vrijdag 27 januari 2017

Spruiten, de eetbare okselknoppen van de spruitkool



Twee keer at ik ze deze week. Een maal ieder zes uit een overblijfsel voor opa op een verder goed gevuld bord. Vanavond flink wat meer met aardappels, jus en een vegetarische burger, zeg maar een gewoon Hollands maal.

Wat ik twee keer miste is die wat opdringerige weeë smaak en geur. We noemen dat de spruitjeslucht. Dat stond voor meer dan die zwavellucht, zoals kleinburgerlijk, uitgesproken autochtoon e.d. Terwijl de spruitjes lucht weggekweekt wordt, kan je dat van waar ze metaforisch voor staan niet zeggen. Helaas.

Onderweg tijdens mijn fietstocht was ik de spruitkool massaal tegengekomen op een veld bij Hazerswoude. De vorst was er al over gegaan en de volkswijsheid bepaalt dat ze dan lekkerder zijn.

Geen opmerkingen: