
Somberman's
actie door Remco Campert is het
boekenweekgeschenk voor 1985. Ik kocht het op 22 maart 1985. Het gaat
over Amsterdam in die tijd (zonder de stad te noemen); een stad waar
ik nog net geen jaar woonde. Een stad met krakers, junks, werkeloosheid, de pont over het IJ, en waar mensen zich onveilig voelden.
Zelfs de zwart knippende kapper komt er in voor en de hip doende groenteboer die
zijn winkel heeft omgedoopt in groenteboetiek met glimmende producten
en salades.
De personages hebben namen
die ze gelijk op hun plek zetten; ze zijn veelal hun naam. De vrouw
van de werkeloze Somberman heet Bezig. Je ziet het conflict meteen
opdoemen. Zijn angstige vriend Domoor. Blufkaak kom een paar keer
voorbij. Hij is de vader van kraker Lubbe (een naam die verschillende
vage associaties oproept). Die dan weer bevriend is met de kunstenaar
Professor Knoert die bij hem in het kraakpand woont en iets groots
wil maken een constructie van de stad als fata morgana, maar toch
tastbaar. De kunstenaar heeft daarvoor wel
een groter atelier nodig. En er is barmeisje Soeza. Er zijn ook
gewoon Harry, Piet, en Tinus. Hoewel hun namen zijn gewoon, maar
zij niet (wie eigenlijk wel).
Het verhaal van de stad is flinterdun. Het Warenhuis waar
Somberman is ontslagen – met 500 anderen - wordt gekraakt en hij
doet mee als woordvoerder van de kraak om het ontslagen personeel te
vertegenwoordigen. Maar als de ME komt dan verlaten de krakers
vrijwillig het pand: “de daad is gesteld, het heeft geen zin
hier nog langer te blijven.” Kortom
wat wel een symbolische actie is gaan heten. Hier tegen 'het
kapitalistische roofdier'. Somberman
legt zich daar niet bij neer: “Voor de revolutie moet je
vechten. Dacht je dat je het cadeau kreeg?,” roept
hij de krakers achterna en stelt een daad.
Het leven van Somberman wordt groter door die actie. Door zich te
weren, door de dingen niet zonder hem te laten gebeuren, door een paar uitspattingen, krijgt hij
energie. De zoutzak
van eerder is onherkenbaar veranderd.
Het
geschenk heeft een opgewekter einde dan ik me herinnerde. In de de afgelopen veertig jaar in
mijn hoofd ontstane versie van Somberman sprong hij van het dak van de
Bijenkorf, pardoes en met een fatale smak de Warmoes straat in. Op de vraag waarom mijn brein het “uiterst leesbare proza”
(tekst achterop) zo verbouwde? Daarop heb ik geen antwoord. 

Geen opmerkingen:
Een reactie posten