zondag 28 juli 2024

Alkibiades


Het komt zelden voor dat ik een roman ga lezen door een bespreking in de Militaire Spectator. In het wetenschappelijke militaire periodiek schreef Kolonel ter Zee drs. Henk Warnar: Ilja Leonard Pfeijffer heeft met zijn omvangrijke historische roman Alkibiades niet alleen een boeiend verhaal geschreven, maar ook een uitermate waardevolle bijdrage aan de Nederlandse krijgskunde geleverd.”

Alkibiades is verdeeld in 12 boeken die staan voor evenzoveel papyrus rollen. Op de eerste elf ervan maakt de extravagante strateeg en politicus de kroniek van zijn leven op en verantwoord zijn soms onnavolgbare inzet voor Athene. Hij wijst tenslotte op een oplossing voor de problemen van de stadstaat. Zijn tweede levensgezellin Timandra schrijft de laatste rol vol en daarmee de epiloog. Deze opzet geeft aan het omvangrijke boek een heldere vorm.

Krijgskunde
Warnar kan zich “geen in de Nederlandse taal geschreven boek herinneren dat me meer krijgskundige wijsheid heeft gebracht dan deze roman.” Hij wijst in zijn bespreking op verschillende punten, zoals de samenhang tussen staatsvorm en de wijze van oorlogsvoering, de botsing tussen moraal filosofie en realpolitik handelen, strategische overwegingen (zoals het garanderen van de toestroom van graan, en kapitaal), de keuze op welk gebied de oorlog wordt gevoerd (zee of land).

Opmerkelijk is al in het begin een morele kwestie met realpolitieke kant. Terwijl de machtigste politiek leider van Athene, Kleon, de mannen van Mytilene wil laten doden aangezien zij de kant kozen van Sparta, betoogt de schuchtere politicus Nikias in drie punten waarom dit niet in het belang is van Athene. Het is een les machtspoltiekdenken, waar ook de morele kant goed uit de verf komt. Er zijn meer voorbeelden te vinden in de roman waar sprake is van deze samenhang, overigens ook waar machtspolitiek geen gelijke tred houdt met ethiek en moraal.

Verder plaatst de recensent het boek in tijd en omstandigheden, nl. tijdens de Peloponnesische oorlog, de klassieke wereldoorlog tussen Athene en Sparta, die uitgevochten werd tussen 431 en 404 voor Chr. Toch is het zeker geen oorlogsboek. Oorlog en belegeringen komen wel regelmatig voorbij, maar worden meer aangestipt dan behandeld. Het boek lijkt er niet over te gaan, dat blijkt ook uit wisselen tussen de termen generaal en admiraal voor de belangrijkste officieren of tussen infanteristen en mariniers.1 De gevechten worden genoemd om de levensloop van Alkibiades aan elkaar te rijgen. De filosofie en sociologie achter oorlog krijgen in het boek meer aandacht.

Na een kwart eeuw oorlog beseffende inwoners van Athene dat ze die oorlog niet willen (met vele slachtoffers, inkomsten verlies en vernielingen, lege voorraadkasten etc.) en was het daardoor ondenkbaar geworden dat ze er ooit zelf toe hadden besloten. In plaats daarvan besloot het volk zich verraden te voelen door zijn leiders en met enkele af te rekenen en daarmee anderen – die de verontwaardiging het best hun kant op wisten te kanaliseren – te steunen. Dat het minder krijgskundig is dan ik op grond van de bespreking verwachtte, wordt goed gemaakt door het verhaal dat me meesleept door de Griekse en Perzische geschiedenis en dat ook nog eens met oog voor het heden.

Populisme
In de bespreking door KTZ Warnar staat dat “demagogie, populisme en schandalen” verstandige militair-politieke besluitvorming belemmeren. Dat komt zeker uitgebreid aan de orde en het is onmiskenbaar dat deze begrippen, en dan met name het populisme, onderwerpen zijn die de in Genua woonachtige schrijver onderzoekt en te lijf gaat. Al vroeg in de roman wordt de vraag gesteld of het populisme (ook wel ochlocratie) het einde van de democratie in kan luiden. De invloedrijke leermeester van Alkibiades, de filosoof Socrates is er van overtuigd. Alkibiades bedenkt zichzelf tijdens een storm op zee “hoe lastig het is koers te houden wanneer men bij voortduring gedwongen is te reageren op zwellende en zinkende golven.” Dat dit een metafoor is “voor de onmogelijkheid een consistent beleid te voeren met een politiek bestel dat wordt geregeerd door de woest klotsende golfbewegingen van de publieke opinie,” bedenkt hij zich pas later. Het is even een ernstige waarschuwing aan de lezer in de 21e eeuw.

De ochlocratie wordt een crisisstadium genoemd “gekenmerkt door door volatiliteit van het politieke klimaat, daaruit voorkomend wantrouwen jegens de instituties en de politiek, schandalen die dit wantrouwen dagelijks nog meer voeden, inefficiëntie van het openbare bestuur en onvermogen om met toekomstvisies en langetermijnstrategieën de waan van de dag te overstijgen,” zo beweerde filosoof Protagonist in een pagina's lang betoog over de cycli in de staatsvormen. Eerder in deze toespraak verklaarde hij al dat democratie al snel niet meer begrepen zal worden als voorrecht, maar als mogelijkheid om het eigenbelang na te streven. “Het volk wil steeds meer in ruil voor steeds minder verplichtingen en inspanningen.” Politici reageren hierop en “mobiliseren allerlei vormen van verontwaardiging” en presenteren zich vervolgens “als voorvechters van de gekrenkte waardigheid en verkwanselde belangen.”

“De oorzaak van falen is tevredenheid, die
een glimlach op lippen en zoete slaap op
de oogleden druppelt voordat de doelen op zijn.”


Uit papyrus rol IX, De tiran van Athene, hoofdstuk 11, p. 521.
(Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij De Arbeidspers, 2023 (10
e druk))

Maar ook de democratie komt er niet genadig van af: “Als het staatsbestuur in handen is van het volk, beginnen zich facties te vormen die hun aandacht en energie meer richten op de bestrijding van rivaliserende facties dan het algemeen belang,” weet een Perzische Gouverneur (satraap) te melden om de kritiek op de absolute monarchie te smoren. Hij voegt toe dat dit de democratie onooglijk maakt en kortzichtig en er vervolgens toe leidt “dat het volk zich van de eigen democratische instituties begint af te keren en de roep om een sterke leider steeds luider klinkt.” Ook dit is weer een inzicht dat nog actuele waarde heeft. Los van de nadelen wordt democratie door Alkibiades toch beschouwd als de minst negatieve bestuursvorm, waarbij het van belang is dat het om beleid op de langere termijn en niet alleen machtsstrijd gaat. De beschreven gang van zaken in Athene tijdens de Tweede Peloponnesische oorlog onderstreept deze visie op schrikbarende wijze.

Actueel
Het populisme won aan kracht toen Perikles overleed. Hij was niet alleen een bekwaam bestuurder en de pleegvader van Alkibiades, maar ook een politicus die niet bang was om het volk tegen te spreken en hij kon zich dat veroorloven dankzij het respect dat hij genoot. Toen hij wegviel ontstond een gevecht om de macht en om de aanhang van het volk.

Terwijl dit in de verte al doet denken aan het Nederland van nu, leidt de pest epidemie die Athene trof tot een verandering van historische omvang. Die uitbraak,waarbij mensen massaal stierven, kan mits je de proporties in het oog houdt, vergeleken worden met de corona pandemie die de wereld trof tussen 2020 en 2022. Zo wijst een boek dat bijna 2½ millennium geleden speelt ook naar de huidige tijd en dat is misschien ook moeilijk te vermijden. Het hele boek door neig je er naar om aan het nu te denken. Alkibiades zal het reflecteren op grond van vroegere periodes beschrijven als het over zijn overleden vrouw gaat: “Waarom spreken we over het verleden? Het antwoord op dit vraag heeft Hiparette mij gegeven (…) ze [heeft] mij geleerd in te zien dat het verleden een spiegel is waarin we onze eigen dilemma's kunnen herkennen.” In de sport zou je zeggen dat het een wedstrijd in de wedstrijd oplevert, twee verhalen voor de prijs van een, het wedervaren van een vooraanstaande persoon in de Peloponnesische oorlog en vanuit dat verleden een blik op het heden.

In een betoog over de kracht van de leugen en de zwakheid van de waarheid staan de woorden dat de strijd tussen beide “door de leugenaar omgevormd is tot een strijd tussen alternatieve meningen.” Het zou zo uit het boekje van de maniakale kandidaat voor het presidentschap aan de overkant van de Oceaan kunnen komen. Hier stelt Alkibiades enkele eeuwen voor Christus dat er zo naar kijken van feiten een mening maakt die daarmee van tijdelijke aard zal zijn. De kracht van die aanpak laat zich onderschrijven door de veel gehoorde  en alleen op het eerste gehoor redelijke frase 'ieder zijn mening', met de weteschappelijke kennis en die van de leek als gelijkwaardig.

Hoop
Het boek zit vol kleine cadeautjes zoals, om er een uit te halen, een uitwijding over hoop. Het motto 'hoop doet leven' wordt door Pfeijffer via Alkibiades van repliek gediend.

“Hoop goede vrienden, is een luxe die alleen hij zich kan permitteren die haar niet nodig heeft omdat hij voor het gevaar is toegerust, terwijl de hoop zelf een gevaar vormt voor wie niets dan hoop heeft om zijn hoop op te baseren. Hoop is van nature een illusie, want wat is hoop anders dan de fata morgana van een gewenste afloop die zich in alle realistische scenario's weigert te vertonen? Hoop is vermomde wanhoop. (…) Er zijn in de geschiedenis meer mensen door hoop geveld dan door speerpunten en zwaarden.”
Het fragment is langer en stelt vragen aan mensen die de hoop niet willen verliezen; die de hoop zien als een motiverende wind in de zeilen bij stroom tegen, en die dan een koers bepaalt. Is het inderdaad de luxe van gebakken lucht? Elders, maar wel centraal in het verhaal, wordt hoop gezien als een houvast, als een kracht, en een bedreiging voor de gevestigde macht. Het is de hoop die met vuur en pijlen bestreden moet worden.

Spiegel
Het is een lijvige roman met een enorm notenapparaat (140 pagina's), een tijdlijn, een namenlijst, verklaring van muntwaarde, kaarten, en een uitleg van lengte en inhoudsmaten. De gebonden versie die ik las, bevatte ook twee leeslinten. Het is het soort luxe waar ik heel kinderlijk blij van wordt. Dat het boek zwaar in de hand ligt, wordt er weer enigszins door verzacht. Maar het is vooral de duik het verleden in, die spiegel voor het heden, die het plezierig en interessant maken met Alkibiades te vluchten in de kroniek van zijn leven als ijdele strateeg, generaal, en gevallen politicus. De sensitieve man die ook vrouw kon zijn, en zich daarmee groots toonde. Met dit laatste nam hij ook afstand van het binaire sekse onderscheid. Weer een haakje van toen dat vastzit in het heden en waarover nu op het scherpst van de snede een strijd woedt tussen het zelf kunnen bepalen hoe je gender identiteit eruit ziet en de ingesnoerde werkelijkheid van de duidelijkheid die zich baseert op hoe het hoort en altijd was (dat laatste meent men tenminste aan de conservatieve of reactionaire kant).

Het is de kunst de denker met de lange haren (net als Pfeijfer zelf) en strateeg met de geharde spierbundels, serieus te nemen, maar zijn woorden ook te wegen. En net als de prinses van Sparta,  Kyniska, ook met hem te lachen. Sokrates hield van hem en verklaarde dat hij een man was die niet oud werd en daardoor niet de man was geworden die hij had kunnen zijn. Alkibiades verlangde gezien te worden met flair vervuld, zo meende de wijsgeer. En nog steeds is er debat rond zijn rol en betekenis.2
Deze roman past in dat gesprek, maar is meer dan dat. Het is ook een vingerwijzing naar deze tijd, een waarschuwing zelfs, meer politiek filosofisch dan krijgskundig.

Noten:
1 Het eerste korps mariniers werd zo'n 19 eeuwen later in Spanje in het leven geroepen, gevolgd door de Nederlandse mariniers ruim een eeuw later, vermoedelijk waren het mariners die door Pfeijfer naar mariniers zijn vertaald in plaats van naar zeelieden. Verder kan je voor krijgskunde beter artikelen door gespecialiserde auteurs lezen die dit beschrijven, zoals William Ledyard Rodgers in 'Greek and Roman Naval Warfare; A Study of Strategy, Tactics, and Ship Design from Salamis (480 B.C. TO ACTIUM). ('Dit boek ken ik niet, maar in mijn boekenkast staat een boek met een hoofdstuk van Rogers over de slag bij Marathon, dat me veel wetenswaardigheden bijbracht). Niet dat een roman geen andere aspecten toevoegt, maar krijgskundige wijsheid is wat veel van het goede.
2 De engelstalige wiki over Alkibiades is uitgebreid (een kleine tienduizend woorden lang en rijkelijk geïllustreerd) en de liefhebbers van de mooie generaal als romanpersonage wordt gewezen op nog een aantal romans waarin hij de/een hoofdrol speelt: “He has been the main character in historical novels of authors like Anna Bowman Dodd, Gertrude Atherton, Mary Renault, Rosemary Sutcliff, Daniel Chavarria, Steven Pressfield, Peter Green and Ilja Leonard Pfeijffer.”



maandag 22 juli 2024

In de grote wereld

 


Arthur Japin
schreef In de grote wereld. Het is het boekenweekgeschenk voor 2006. Groot is de wereld al snel als je zelf een klein mens bent. Zelfs het woord grootmoeder krijgt dan een andere bijklank.

De novelle begint met de ontruiming van een dorp voor kleine mensen in Nazi-Duitsland in 1939. Het is een attractie voor de grote mensen. Die kunnen lachen om de kleintjes, ze boven hun hoofd tillen of de lucht in werpen met naar zeggen zelfs fatale gevolgen. Het fascisme komt aan de macht. En de trekkers komen en rijden de boel plat; er is geen plaats voor kleine mensen meer.

Rosa de vrouw van Lemmy (waarmee de beide kleine hoofdkarakters zijn genoemd) merkt op:
“Je zo bedreigd te moeten voelen door alles wat een beetje afwijkt.”

Ze vindt dat je met dergelijke normale angstige mensen medelijden zou moeten hebben. Haar leven lang heeft ze gedaan wat mensen van haar verwachtten; dat ze door haar domheid en onhandigheid komisch en vermakelijk zou zijn. Wat verwacht je anders van een kleintje. Opeens is dat zelfs niet meer voldoende en worden de kleine mensen weggeveegd. Waarom? Ze voldoen niet aan de norm.

Lemmy is uit New York meegekomen toen daar de attractie was afgebrand en zijn moeder verdween. Zogezegd was ze omgekomen in de brand. De vernietiging in Duitsland is een volgende klap. Er is nog een kans. Er is plek binnen een rondtrekkende groep in Engeland, inclusief uitreis mogelijkheid weg van  het land waar de fascisten aan de macht zijn. Alles heeft Rosa er voor over om te vertrekken naar de vrijheid. Lemmy twijfelt. Wil hij nog wel de vermakelijke pias zijn en daarmee zijn zelfrespect te grabbel gooien. Het kan zijn dat iedereen zich aanpast aan de gewenste rol, maar wil hij die rol nog wel?

Het geschenk is in 2024 actueler dan in achttien jaar daarvoor. Het wijst er op wat we te verliezen hebben. Niet voor niets begint het met positieve motto's: Paul van Oostaijen voor een vrolijke noot, en als dat niet genoeg is een welkom door Walt Disney*, maar de eerste komt van Goethe die trommelt op het versleten vel van de geanimeerde kant van het dwergenleven, de ingesleten capriolen.

De uitspraak van Rosa over de angst is er een om bij stil bij te blijven staan: ook in andere situaties waar sprake is van uitsluiting op grond van uiterlijke, innerlijke of sociale kenmerken.

Haben wirklich Platz genommen,
Wissen nicht wie es geschah
Fraget nicht woher wir kommen,
Denn wir sind nun einmal da!
7610 Zu des Lebens lustigem Sitze
Eignet sich ein jedes Land;
Zeigt sich eine Felsenritze,
Ist auch schon der Zwerg zur Hand.
Zwerg’ und Zwergin, rasch zum Fleiße,
7615 Musterhaft ein jedes Paar
Weiß nicht, ob es gleicher Weise
Schon im Paradiese war.

Onze plaats weer ingenomen
Weten niet hoe 't is geschied.
Vraagt maar niet vanwaar wij komen;
Want we zijn er, zoo ge ziet.
7610 't Blij-bedrijvig leven woont
Naar zijn zin in ieder land;
Waar een rotsspleet zich vertoont
Zijn ook dwergen bij de hand.
Dwerg en dwergin, vlug en noest
7615 Werkend op voorbeeld'ge wijs;
Weet niet of 't al net zoo moest
Eertijds in het paradijs.

Tekst als opgenomen in De grote wereld met de regels 7610-14
die daarin ontbreken. Bron.

Vertaling Nico van Suchtelen in Faust. Deel 2 (Amsterdam: Wereldbibliotheek, 1920)

Noot:
* De twee andere motto's:
  To all who come to this happy place: welcome!, Walt Disney
  Et voila glimlach, Paul van Ostaijen


 

vrijdag 19 juli 2024

Op bezoek 3 – doorjassen


Vreemd verschijnsel is dat. Ik vertel dat ik niet te ver, niet te hard en niet te lang fietste. De reactie was: verstandig. In juni sloot ik mijn vakantie al binnen een week af, ik had nog een dag of tien te gaan. En ook toen: verstandig. Lichamelijke kwalen nopen me ertoe, en het is verstandig dat ik niet doorjas, maar dat wil ik niet horen. Eigenlijk wil ik horen: wat rot voor je. Alsof je daar meer mee op zou schieten.

Het komt wel mooi uit dat de navigatie van mijn telefoon een route uitzet die tien kilometer korter is dan die ik op de heenweg fietste en nog veel korter dan de route die ik in het begin nam, langs de LF2. De afstand was toen 120 km. Op de pont bij Bergambacht heeft een wielrijder nog wel een toeristische tip voor me, maar ik wil door.

In de Alblasserwaard kwam ik al een bordje tegen dat de weg ergens in augustus afgesloten zal zijn in verband met de Tour de France Femme. Het was toepasselijk de Zijdeweg. Van een foto is het niet gekomen, maar ik zal opletten of ik het op televisie zie. De Broekmolen langs dezelfde weg kiekte ik wel.



Op bezoek 2 - Even was ik 'n walvis

 

De camping ligt naast een spaarbekken, de Grote Rug. Daarachter ligt de indringend zoemende chemische industrie. “Het is die van de PFAS vervuiling,” werd me verteld. Er langs fietsen was maar een klein eindje om. Inderdaad het beruchte Chemours / Du Pont. “De omwonenden kregen een kaartje voor het zwembad en hun tuin kon gesaneerd worden,” voegde mijn zegsvrouwe toe. Een lekkere manier om al decennia bestaande problemen te verhelpen.

Haar vertel ik over de enorme hoeveelheden springbalsemien die ik zag en dat een invasieve soort is uit de Himalaya en hierheen gehaald om de bloemenpracht. Als je daar kan overleven lukt het in Nederland zeker en dat was te zien.

Zwemmen deed ik zelf in de Westergoot die aansluit op het Wantij. Op dat tweede water waren jongeren aan het waterscooteren. Op het moment dat ik onderdook hoorde ik hun schroef snerpen in mijn oren. En besefte ik plots waarover walvissen klagen. Geluid onderwater draagt ver, dat heeft nadelen: bij veel geraas kan je je vrienden niet meer horen. Maar het water was lekker op deze hete dag.

Iets meer meeleven met de wereld wil ik. Toch vind ik € 4,20m voor een krantje niet gering. Oké je hebt gelijk een mooie mening van Paulien Cornelissen. Het uitspreken van een U, S, en A levert een zuur mondje op, zag ze op een foto. Een nieuw land zou dan ook cheese in de haar naam moeten verwerken. De columniste zegt speels meer dan er staat. Tenslotte las ik nog het verhaal over de kelderende beurskoersen van ASML. Hier gaat het niet over geluid, maar over dat licht onbedoeld schaduwen werpt. (Ik schreef deze week zelf ook al over deze techniek.)

Op bezoek 1 - Let op Vlaggenmast!




Stoere merels. Tiftuffende plezierbootjes en razende auto's doen wie het meest geluid kan maken, maar waait de wind alles, inclusief de stemmen van mensen, weer tot een zomer soundscape. Naast me staat mijn tentje en in mijn nieuwe notitieboekje staat een eerst zin (die hiervoor).

Wat voor zinnen ga ik hier verder schrijven. Bovenaan de pagina's staat alvast voorgedrukt in drie talen: inhoud en thema, waarachter ik deze in kan vullen. Nederlands zit er niet bij. Maar dat gaat het wel grotendeels worden. Welk Nederland en waarover dat moet nog blijken.

Voorlopig blijft het bij geluiden. Hoewel ik de lach van de specht pas op de vogel durf te plakken als ik hem van boom naar boom zie gaan.

Langzaamaan wordt het stiller op de camping. Zacht stappende voeten gaan langs mijn tentje, soms vooraf gegaan door zwaaiende bundels zaklamplicht; de fabriek aan de andere kant van de Grote Rug, wordt steeds hoorbaarder met zijn volle zoemende geluid, zoals dat van een ouderwetse koelkast die stil werd bij een flinke klap of schop.

Whrohg, whorgh, whorgh hoor je de trein ieder kwartier over de spoorbrug denderen. Dat stopt 's nachts tegen tweeën om vanaf vijf uur 's morgens weer te beginnen. Dan zijn ook de vogels er weer en wat uren later de kinderen die het soundscape kleuren. De witte bootjes zijn even vroeg op pad.

Maar wat een heerlijk rustig sfeertje hangt er hier. “Alle mensen zijn vriendelijk,” hoor ik iemand tegen haar mobieltje zeggen.

dinsdag 16 juli 2024

Chip War



Hoogwaardige onderdelen uit het Westen zitten in veel Russische wapens. Ook in wapens die ingezet worden in de oorlog in Oekraïne.1 Het gaat dan veelalook om chips. Rusland kan ze zelf nauwelijks produceren. Om ze in wapens te integreren worden ze zelfs uit wasmachines gehaald. Het land loopt sinds het begin van de opkomst van de chipproductie achter de ontwikkelingen aan en heeft het vrijwel geheel opgegeven op deze markt te opereren. De Sovjet en Russische aanpak wordt door Chris Miller beschreven in Chip War; The fight for the world's most critical technology.

Rusland vormt zeker niet de hoofdmoot van het boek. De Koude Oorlog speelt wel een belangrijke rol. Dat de Russen in staat waren een man in de ruimte te brengen veroorzaakte een schok in Washington en die was een krachtige stimulans om technologisch overwicht te krijgen en schijfjes met daarop aangebrachte transistors begonnen aan hun opmars. De techniek achter die chips2 werd toegepast in de Minuteman II intercontinentale ballistische raketten (ICBM's). Enige tijd later stuurden chips vinnen aan op de Paveway bommen – die in Vietnam werden afgeworpen en veelal hun doel misten – en ze werden daardoor veel effectiever. De geleide bom was geboren. De Verenigde Staten zetten volop in op deze technologie.

Het boek gaat over oorlog stelt de titel. Maar het woord oorlog wordt wel vaker voor andere vormen van strijd gebruikt. Hier gaat dat om het verwerven van technologisch overwicht en controle op de verspreiding van die technologie. Dat heeft zeker machtspolitieke en daarmee militaire kanten, bovendien staat de schrijver ook nog eens stil bij de integratie van deze technologie in wapens en de betrokkenheid van het Pentagon en het militaire onderzoeks instituut DARPA bij de ontwikkeling van chips. Het boek onderstreept het geopolitieke belang ervan.

Een opvallend aspect is dat er veel aandacht is voor de techniek. Niet in techneutentaal, maar in begrijpelijk Engels. Voor de hand liggende woorden worden uitgelegd. Een waferstepper, print bijvoorbeeld stap voor stap patronen op een siliconen schijfje. Voor een deskundige zit er waarschijnlijk niets nieuws op dit gebied in het boek en worden zaken te eenvoudig weergegeven. De leek krijgt van de schrijver echter rudimentaire gegevens over de techniek achter de chips en lithografische machines. Het boek valt op door zijn leesbaarheid, terwijl het toch het strooien met gegevens en ingewikkelde zaken niet schuwt.

Chip War behandeld driekwart eeuw ontwikkelingen en de hoofdrolspelers daarin, die samen de wereld ingrijpend hebben veranderd. Deze bespreking wordt bijvoorbeeld geschreven met behulp van chips, auto's bevatten er velen om ze bedienen, en veel consumenten goederen en wapens zitten vol semiconductors. Het boek zet de rol van chips stevig, maar overzichtelijk, in de verf. Ze worden door de schrijver tot vrijwel het belangrijkste element gemaakt in de ontwikkeling van oorlog en wapens. Mogelijk is dit ook zo. Al toont het onderontwikkelde Rusland3 aan dat slecht aangestuurde wapens die ver naast hun doel vallen even zo goed een demoraliserende en vernietigende rol kunnen spelen in de oorlog met een niet al te sterke tegenstander, zoals buurland Oekraïne.

Een belangrijk element dat in Chip War wordt beschreven is de uitbesteding van de productie naar vooral Azië, waar het Taiwanese TSMC en Koreaanse Samsung belangrijke producenten zijn. Die productie vereist mega investeringen, een chipfabriek kost zo'n $ 20 miljard en veel kennis om op te zetten. Dergelijke productie kan je bovendien niet simpelweg kopiëren. Dit zijn de eerste knelpunten voor andere landen om voet aan de grond te krijgen op die markt. Daarbij komt dat er een scala aan essentiële bedrijven in de productieketen zit. Machines om chips te produceren komen vooral uit Brabant en dat is niet alleen economisch interessant4, maar ook machtspolitiek. (Zie Tabel met leveringen uit strategische goederen). Een knelpunt betekent invloed. Nederland speelt niet helemaal in de top een rol, maar wel daar vlak onder. De VS neemt dit serieus.5 Ontwerp (software) voor chips is vooral een VS aangelegenheid. Deze knelpunten geven mogelijkheden voor controle, zoals bijvoorbeeld het Chinese ZTE merkte toen het werd uitgesloten van goederen van Amerikaanse bedrijven. Binnen de kortste keren lag het op zijn gat. Een moment dat de schrijver vergelijkt met de betekenis van de Spoetnik in de ruimte voor Washington. China zal hier op gaan reageren. Tot welk resultaat dit zal leiden laat in het midden. Hij vermoedt dat het land zich op enkele knelpunten zal richten om daar de afhankelijkheid te verkleinen.

Leveringen van apparatuur en onderdelen voor de vervaardiging van halfgeleiders* 2020-2024 (t/m mei)

Land(en)

Aantal

Totaal (alle vergunningen)

Diverse

7

** €32.501.006.035

Taiwan

19

** € 31.508.551.012

China

56

166.864.139

Israël

49

32.527.592

China, Taiwan

23

12.232.244

Israël***

1

10.000.000

Zuid-Korea

7

7.658.992

Singapore

5

4.483.500

Maleisië

2

4.001.502

India

4

2.808.761

Singapore, Zuid-Korea

4

1.400.000

India, Maleisië, Singapore, Zuid-Korea

6

1.298.951

Servië

1

1.000.000

Maleisië, Singapore, Zuid-Korea

6

767.701

Filipijnen, Maleisië, Singapore, Zuid-Korea

6

730.223

Maleisië, Singapore, Thailand, Zuid-Korea

1

100.000

Filipijnen, Israël

3

276.083

VS

1

132.732

Brazilië

1

100.000

Mexico

1

50.000

Oekraïne, Turkije

2

20.000

China, Hong Kong, Taiwan

2

20.000

Turkije

1

5.161

Bosnië-Herzegovina, Noord-Macedonië, Servië***

3

0

  • Geaggregeerde gegeven uit de tabel Maandelijkse rapportage uitvoer dual-use-goederen (bekeken 9 juli 2024). In de kolom 'aantal' staat hoeveel afzonderlijke vergunningen zijn verstrekt. De regel Diverse roept de vraag op welke landen daaronder vallen.

  • Leveranties van lithografische apparatuur bedoeld voor wetenschappelijk onderzoek (zoals geleverd aan Bosnië, China, Taiwan en Zuid-Korea) zijn buiten de tabel gelaten.

  • De originele tabel van de Nederlandse overheid bevat een overzicht per levering.

    Noten:
    * semiconductors, halfgeleiders, microchips
    ** Bedrag grotendeels bepaald door leveringen lithografische apparatuur.
    *** Levering bedoeld voor ontwikkeling van lithografische apparatuur

    Zie ook: Bert van Dijk, 'Alle aandacht bij ASML naar orders voor geavanceerde chipmachines', FD, 15 juli 2024.

Miller werkt vooral toe naar een conclusie dat de Verenigde Staten er voor moet waken niet achterop te raken en moet inventariseren elke middelen het heeft om de Chinese technologische ontwikkeling in te snoeren. Het is bijna alsof het een wetmatigheid is dat dit de rol van de VS en het lot van China moet zijn; alsof er sprake is van een slechte en een goede partij. Toch zijn de Verenigde Staten tot op heden militair aanzienlijk meer aanwezig en agressiever in de wereld. Washington heeft bases verspreid over 45 landen (China in een kwart daarvan, inclusief de landen waar het nog een streven is om er militair voet aan de grond te krijgen). De VS intervenieerden zo'n 100 maal regelmatig militair in andere landen na afloop van de koude Oorlog. Vaak met negatieve gevolgen voor de getroffen landen en de bevolkingen. (Van de grootmachten ondernam China de minste militaire interventies bleek uit onderzoek). Niet alleen China maar ook de VS gebruikt de IT-techniek voor controle, zelfs op wereldschaal, zoals Henry Farrell en Abraham Newman in Underground empire; how America weaponized the world economy beschreven. Dat betekent niet dat je daarom begrip voor China moet hebben, of de ontwikkelingen daar kapot moet relativeren. China wordt terecht door Miller neergezet als een staat waar kunstmatige intelligentie samengaat met een autocratie met maximale inzet van controle technologie. Het is geen brave broer, en heeft zijn eigen methoden om invloed te verwerven. Maar wat meer machtspolitieke context, en meer oog voor het goede en slechte aan beide kanten om machtspolitieke doelen te bereiken zou niet misstaan in een boek als dit.

Wat ook mist is een evaluatie welke technologie essentieel is voor de oorlogsvoorbereiding en welke onmisbaar is voor de civiele markt. Vaak zal dit overlappen. Hoe weeg je dan de belangen met het oog op het creëren van het noodzakelijke greintje vertrouwen. Welke technologie moet wel en welke niet aan banden gelegd worden zonder een handelsoorlog te ontketenen of de civiele ontwikkeling van een ander land te frustreren.
Het wordt af en toe in algemene termen behandeld, maar de export van dual use technologie die wezenlijk is voor de civiele samenleving coûte que coûte aan banden leggen is ongewenst. Het ontrafelen van deze ingewikkelde knoop is echter van groot belang. Meewerken aan de ontwikkeling van het Chinese kernwapenarsenaal of hypersonische wapens lijkt onverstandig. Net zoals het beperken van de leveringen van goederen die voor het gebruik binnen militaire gevechtshandelingen toepassen van kunstmatige intelligentie voor autonome inzet mogelijk maken. Maar een handelsoorlog klinkt misschien onschuldig, maar draagt het risico in zich dat heet tot een hete oorlog leidt, het zou niet voor het eerst zijn.

China mag een economische en machtspolitieke tegenstander zijn, maar dat noopt tot overleg en wederzijdse afspraken, niet een politiek waar haviken aan de touwtjes trekken, zoals steeds meer gevolgd wordt. In het geval van Rusland ligt het fors anders. Het land is een ander land binnen gevallen en het is begrijpelijk dat de export van hightech naar Moskou aan banden is gelegd. Het zoveel mogelijk voorkomen van leveranties van semiconductors aan Rusland stopt de oorlog niet. Het zorgt er wel voor dat de Rusland zich in vele bochten moet wringen om chips te verwerven om in wapens in te bouwen (ze komen onder andere uit China, maar ook uit Turkije (NAVO)  en de VAE, 'n bondgenoot).6 Door de zwakke positie van Rusland op het terrein van chips zou een stevig embargo dit kunnen werken. Maar als zelfs een NAVO-lid dit aan zijn laars lapt dan is er weinig ruimte voor optimisme.

De grote nadelen van een sanctiepolitiek worden niet genoemd. Door China steeds verder af te sluiten van Westerse kennis en ontwikkelingen zal het land zijn eigen systemen moeten gaan produceren. Dat zorgt voor een gespleten wereld. Wie sluit zich aan bij de (vermoedelijk) goedkoper op de markt gebrachte systemen uit China en wie bij die door de VS gestuurd worden. Compatibiliteit van beide is zeker niet gegarandeerd. Het probleem en de kosten daarvan ($ 7,4 biljoen krimp wereldmarkt, ofwel de omvang van de Franse en Duitse economie samen) wordt al serieus besproken.

Bovendien hoe meer beperkingen je oplegt, hoe minder ruimte ervoor beïnvloeding overblijft. Dat is letterlijk zo, maar ook doordat de afstand tussen de machtscentra hierdoor steeds verder vergroot. De een werkt de ander actief tegen en die reageert met maatregelen die dit moeten omzeilen. Schrijfster
Agathe Demarais stond juist uitgebreid stil bij deze nadelen in haar boek Backfire; How sanctions Reshape the World Against U.S. Interests.

Chip War richt zich echter vooral op de machtspositie van de VS in dit krachtenveld zonder die bezwaren te noemen. Deze positie wordt onderschreven door de lovende woorden voor het boek van admiraal b.d. James Stavridis, voormalig opperbevelhebber van de NAVO:
“Miller heeft de essentie van het meest gevoelige en strategische element van de geostrategische competitie in de 21sste eeuw gevangen. Dit boek is briljant en onderhoudend geschreven, overtuigend en gebaseerd op zowel geschiedenis als technologie. Het is een krachttoer!”

Het is inderdaad knap geschreven en zeer interessant, maar de krachttoer moet nog komen en dat is een de-escalerende ontwikkeling van de handel in en de productie van chips en de enorme technologische ontwikkeling in de wereld. Een weg die moet leiden naar afspraken over toegang tot essentiële technologie en de controle erop waar het veiligheidsrisico te groot is. Afspraken over de chips ontworpen door Nvidia, buitengewoon bruikbaar in AI ontwikkelingen zijn daarbij van groot belang. Dat moet vooral via overleg, en niet via sanctiepolitiek. Vertrouwen moet weer opgebouwd worden. Het uitsluiten van China leidt niet tot die afspraken, maar tot parallelle structuren, waarvan niemand weet waar die toe leiden. Dat is ook voor de oplossing van conflicten elders ongunstig.

Chip War is een boek over techniek, ondernemerschap en macht. De halfgeleider speelt hierin een centrale rol .Chips werden deel van de machtspolitiek, met die frase zou je het boek kunnen samenvatten. De pioniers van de technologie “lieten een blijvende indruk achter, niet allen op silicium schijfjes maar op al onze levens (…) en zullen de toekomst vormgeven,” zo sluit Miller zijn boek af. Silicon is een scheikundig element, dat in het Nederlands silicium of kiezel heet. Zo'n kiezelsteen heeft schoonheid, maar kan in je schoen behoorlijk wat narigheid veroorzaken. Hoe dat voor te zijn, is de vraag die voorligt. Dit boek geeft, ondanks zijn beperkingen, maar ook met veel kennis en denkwerk, stof tot nadenken op dit gebied.

Voor een samenvatting zie Broekstukken

Noten:
1 De restanten van een Noord-Koreaanse ballistische raket die werd gevonden in Oekraïne bevatte onderdelen gemerkt door bedrijven uit de Verenigde Staten (75 procent) en Europa (16 procent). Dit werd gerapporteerd in een rapport door Conflict Armament Research (CAR). CAR identificeerde 26 bedrijven gevestigd in acht landen: China, Duitsland, Japan, Nederland, Singapore, de Verenigde Staten, Taiwan, en Zwitserland, die in verband kunnen worden gebracht met de productie van deze componenten.
Een ander rapport stelt dat in de eerste tien maanden van 2023 militaire inzetbare goederen uit de VS, EU en het VK ter waarde van $ 8,77 miljard naar Rusland geëxporteerd werden. Dat was nauwelijks minder dan in de periode voor de sancties (- 10 procent). Annex 4 uit dit uitgebreide en helder geïllustreerde rapport vermeldt 250 bedrijven. Leveringen omvatten die van chips.
Ondanks de sancties kan Rusland wapens blijven produceren, waarvan sommigen 40-50 Westerse onderdelen nodig hebben, met dan aan de 'grijze' importen.
Prosecutor General of Ukraine Andriy Kostin "underscored that the missiles and drones used by Russia to attack Ukraine contain foreign components manufactured in at least 19 countries. These include China, South Korea, Germany, the United Kingdom, Japan, the Netherlands, Switzerland, Taiwan, the United States, and others. (...) In 2023, despite the sanctions, Russia managed to import more than $1 billion worth of chips for arms production." https://www.ukrinform.net/rubric-polytics/3884852-kostin-in-the-hague-we-coordinated-efforts-with-partners-to-prevent-illegal-transfer-of-technology-to-russia.html

2 Semiconductors, microprocessors, halfgeleiders, (micro)chips het wordt allemaal gebruikt om dezelfde producten te benoemen.

3 Moskous stotterende oorlogsmachine, is een artikel over de staat van de Russische wapenindustrie. SIPRI medewerker Wezeman stelt hierin dat de Russische bommen wel werken, in de zin dat ze ergens vallen in de Oekraïne, maar dat ze daarbij weinig precies zijn: "Ze raken van alles, en dat is voldoende voor Rusland,” stelde de onderzoeker. Als Rusland oprukt komt dat niet door de goede wapens, maar doordat Moskou bereis is ver over de grenzen die het oorlogsrecht stelt heen te gaan en bereid is enorme verliezen van materieel en militairen te accepteren. Katharina Wagner , 'Moskaus stotternde Kriegsmaschine', Frankfurter Allgemeine Zeitung, 19 juni 2024.

4 Bij een Bruto Nationaal Product vormen de leveringen aan Taiwan en Diversen door AS ML zo'n 6 procent daarvan. Het is overigens de vraag wie die Diversen zijn die bovenaan de lijst staan. Het alleen daarbij al om een grote financiële waarde, met mogelijk strategische complicaties.

5 Een hoge Amerikaanse functionaris gaat Japan en Nederland bezoeken om te vragen nieuwe exportsancties aan China op te leggen, Financieele dagblad 16 juni 2024.

6   Ruslands wapenindustrie importeert nog steeds vitale CNC machines ondanks de sancties. Turkije, de VAE, en China opereren als sleutel doorgeefluiken voor Westerse technologie om de Russische wapenindustrie te versterken.