Drie novelllen
en gedichten
is het boekenweekgeschenk voor 1941.* Het zou in een oplage van
67.000
stuks
verspreid worden (dat is 17.000 meer dan in 1940). Het is bijna een jaar
oorlog in Nederland als drie schrijvers en 24 dichters (van Aafjes,
via Achterberg, tot Wagenvoorde) een bijdrage aan het boekwerkje
leveren. De dertig gedichten zijn bedoeld om de aandacht voor de
poëzie “tot
nog wijdere groepen van lezers te doen doordringen, tot meerdere
bloei van onze schone letteren,”
schrijven de samenstellers Van Lokhorst en Van Vriesland wollig.
Ondertussen verwoordde Het
Leidsch Dagblad
het belang van het boek ook al zo gedragen, als “een
belangrijke schakel in ons culturele leven” waarvoor door het geschenk “de
belangstelling in brede kringen [wordt] aangewakkerd.”
In de kranten vallen vooral de advertenties op die verschijnen. Veel
boekhandelaars wijzen erop dat je het geschenk krijgt bij aankoop van
Nederlandse én Duitse boeken. |
|
||
Nee,
ik ga de gedichten niet stuk voor stuk behandelen. Ik neem er een van
Anna Blaman, de schrijfster waar ik zo van hield als vroege twintiger
en die ik door het lezen van deze bundel weer in haar bekende
gedaante zag verschijnen. Museumpark Op
de volgende pagina staat het gedicht De
visser
dat begint met “Hij
zit op de dijk als een treurende gnoom”,
maar voor wie wil weten hoe dat verder gaat en wat dat betekent, lees
het tussen
al die andere gedichten.
De bundel sluit af met een debuut van de jonge Hidde Heringa. Oerwoud
speelt op een eiland bij de evenaar, waar een verwaarloosde plantage
ligt die de verteller moet inspecteren en opkalefateren. Hij leert
van een ervaren man hoe er te leven en te voorkomen dat de
gekte bij hem toe zou slaan; mataglap ligt altijd op de loer. Wie de man is,
wordt langzaam duidelijk. Hij leeft in een hut op palen en biedt de
nieuwkomer onderdak. De verteller bouwt voor zichzelf een identieke
hut. “Mijn vriend had mij de eerste dag gewaarschuwd voor de avonden. Ik begreep waarom. 'k Begreep dat hij (…) zich angstig wachtte voor al wat stemming gaf of 't gemoed over de geest deed heersen. Hij stond zichzelf, en mij dus ook, niet toe onder de indruk te komen van de diep inwerkende verlangenwekkende macht van de avond, zoals die zich aan ons opdrong en trachtte de kracht te breken, waarmee wij ons verzetten tegen overgave aan de neigingen van het eenzame, door onbeheerst begeren zwakke hart.”Van Heringa zouden we niet veel meer vernemen. Hij duikt nog op in de biografie over W.F. Hermans**** en zou De schat van de Sierra Madre van B Traven vertalen. Beginnen op een hoog podium leidt blijkbaar niet altijd tot een leven vol fraaie publieke optredens. Noten: * De hele bundel is te lezen op de website van de Nederlandse Bibliotheek als pdf, txt of epub of als scan. Van Lokhorst en Van Vriesland stelden deze uitgave samen en zouden ook de geschenken van 1939 en 1940 samenstellen. Eind 2015 haalde ik het gedicht van M. Vasalis al uit de bundel voor een ander blog kort nadat ik het geschenk kreeg van Sinterklaas. ** Van Vriesland wordt later nog genoemd in een rapport van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten (datering onbekend) als schrijver die geheel moet worden uitgesloten van publiceren, omdat hij joods is. Zie: Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie. Deel 1 Het systeem (1988) door Adriaan Venema. *** Op dit blog staan er besprekingen van het werk van Beb Vuyk en 'De eilanden' van A. Alberts, maar een onmenselijk bestaan op een buitenpost wordt ook beschreven in Reis naar het einde van de nacht, van Céline dat ik op verwerkte op een ander blog. Maar narigheid - ook bij de kolonialen zelf - komt veel vaker voor in de literatuur, in minder erge en ernstige vormen. **** Mark Cloostermans noteert in een bespreking van die biografie over Hermans door Willem Otterspeer: “Zodra de oorlog begint en WFH’s schrijverschap echt van start gaat, verdwijnt het gezin- Hermans uit beeld. De klemtoon komt nu te liggen op de vriendschappen die Hermans onderhield en vervolgens weer opblies. Over de vergeten schrijver Hidde Heringa stelt Otterspeer dat de vriendschap met hem ‘misschien wel de belangrijkste vriendschap (was) die Hermans ooit heeft gehad voor hij de deur definitief voor de vriendschap dichtgooide’. ” Een ander blog, Woest en Ledig, haalt dit over Heringa uit de biografie: “Soms babbelt Otterspeer, bijvoorbeeld als hij schrijft: "En, lezer, onthoud de naam van Hidde Heringa, want hij zal een belangrijke rol spelen in het leven van onze schrijver. En onze schrijver een nog veel belangrijkere rol in het zijne." |
zondag 1 september 2024
Novellen en gedichten
Labels:
1941,
boekenweekgeschenk,
Novellen en gedichten
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
Aan het verbod door de Duitse bezetter zie je hoe belangrijk kunst en cultuur zijn.
En uit het in eerste instantie toestaan van uitgave kan je ook zien hoe zelfs een machtige bezetter de situatie helemaal verkeerd kan inschatten.
Verkeerd inschatten lijkt me iets dat bezetters vaak doen.
Mooie opmerking. Moet meteen aan Snouck Hurgronje in Atjeh denken. De kennis die hij daar opdeed en aan het bestuur onder van Heutz doorgaf was cruciaal voor de Nederlanders om Sumatra onder controle te krijgen. Maar ook dat liep niet goed af.
Een reactie posten