Het
komt zelden voor dat ik een roman ga lezen door een bespreking in de
Militaire
Spectator.
In het wetenschappelijke militaire periodiek schreef Kolonel ter
Zee drs. Henk Warnar:
“Ilja
Leonard Pfeijffer
heeft met zijn omvangrijke historische roman Alkibiades
niet alleen een boeiend verhaal geschreven, maar ook een uitermate
waardevolle bijdrage aan de Nederlandse krijgskunde geleverd.”
Alkibiades is verdeeld in 12 boeken die staan voor evenzoveel papyrus
rollen. Op de eerste elf ervan maakt de extravagante strateeg en
politicus de kroniek van zijn leven op en verantwoord zijn soms onnavolgbare inzet
voor Athene. Hij wijst tenslotte op een oplossing voor de problemen van
de stadstaat.
Zijn tweede levensgezellin Timandra schrijft de laatste rol vol en daarmee de epiloog. Deze opzet geeft aan het
omvangrijke boek een heldere vorm.
Krijgskunde
Warnar
kan zich
“geen in de Nederlandse taal geschreven boek herinneren dat me meer
krijgskundige wijsheid heeft gebracht dan deze roman.”
Hij wijst in zijn bespreking op verschillende punten, zoals de
samenhang tussen staatsvorm en de wijze van oorlogsvoering, de
botsing tussen moraal filosofie en realpolitik handelen, strategische
overwegingen (zoals het garanderen van de toestroom van graan, en
kapitaal), de keuze op welk gebied de oorlog wordt gevoerd (zee of
land).
Opmerkelijk is al in het begin een morele kwestie met
realpolitieke kant. Terwijl de machtigste politiek leider van Athene,
Kleon, de mannen van Mytilene wil laten doden aangezien zij de kant
kozen van Sparta, betoogt de schuchtere politicus Nikias in drie
punten waarom dit niet in het belang is van Athene.
Het is een les machtspoltiekdenken, waar ook de morele kant goed uit
de verf komt. Er zijn meer voorbeelden te vinden in de roman waar
sprake is van deze samenhang, overigens ook waar machtspolitiek geen gelijke tred houdt met ethiek en moraal.
Verder
plaatst de recensent het boek in tijd en omstandigheden, nl. tijdens
de Peloponnesische oorlog, de klassieke wereldoorlog tussen Athene en
Sparta, die uitgevochten werd tussen 431 en 404 voor Chr. Toch is het zeker geen oorlogsboek. Oorlog en
belegeringen komen wel regelmatig voorbij, maar worden meer
aangestipt dan behandeld. Het boek lijkt er niet over te gaan, dat
blijkt ook uit wisselen tussen de termen generaal en admiraal voor de
belangrijkste officieren of tussen infanteristen en mariniers.1 De gevechten worden genoemd om de levensloop van Alkibiades aan
elkaar te rijgen. De filosofie en sociologie achter oorlog krijgen in het boek meer aandacht.
Na een kwart eeuw oorlog beseffende inwoners van
Athene dat ze die oorlog niet willen (met vele slachtoffers,
inkomsten verlies en vernielingen, lege voorraadkasten etc.) en was
het daardoor ondenkbaar geworden dat ze er ooit zelf toe hadden
besloten. In plaats daarvan besloot het volk zich verraden te voelen
door zijn leiders en met enkele af te rekenen en daarmee anderen –
die de verontwaardiging het best hun kant op wisten te kanaliseren –
te steunen. Dat het minder krijgskundig is dan ik op grond van de bespreking verwachtte, wordt goed gemaakt door het verhaal dat me meesleept door de Griekse en Perzische geschiedenis en dat ook nog eens met oog voor het heden.
Populisme
In
de bespreking door KTZ Warnar staat dat “demagogie,
populisme en schandalen” verstandige militair-politieke
besluitvorming belemmeren. Dat komt zeker uitgebreid aan de orde en het is onmiskenbaar dat deze begrippen, en
dan met name het populisme, onderwerpen zijn die de in
Genua woonachtige schrijver onderzoekt en
te lijf gaat. Al vroeg in de roman wordt de vraag gesteld of het
populisme (ook wel ochlocratie) het einde van de democratie in kan
luiden. De invloedrijke leermeester van Alkibiades, de filosoof
Socrates is er van overtuigd. Alkibiades bedenkt zichzelf tijdens
een storm op zee “hoe lastig het is koers te houden wanneer men
bij voortduring gedwongen is te reageren op zwellende en zinkende
golven.” Dat dit een metafoor is “voor de onmogelijkheid
een consistent beleid te voeren met een politiek bestel dat wordt
geregeerd door de woest klotsende golfbewegingen van de publieke
opinie,” bedenkt hij zich pas later. Het is even een
ernstige waarschuwing aan de lezer in de 21e eeuw.
De
ochlocratie wordt een crisisstadium genoemd “gekenmerkt door
door volatiliteit van het politieke klimaat, daaruit voorkomend
wantrouwen jegens de instituties en de politiek, schandalen die dit
wantrouwen dagelijks nog meer voeden, inefficiëntie van het openbare
bestuur en onvermogen om met toekomstvisies en
langetermijnstrategieën de waan van de dag te overstijgen,” zo
beweerde filosoof Protagonist in een pagina's lang betoog over de
cycli in de staatsvormen. Eerder in deze toespraak verklaarde hij al
dat democratie al snel niet meer begrepen zal worden als voorrecht,
maar als mogelijkheid om het eigenbelang na te streven. “Het
volk wil steeds meer in ruil voor steeds minder verplichtingen en
inspanningen.” Politici reageren hierop en “mobiliseren
allerlei vormen van verontwaardiging” en presenteren zich
vervolgens “als voorvechters van de gekrenkte waardigheid en
verkwanselde belangen.”
“De oorzaak van falen is tevredenheid, die
een glimlach op lippen en zoete slaap op
de oogleden druppelt voordat de doelen op zijn.”
Uit papyrus rol IX, De tiran van Athene, hoofdstuk 11, p. 521.
(Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij De Arbeidspers, 2023 (10e druk))
Maar ook de democratie komt er niet genadig van af: “Als het staatsbestuur in handen is van het volk, beginnen zich facties te vormen die hun aandacht en energie meer richten op de bestrijding van rivaliserende facties dan het algemeen belang,” weet een Perzische Gouverneur (satraap) te melden om de kritiek op de absolute monarchie te smoren. Hij voegt toe dat dit de democratie onooglijk maakt en kortzichtig en er vervolgens toe leidt “dat het volk zich van de eigen democratische instituties begint af te keren en de roep om een sterke leider steeds luider klinkt.” Ook dit is weer een inzicht dat nog actuele waarde heeft. Los van de nadelen wordt democratie door Alkibiades toch beschouwd als de minst negatieve bestuursvorm, waarbij het van belang is dat het om beleid op de langere termijn en niet alleen machtsstrijd gaat. De beschreven gang van zaken in Athene tijdens de Tweede Peloponnesische oorlog onderstreept deze visie op schrikbarende wijze.
Actueel
Het populisme won aan
kracht toen Perikles overleed. Hij was niet alleen een bekwaam
bestuurder en de pleegvader van Alkibiades, maar ook een
politicus die niet bang was om het volk tegen te spreken en hij kon zich dat
veroorloven dankzij het respect dat hij genoot. Toen hij wegviel
ontstond een gevecht om de macht en om de aanhang van het volk.
Terwijl
dit in de verte al doet denken aan het Nederland van nu, leidt de
pest epidemie die Athene trof tot een verandering van historische omvang. Die
uitbraak,waarbij mensen massaal stierven, kan mits je de proporties in het
oog houdt, vergeleken worden met de corona pandemie die de wereld
trof tussen 2020 en 2022. Zo wijst een boek dat bijna 2½ millennium
geleden speelt ook naar de huidige tijd en dat is misschien ook
moeilijk te vermijden. Het hele boek door neig je er naar om aan het
nu te denken. Alkibiades zal het reflecteren op grond van vroegere periodes beschrijven als het over zijn overleden vrouw gaat: “Waarom
spreken we over het verleden? Het antwoord op dit vraag heeft
Hiparette mij gegeven (…) ze [heeft] mij geleerd in te zien dat het
verleden een spiegel is waarin we onze eigen dilemma's kunnen
herkennen.” In de sport zou je zeggen dat het een
wedstrijd in de wedstrijd oplevert, twee verhalen voor de prijs van
een, het wedervaren van een vooraanstaande persoon in de
Peloponnesische oorlog en vanuit dat verleden een blik op het
heden.
In een betoog over de kracht van de leugen en de
zwakheid van de waarheid staan de woorden dat de strijd tussen beide
“door de leugenaar omgevormd is tot een strijd tussen
alternatieve meningen.” Het zou zo uit het boekje van de
maniakale kandidaat voor het presidentschap aan de overkant van de
Oceaan kunnen komen. Hier stelt Alkibiades enkele eeuwen voor
Christus dat er zo naar kijken van feiten een mening maakt die daarmee van
tijdelijke aard zal zijn.
De kracht van die aanpak laat zich onderschrijven door de veel gehoorde en alleen op het eerste gehoor redelijke frase 'ieder zijn mening', met de weteschappelijke kennis en die van de leek als gelijkwaardig.
Hoop
Het boek zit vol kleine
cadeautjes zoals, om er een uit te halen, een uitwijding over hoop. Het motto 'hoop doet
leven' wordt door Pfeijffer via Alkibiades van repliek gediend.
“Hoop goede vrienden, is een luxe die alleen hij zich kan permitteren die haar niet nodig heeft omdat hij voor het gevaar is toegerust, terwijl de hoop zelf een gevaar vormt voor wie niets dan hoop heeft om zijn hoop op te baseren. Hoop is van nature een illusie, want wat is hoop anders dan de fata morgana van een gewenste afloop die zich in alle realistische scenario's weigert te vertonen? Hoop is vermomde wanhoop. (…) Er zijn in de geschiedenis meer mensen door hoop geveld dan door speerpunten en zwaarden.”Het fragment is langer en stelt vragen aan mensen die de hoop niet willen verliezen; die de hoop zien als een motiverende wind in de zeilen bij stroom tegen, en die dan een koers bepaalt. Is het inderdaad de luxe van gebakken lucht? Elders, maar wel centraal in het verhaal, wordt hoop gezien als een houvast, als een kracht, en een bedreiging voor de gevestigde macht. Het is de hoop die met vuur en pijlen bestreden moet worden.
Spiegel
Het is een lijvige roman met een enorm
notenapparaat (140 pagina's), een tijdlijn, een namenlijst,
verklaring van muntwaarde, kaarten, en een uitleg van lengte en inhoudsmaten. De
gebonden versie die ik las, bevatte ook twee leeslinten. Het is het
soort luxe waar ik heel kinderlijk blij van wordt. Dat het boek zwaar in de hand ligt,
wordt er weer enigszins door verzacht. Maar het is vooral de duik
het verleden in, die spiegel voor het heden, die het plezierig en
interessant maken met Alkibiades te vluchten in de kroniek van zijn
leven als ijdele strateeg, generaal, en gevallen politicus. De
sensitieve man die ook vrouw kon zijn, en zich daarmee groots toonde. Met dit laatste nam hij ook afstand van het
binaire sekse onderscheid. Weer een haakje van toen dat vastzit in het heden en waarover nu op het scherpst van de snede een strijd woedt
tussen het zelf kunnen bepalen hoe je gender identiteit eruit ziet en
de ingesnoerde werkelijkheid van de duidelijkheid die zich baseert op
hoe het hoort en altijd was (dat laatste meent men tenminste aan de conservatieve of reactionaire kant).
Het is de kunst de denker met de
lange haren (net als Pfeijfer zelf) en strateeg met de geharde spierbundels, serieus te
nemen, maar zijn woorden ook te wegen. En net als de prinses van
Sparta, Kyniska, ook met hem te lachen. Sokrates hield van hem en
verklaarde dat hij een man was die niet oud werd en daardoor niet de man
was geworden die hij had kunnen zijn. Alkibiades verlangde
gezien te worden met flair vervuld, zo meende de wijsgeer. En nog steeds is
er debat rond zijn rol en betekenis.2
Deze roman past in dat gesprek, maar is meer dan dat. Het is ook een vingerwijzing naar deze tijd, een waarschuwing zelfs, meer politiek filosofisch dan krijgskundig.
Noten:
1
Het
eerste korps mariniers werd zo'n 19 eeuwen later in Spanje in het
leven geroepen, gevolgd door de Nederlandse mariniers ruim een eeuw
later, vermoedelijk waren het mariners
die door Pfeijfer naar mariniers zijn vertaald in plaats van naar
zeelieden. Verder kan je voor krijgskunde beter artikelen door
gespecialiserde
auteurs
lezen die dit beschrijven, zoals William
Ledyard Rodgers
in
'Greek
and Roman Naval Warfare; A Study of Strategy, Tactics, and Ship
Design from Salamis (480 B.C. TO ACTIUM).
('Dit boek ken ik niet, maar in mijn boekenkast staat een boek met
een hoofdstuk van Rogers over de slag bij Marathon, dat me veel
wetenswaardigheden bijbracht). Niet dat een roman geen andere
aspecten toevoegt, maar krijgskundige wijsheid is wat veel van het
goede.
2 De engelstalige
wiki over Alkibiades
is uitgebreid (een kleine tienduizend woorden lang en rijkelijk geïllustreerd) en de liefhebbers van de mooie generaal als romanpersonage wordt gewezen op nog een aantal romans waarin hij de/een
hoofdrol speelt: “He
has been the main character in historical
novels of authors like Anna
Bowman Dodd, Gertrude
Atherton, Mary
Renault, Rosemary
Sutcliff, Daniel
Chavarria, Steven
Pressfield, Peter
Green
and Ilja
Leonard Pfeijffer.”