemen in een boek voor de bovenbouw van lagere school. Verder is het een prettig reisverhaal met de tip om ook op het kleine, de details, van het leven te letten.

Met illustraties van Marc Suvaal. Nur 283 (Fictie 10-12 jaar).

vrijdag 28 november 2025

Anna Karenina

De eerste keer dat het bestaan van Lev Tolstojs boek Anna Karenina (1874) echt tot me doordrong, was toen ik het in 1986 tegenkwam in deel van een verslag van een avondschoolreis naar Moskou, Kalinin en Leningrad (toen nog). Een scholiere schreef: “Op het koude, Anna Karenina-achtige station van Kalinin worden we opgewacht door de gids.” Ze zag zelfs een graaf Vronski, de geliefde van Anna, in de reisleider die we er kregen.
     De stations, en vooral de vooroorlogse locomotieven die er volop stonden, hadden op mij al een enorme indruk gemaakt. Nu kwam daar nog een stuk wereldliteratuur bij.
      Kort daarna zou ik Oorlog en Vrede gaan lezen. Anna moest bijna veertig jaar wachten. Pas door het lezen van het boek snap ik hoe belangrijk het station en die zware locs in het verhaal zijn. Die spoorwegen zijn in de tijd van de roman nog vers. Ze liggen er nog net geen kwart eeuw. Ze markeren de tragische aanleiding, het begin en einde van het verhaal.

Het boek komt het huis binnen met de meest afzichtelijke omslag waarachter je het kan verstoppen. De uitgave wilde blijkbaar de markt veroveren in het zog van
de film uit 2012 en tooit zich met een van de filmaffiches. De vertaling is van Laurens Reedijk. Sint Petersburg, heet bij hem op zijn Engels Saint Petersburg, maar dat is een kleinigheid. De Gelderse Roos krijgt van hem gewoon zijn Nederlandse naam. Dat daarmee een diepere betekenis uit het Russisch verloren gaat valt niet te vermijden in dergelijke gevallen (als je er niet een  – bij mij welkom notenleger aan toe wilt voegen). Maar hij verbetert de tekst van Tolstoj tenminste niet, zoals een andere Nederlandse vertaler meende te moeten doen.

Het romantische en chique van de voorkant zit uitdrukkelijk ook in het verhaal. Het speelt in de adellijke – en in ieder geval voorname – klasse van Moskou. De Anna die het boek zijn titel gaf, komt uit Sint Petersburg. Ze bezoekt haar broer in Moskou om hem uit een netelig relatieprobleem te helpen. Ze komt met de trein aan en maakt meteen een overrompelende indruk en dat doet ze tot aan het einde van het zevende deel (van de acht).
     Het pendelen tussen St. Petersburg en Moskou is terloops door de roman geregen. Reizen naar en van het platteland zijn wat meer benadrukt.

Al eerder merkte ik op dat Tolstoj observeert op een manier alsof het gisteren was. De broer van Anna Karenina, Stefan Arkadjtsj, heeft alles mee. Hij heeft de juiste contacten, is rijk, en wordt door vrijwel iedereen sympathiek gevonden. Het is ook een man die gemakkelijk en los in het leven staat, zijn visie is geen overtuiging, maar hem aangewaaid. Hij “koos richtingen noch meningen, maar deze richtingen en meningen kwamen vanzelf,” net zoals hij geen kleding koos, maar nam wat in de mode was. Iedere paar pagina's kan je een typering of beschrijving als deze van de pagina's plukken. Mede dat maakt Anna Karenina tot het meesterwerk dat het is.

Kitty de jongste zus van Stefans vrouw gaat opgedoft naar het bal. Ze kwam in haar
“gecompliceerde tule japon op een roze onderjurk” even natuurlijk “alsof ze met deze tule, kant en met dit hoge kapsel waarop een roos met blaadjes prijkte, geboren was.” Het uitvoerig beschreven uiterlijk van Kitty contrasteert er mee dat haar verwachtte partner op het bal haar laat staan.
     Luxueuze diners en prachtige bals blinken, maar het verhaal gaat 
nog meer over relaties en de psyche, zoals die van een vrouw die zich laat ringeloren door een man die niet veel verder komt dan dat het leven er is om van te genieten en die uiteindelijk met lege handen en opgebrandt naar de oorlog vertrekt.

Konstantin Levin een jonge man die op het platteland woont en twijfelt over zijn rol in het leven wordt ook gefileerd. Eerst even zijn broers. Nikolaj omringt zich met types die niet passen in de adellijke omgeving van Moskou. Hij richt zich op het Marxisme en de verheffing van boeren en arbeiders. Intussen drinkt hij zoveel dat zijn gezondheid eronder lijdt. Nicolaj wil eenvoudiger leven, maar weet dat het hem niet zal lukken. Het maakt hem depressief.
    
Sergej Ivanovitsj, de andere (half) broer, is een stedelijk intellectueel die Konstantin op het platteland bezoekt om tot rust te komen. Hij dwingt hem te luisteren, terwijl konstantin het als landman druk heeft en veel van wat Sergej vertelt niet kan begrijpen. Voor hem is het platteland geen uitstapje uit een druk dagelijks leven. Het is hét leven, met zijn mooie, lelijke, genoeglijke en zware kanten. Konstantin brengt 'de provincie' het boek binnen en ook overwegingen over hoe de landbouw te verbeteren en hoe de conservatieve en laconieke boerenstand daarin mee te krijgen. Sergej en Konstantin staan daarmee voor de spanning tussen stad en platteland. De stad is vol opsmuk, en is in vergelijking met buiten vreselijk duur, en je moet er zoeken naar vermaak, anders is het er vervelend.

De grootste verliezer is graaf Vronski. Hij rijdt in een trein het boek uit. Hij gaat naar Servië om daar als vrijwilliger deel te nemen aan de strijd tegen de Turken met een eskadron dat hij voor eigen rekening meeneemt. Zijn leven is toch uitzichtloos. Dan kan je beter meedoen aan de opgeklopte Slavische solidariteit waarvoor geld wordt ingezameld en vele vrijwilligers afreizen. Volgens de moeder van de graaf is de oorlog door God gezonden om hem te helpen en hem bezig te houden.
    De Russen meenden mee te moeten doen aan de strijd om zo de
“zondige zonen van Hagar” te bestrijden. Daar kon geen discussie over bestaan. Toch kwam die er wel. Konstantin Levin bijvoorbeeld kan dat gevoel, die gedachte, helemaal niet delen. Vervolgens blijkt dat er meer zijn die er zo over denken als hij. Grote delen van het volk houden zich er helemaal niet met de oorlog bezig, hoe de voorstanders ook roepen dat dit wel zo is. De kerk wordt gedwongen ingezet het idee dat de oorlog nodig is te verspreiden, zonder dat de gemeenteleden het willen begrijpen. Een kleine minderheid bepaalt hier wat de meerderheid moet denken, zo menen de criticasters van de oorlogshoezee. En voor de kranten geldt: “hun inkomsten verdubbelen zodra het oorlog is,” aldus de vader van Kitty. Hij vervolgt: “Hoe zouden ze niet van mening zijn dat het lot van het volk en de Slaven...en al dat soort gepraat?” Met een meningswisseling of het juist is dat vrijwilligers particulier afreizen naar een niet verklaarde oorlog, eindigt dit gesprek over de strijd op de Balkan en de propaganda ervoor.
    
Volgens het nawoord is Anna Karenina samengesteld uit twee werken. Het ene over de Petersburgse schone. Het andere over Konstantin Levin die zeer enthousiast is over zijn landbouwbedrijf, daar het liefst verblijft en zo afstand neemt van de opsmuk in de stad. De uiterst serieuze Konstantin zoekt naar een manier om goed te leven, zowel voor zichzelf als voor voor zijn landarbeiders. Hij wil niet slechts
leven om zijn buik te vullen, maar er te zijn voor God, zijn ziel, of meer aards om “geen mens tekort te doen.”
     Lourens Reedijk merkt op dat zijn leven is geënt op het leven van Tolstoj zelf en een spiegel is van de politieke en culturele gebeurtenissen van de tweede helft van de negentiende eeuw, zoals die eveneens in het verhaal over Anna Karenina zitten. De een zoekt naar de zin van het leven. De ander naar de liefde die het zijn waarde zou geven. De een krijgt steeds meer greep, de ander verliest die grip onder druk van de omstandigheden.
    Levin is een aangenaam mens en je gunt hem het beste. Anna is een stedelijke celebrity die door haar liefde voor een knappe graaf, haar eerlijkheid daarover tegen naar haar wettige echtgenoot, en de verkeerde keuzes die ze maakt steeds meer afglijdt naar een leven dat onleefbaar is. Veel mannen leven er intussen maar op los met drinkgelagen en waar ze hun avonden eindigen wordt nergens voluit beschreven, maar wel gesuggereerd. Ook met haar heb je sympathie. Het leven wordt haar nodeloos moeilijk gemaakt door bekrompen zielen.

Volgens de Nederlandstalige wiki over het boek is het personage van Anna gebaseerd op Maria Hartung (1832-1919), de oudste dochter van de 
Russisch dichter Aleksandr Poesjkin. Tolstoj ontmoette haar ooit bij een diner. Deze visie is in verschillende talen (copy-paste) te vinden op het internet. Andere bronnen noemen echter Anna Stepanovna Pirogova, de vrouw van de huismeester van een van Tolstojs vrienden, als voorbeeld. Toen deze vrouw dacht dat haar man haar bedroog, beëindigde ze haar leven door zich voor een trein te laten vallen. Ze schreef haar man een briefje met de tekst: “Jij bent mijn moordenaar; je zult gelukkig zijn als moordenaars gelukkig kunnen zijn. Als je me wilt zien, kun je mijn lichaam op de rails van Yasenki bekijken.” Tolstoj ging in 1872, – enige tijd voor het verschijnen van de roman – naar de autopsie en daarmee werd de kiem voor het Anna deel van de roman gelegd. 
    Maar Anna Karenina kan uitstekend op eigen benen staan, zonder dat het nodig is te weten waar ze vandaan komt. Het boek is zoveel meer dan een tragisch liefdesverhaal over een door de mores van de samenleving gemangelde vrouw. 
      Het boek beschrijft terloops veel zaken: waarom denken vrouwen bijvoorbeeld dat met het aantrekken van dure jurken de liefde terugkomt; over de opkomst van een jonge en kritische garde aan bestuurders die de vastzittende maatschappij los willen wrikken, et cetera. Je leest de persoon Tolstoj door de tekst heen en dat geeft het boek veel meer kracht dan als het alleen de vermenging van een opgewekte en tragische romance was geweest. De inhoud van de roman wordt op wiki zeer beknopt samengevat met: “het behandelt thema's als schijnheiligheid, jaloezie, hartstocht, christelijk geloof, trouw, familie en huwelijk, en sociale vooruitgang.” Daar zou ik aan toe willen voegen: de rol van de adel, de positie van de landarbeiders, politieke ontwikkelingen en oorlog en vrede, waarheid en propaganda, en vooral de zin van het leven en de worsteling die te vinden.


vrijdag 21 november 2025

De vrucht van de schande


De vrucht van de schande van Sembène Ousmane draait om een incestueuze zwangerschap in een kleine traditionele dorpsgemeenschap waar eeuwen oude waarden en normen hooggehouden worden en de mens er aan ondergeschikt is. Net als veel andere boeken van de schrijver/regisseur is ook dit (door de man die wel de vader van de Afrikaanse cinema is genoemd) oorspronkelijk een filmscript, in dit geval van de korte film Niaye. “Met film, de taal der beelden op het witte doek, bereik je natuurlijk een veel groter publiek in Afrika. Het medium film, geluid en beeld, is een vervolg op de orale cultuur. Men hoort en ziet,” merkte hij op in het Nawoord bij Taaw; Een jeugd in Dakar

Nergens hoopt zich de aarde op
van je graf
Het boek opent met een tekst opgedragen aan een oude overleden vriend en vervolgens een gedicht Bij de dood van Sarr Pathe waaruit blijkt dat die jeugdvriend is omgekomen  in 1954 als militair in Franse dienst. Ousmane beweent dat Boca Mbar Sarr Pathe zonder graf verdwenen is en dat Afrika hem geen onderdak bood.
    De vrucht... 
is van 1966 en hoewel het herdenken van vroegere vrienden lief en mooi is, kan de vraag gesteld worden of een dergelijke opening de roman past. Het is immers twaalf jaar geleden dat Sarr Pathe omkwam.
     Een antwoord op die vraag is de aanwezigheid van Tanor Ngoné Diob in de roman. Tanor is een mataglap veteraan, ook uit het Franse leger en de broer van het zwangere meisje. Tanor speelt – en daarmee ook de oude vriend – een rol in de zijlijn en kort voor het eind zelfs in het middelpunt naar de vermoedelijk trieste afloop en het open einde van het verhaal.

De roman opent met de stem van de schrijver die de kritiek op zijn boek voor wil zijn. Hij vreest dat de reactie is dat je sommige zaken niet moet willen vertellen, omdat dit het 'zwarte ras' (een raciale term die in 2025 niet meer gebruikt wordt, MB) te schande zou maken. Hij brengt daar een retorische vraag tegenin: wanneer zullen we eens ophouden om ons gedrag niet te accepteren en goed te keuren vanuit ons MENSELIJK IK, maar vanuit de kleur van de ander. Je moet immers bepaalde dingen, feiten en gedragslijnen tot je door laten dringen, om je te verdiepen in de mens. Niet alleen vanuit intellectuele belangstelling, maar omdat alleen zo uit de oude, verdoemde wereld, de zo lang verwachte, zo lang gedroomde nieuwe wereld zal verrijzen. En ook in dit boek van Ousmane speelt de vrouw bij die ontwikkeling een belangrijke rol. 

De gebeurtenissen zijn gesitueerd in Santhiu-Niaye, een gehucht in het golvende gebied dat Niaye heet en ligt tussen de weg van Dakar naar St Louis en de Atlantische Oceaan. Thiès is de dichtst bij de nederzetting liggende grote stad om bijvoorbeeld een priem te kopen. Pagina's lang wordt het desolate gebied geschilderd, als hard, heet en leeg. Er was geen school, geen kliniek en geen politiebureau. Een maal per jaar kwam de Europese belastinginner langs. Maar het gebied werd ook getekend door de kleur van het jonge gras en de zonsondergang die nooit verveeld. Er worden mais, gierst, pinda's, maniokwortels en aardappelen verbouwd. De bevolking is traditioneel en bid vijf maal per dag. Om dat te onderstrepen worden de namen van de gebeden genoemd: zoals het tweede gebed yoryor, het derde toucasane, vierde timis en vijfde tisbar.

Tanor werd met trots door zijn vader het Franse leger ingestuurd en vocht in Indochina en de Maghreb (Marokko en Algerije). Hij leerde er te doden. Hij komt niet als man, maar als wrak weer thuis zo ziet de moeder. Ze was trots toen hij ging, maar krijgt een gek terug. Vervloekt zij de oorlog, meent moeder Ngoné vanuit de pijn die ze voelt.
    In het kleine dorp is zijn ongehuwde zus Khar Madiagua Diob zwanger. Allereerst krijgt Atoumane, een landarbeider voor het natte seizoen, de schuld in de schoenen geschoven; hoe hard hij ook ontkent. Het is alleen de schoenmaker, de griot, van lagere kaste maar met uitgesproken meningen, Déthyè Law, die hem gelooft, verdedigt en verborg voor hen die op hem jaagden. De arbeider die een van de meest woeste gronden bouwrijp had gemaakt, wordt niettemin uit de dorpsgemeenschap verjaagd en zijn akker geconfisqueerd.
     Maar haar vader is de vader, zo flapt Khar er opeens uit.

Als lezer zit je onder de kapokboom bij de gesprekken, het redetwisten en het spelen van yothé. Het is een omgeving die aanspreekt, maar waarvan je tegelijk ook weet dat die zover van je af staat dat het moeilijk zou zijn je er een houding te geven. De Westerse lezer is hier een buitenstaander in een wereld die erg van de zijne verschilt. Uit Taaw haalde ik een woord dat ik kende door het Indonesisch voor arm mens. In De vrucht.... is 'adda' omschreven 'als het stelsel van regels in het leven van onze vaders. In Nederland vanuit Indonesië bekend als adat, dat stamt van het Arabische adah met dezelfde betekenis. De aanwezigheid van dat bekende gewoonterecht, zorgt ervoor dat de situatie dichterbij komt, maar tegelijkertijd ook verder weg komt te staan. Het is meedogenloos om conservatief te bewaken wat was en is, ook als dat mensen kwetst. Hier is dat beschadigen letterlijk zo. Op iedere inbreuk “staat de doodstraf, of verstoting uit de gemeenschap.” Niet alleen de vader, ook zijn vrouw en dochter krijgen de schuld van het bezwangeren. En allen moeten de consequenties voelen. 

Hoewel vader Guibril Guedj Diob uit een goede adellijke familie stamt, wordt hij uitgestoten uit de gemeenschap, zijn vrouw wilde nog met hem over de zwangerschap van hun dochter praten, maar hij snauwt haar af. Zij kan de schande niet dragen, bedrogen te zijn door haar eigen man, en doet wat de traditie gebiedt. Als het kind geboren is, neemt Tanor zijn eigen maatregelen. De dochter wordt verbannen met het advies: loop naar de zee en sla daar linksaf. Dat is de richting van Dakar uit (hier ook Ndakaru genoemd). Het kind moet de naam van haar oma krijgen en niet van haar opa, meende de grootmoeder. Ze liet ook de sieraden aan haar kleinkind na, zelfs als dit een jongen zou zijn (wat ze hoopte) om het te helpen. Ze koos hiermee voor een nieuwe handelswijze, weg van het vastgelegde, het gangbare gedrag. 

De vrees was aanwezig in het dorp dat Santhiu-Niaye uit zou sterven omdat steeds meer jonge mannen naar de stad verdwenen, maar ook doordat hele families uit het dorp vertrokken. De schoenmaker stelt dat Allah niet houdt van water dat niet stroomt en wil zich kunnen uitspreken. Hij stelt dat als hij moet kiezen tussen Allah en de waarheid, hij kiest voor de waarheid. De griot wil niet bang zijn en zijn mond houden, daardoor wordt de menselijke geest onvruchtbaar. Aangezien hij de ruimte niet krijgt, besluit ook hij het dorp te verlaten naar een plaats waar de waarheid het kind is van een eerlijke geest en geen privilege dat afhankelijk is van afkomst. De traditie doet het dorp de das om en stort mensen in de moeilijkheden. Niemand die dat zo goed onder ogen ziet als de schoenmaker, de griot die met deze functie ook man van het woord is, namelijk dichter en zanger.
     Terwijl een dorp verderop, Keur-Malamine, zich naar de weg verplaatste en zo zes decennia na het verschijnen van het boek nog te vinden is op Google maps, is (het mogelijk fictieve) Santhiu-Niaye niet meer terug te vinden. De traditie brengt niet alleen de vrouw, maar ook de traditionele samenleving zelf in de problemen; ze organiseert haar eigen ondergang. De schoenmaker paste daarvoor.

En Khar en haar dochter Véhi-Ciosane Ngoné Thiandum? We weten het niet. Ze rijden mee met een vrachtwagen die zand komt halen aan het strand. De tocht gaat vermoedelijk naar Dakar. Ousmane wil ons echter niets beloven; een goed leven kan hij niet voorspellen, daarvoor zijn de tekenen van de tijd niet gunstig. Misschien gaat Véhi naar school en leert ze lezen, maar de kans is groot dat moeder en dochter zelfs dat ontzegd wordt. Misschien dat de dochter op een weinig effectieve manier en slecht geleid in opstand komt of dat de moeder zich weet te verstoppen in haar eigen drama. Meer niet. Voor een rooskleuriger beeld moeten we over de horizon van hun leven kijken.
     Even mogen we meeleven en ter inspiratie de kreet horen van oma, gericht aan haar kleindochter: opdat je het ontstaan van een nieuwe wereld zal voorbereiden. Want het is uit de gebreken van een oude, afgekeurde wereld, dat deze nieuwe wereld, waar zo op gewacht en zo van gedroomd wordt, geboren zal worden.” 

Vrijblijvend is het lezen van Ousmane niet, verdiepend wel. 


Zie voor een samenvatting van Ousmanes werk: Jan Kees van de Werk, 'Sembène Ousmane: ‘Ik weiger mezelf te verkopen,’ Bzzlletin, september 1990.

dinsdag 18 november 2025

Het loterijbriefje

 



Het loterijbriefje (2000) wordt gevonden door de hond Florijn op de vuilnisbelt. Floortje hoort bij Stella en Lowietje die naast het afval wonen waarin hun ouders naar materiaal zoeken dat verkocht kan worden. Het doet me denken aan de beelden van Smokey Mountain bij Manilla en andere plaatsen, waar echt mensen zo leefden én leven .

Kinderen en hond gaan het briefje inleveren en dan keert het lot, ook letterlijk, als in een droom. Ze hebben de eerste prijs gewonnen, 17 miljoen. Dat zijn twee enorme zakken vol briefjes. De hond vindt dat het van hem als vinder is en speelt de baas; het lieve hondje wordt een naarling met een monsterlijke grote bek. 
     De ontwikkelingen volgen geen verwacht traject, ze volgen de gewoonten van het leven en die zijn lang niet altijd mooi en andersom ook lang niet altijd alleen maar rot.
 Het blijkt bijvoorbeeld nog niet zo gemakkelijk en prettig als een miljonair te leven.

Els Pelgrom schreef het verhaal. De tekeningen werden gemaakt door Thé Tjong Khing (ze werkten vaker samen). De mooiste prent vind ik die als de kinderen weer terug naar het kleine huisje gaan. Ze klimmen over de door de grauwe maan verlichte weg en in de verte zie je 
bron
een stad. De pret is geheel afwezig. Al troosten de kinderen elkaar wel in de tekst ernaast met wat ze samen meemaakten.

Bestaat Smokey Mountain nog, vroeg ik me tijdens het lezen af. Nee al lang niet meer, de bewoners van de dump trokken naar een andere, de opvolger 
Payatas, vol nog grotere problemen, enormere ellende en een mager, maar niettemin wel, een inkomen. Ook deze stort werd gesloten. Waar de verzamelaars bleven?  Ook hier niet de verwachte Disney-vreugde over een einde aan het gore en gevaarlijke werk; ze werden nog armer. Je kan versies van dit verhaal in veel landen, op verschillende continenten vinden.

De rokende berg werd als in een droom toch echt (voor een poosje?) groen.