vrijdag 20 juni 2025

Kasteel in Ierland

Kasteel in Ierland* is het boekenweekgeschenk voor 1970 en is geschreven door Jan Gerhard Toonder**, de broer van Marten die twaalf jaar later het geschenk aanleverde`.*** (zie hier en voor de roofdruk hier).

Dr. Franz Krause uit Oltdorff am Neckar koopt in 1964 een onbeduidend Iers buitenhuis, dat met gevoel voor overdrijving een kasteel wordt genoemd. Het staat in het fictieve Perthmoore aan de boorden van Doonderry Bay. Hij wil er een klein hotel van maken voor de rijkere toerist. Het is enorm veel werk en de twee werkmannen hebben niet altijd evenveel haast. Bovendien komt de plaatselijke politieman met veiligheidseisen en de vraag naar nog niet ontvangen vergunningen.

Krause is niet alleen gekomen, maar samen met zijn vrouw Hilda. Zij krijgt het steeds meer naar haar zin in het groene land. Ze wordt toegezongen met Ierse liederen en schenkt koffie en thee voor iedere bezoeker. Elke dag is er wel een reden om een whisky, guinness, of biertje te drinken. Dat begint al in de ochtend. Haar man gaat zich anderzijds steeds meer ergeren. Ook aan haar. Langzaamaan wordt hij steeds meer geconfronteerd met de achtergrond van hun relatie en met zichzelf, in de vorm van een twintig jaar jongere Krause. Hij heeft een naar en goor verleden, waar hij zich uitpraat door zijn rol in misstanden klein te maken. Verder is het een trieste en zielig figuur. H. Westerink schreef in het Nederlands Dagblad:

Laag voor laag wordt hem het masker van nette burgerman afgenomen, totdat er tenslotte niet meer overblijft dan een miezepieterig, sadistisch bangbroekje, dat uit angst voor zichzelf en voor anderen niet beter weet te doen dan van tijd tot tijd weg te kruipen in een kelder, waarin hij tenslotte de dood vindt.”
Dat hij de dood vindt is een voor de hand liggende interpretatie, maar dat wordt niet in Kasteel in Ierland beschreven er is suggestie die ervoor zorgt dat je zelf voorbij het boek gaat verbeelden. Maar de oordelen over de man in het protestantse Nederlands Dagblad zijn treffend, dat hij in zijn jongere jaren ook een pervert en verkrachter was, moet daar aan toegevoegd worden. Nu leefde hij zich als kasteelheer uit op het veroordelen en kleineren van de Ieren en van zijn vrouw. Zij zitten hem alleen maar dwars, zo meent hij.

Naast het 'kasteel' staat een oude vervallen toren. Daaraan kleven verhalen en bijgeloof. Krause zelf ziet de zwarte kraaien die om de top cirkelen. Hij kijkt ernaar en ziet.
“(…) om de top, die bijna het bewegingloze dek van regenwolken leek te raken, zweefde, of vibreerde, een krans, zoals heiligen een krans om het hoofd hebben... maar deze krans was van anti-licht, gemaakt van zwarte vogels die in zinloze patronen langs en door elkaar vlogen, alle met een schorre roep die de een van de ander overnam zodat er geen seconde stilte zijn kon, een kreet die geen doel had, geen antwoord verwachtte, zich met een korte, hopeloze boosheid in het ruisen van de regen mengde, alsof, dacht Krause, de doden nog eens spreken mochten en niet wisten wat te zeggen. Hij rilde weer; een huivering van clandestien genot. Dit was mooi. Er was geen ander woord voor. Schön.”
Ook los van de betekenis voor het verhaal wordt de aanwezigheid van de zwarte vogels in een grote groep hier fraai beeldend beschreven. Het is verschijnsel dat je ook in Nederland wel eens ziet en hoort “zonder een seconde stilte,” tot het geluid verstomt. In Kasteel in Ierland gaat dit ook in de nacht door.

Het geschenk bezingt aan de ene kant de Ierse natuur, cultuur en levenslust (met een voorname rol voor de pastoor en overige stereotypen, soms op het kolderieke af) en aan de andere kant is het gewelddadig en naargeestig. Indringend is het zeker ook.

Noten:
* Kasteel in Ierland is op de website van de Nederlandse Bibliotheek te vinden als pdf, txt, scan of als epub. De cover is ontworpen door Wout Muller. Er is een 2e druk: een in linnen gebonden versie, uit 1988, 196 pagina's, maar ik heb hier geen afbeelding van kunnen vinden.
** Enigszins gevoelig is de inhoud van het geschenk wel. Jan Gerhard Toonder veranderde volgens Adriaan Venema in 'Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie van toon
na de landing van geallieerde troepen in Normandië. Iets dergelijks doet ook een personage in dit geschenk. Venema staat uitgebreid stil bij het optreden van J.G. Toonder. Overigens is Toonder nadat hij beroep aantekende vrijgesproken van het schrijfverbod dat tegen hem werd ingesteld, maar wel wordt in de Nederlandse Staatscourant (23/02/48) vastgesteld “dat hij door schuld tijdens de bezetting van het Rijk in Europa de vijandelijke propaganda heeft bevorderd; legt hem als maatregel op 'afkeuring van de houding.'” Overigens zit tussen die daden van twijfelachtig allooi en het verschijnen van het geschenk ruim een kwart eeuw.
*** Z
ie hier voor de bespreking van De andere wereld en voor die van de de roofdruk Olivier B. Bommel in Nicaragua hier).

Geen opmerkingen: