In cel 40 zitten vier mannen die met verhalen over de stad zich spiegelen aan
het leven buiten. In de cel tegenover de hunne zit een vrouwelijke
gevangene die deelt in hun verbeelding en kameraadschap. Er zijn tien hoofdstukken die elk een dag beschrijven.
Er worden
geen doekjes gewonden om het feit dat in die gevangenis hevig
gemarteld wordt en die gruwel staat ook op de pagina's. Toch is het boek niet extreem zwaar om te
verstouwen. Alleen in hoofdstuk negen voel ik mijn maag in mijn lijf grommen en gruwen.
Pijn
speelt een voorname rol; er niet aan denken is het beste medicijn
aldus de gevangen dokter in de cel. Maar ook de inzet voor een liefdevolle
toekomst komt door het boek steeds terug. De stad zelf laat zien dat hij slopers en
projectontwikkelaars kan weerstaan en zelf, als stad, kan vechten om mooi te blijven.
Dit is
geen bespreking, maar een signalering van een indrukwekkend boek. Dat
niet alleen aanzet tot verhalen vertellen en meer lezen, maar dat zelf ook meer gelezen moet
worden. Het geeft Istanboel een diepte die een weekendtrip naar
de stad niet snel zal opleveren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten