Boforsgate; a journalist's pursuit of truth (Delhi: Juggernaut Books, 2025)
, geschreven door de in Zwitserland wonende Chitra
Subramaniam is een uitgebreide weergave van
een tienjarig onderzoeksjournalistiek megaproject, aangevuld met een
terugblik. Het corruptieschandaal rond de wapendeal van Bofors
met India kwam voor het eerst aan het licht in 1987. Chitra Subramaniam
deed jarenlang onderzoek, wat leidde tot het blootleggen van het schandaal, een een spoor dat leidt tot in de Indiase
Congrespartij – al wordt dat deel nog steeds geheim gehouden in India.
Het is ook een zelfstudie om te zien hoeveel opoffering dit
haar als moeder en echtgenote heeft gekost. In die zin lijkt het ook
een document voor het eigen gezin om aan te geven waarom ze haar
aandacht zo vaak en zo veel elders had liggen en altijd klaar stond om
de telefoon op te pakken of zelfs op cruciale momenten naar het
buitenland vertrok voor onderzoek. Hoewel mannen ook met dergelijke
omstandigheden te maken hebben, lijkt het een onderwerp waarvoor
vrouwen eerder aandacht hebben. Dit terwijl ze ook de verantwoordelijkheid blijven nemen voor de huiselijke situatie. Chitra maakt dit aspect tot een van haar hoofdonderwerpen.
De schrijfster
komt in Zwitserland terecht door haar huwelijk met een medestudent in
Stanford (VS), waar ze journalistiek studeerde. Ze woont er nog
steeds. Haar man is wiskundige van Italiaanse afkomst die met zijn
ouders in Genève woonde. Zij stamt uit gegoede Indiase kringen en
haar familie werd gerespecteerd door prominenten uit de Congres
Partij, zoals Indira Gandhi.
Ze wordt gevraagd als Zwitsers
correspondent door de Indiase krant The
Hindu
als het Bofors Omkoopschandaal aftrapt met een radioprogramma in
Zweden. Het zou
haar leven in belangrijke mate gaan kleuren. Voor de krant The Hindu
is het voor het eerst in haar geschiedenis dat ze zo'n zwaar
onderzoeksproject oppakt.
De
schrijfster is dan negenentwintig jaar oud en vijf maanden zwanger.
Een maand voor de geboorte dient de wieg als opslag voor
documenten. Waarom ze zich er hoogzwanger volop instortte?
Iedereen loog in de Bofors kwestie: het bedrijf zelf, de Indiase
overheid, en de Zweedse idem. “Het
was mijn verantwoordelijkheid om uit vinden waarom, en door wie. Ik
deed dit voor India. Ik moest uitvinden wie ons misbruikte,” zo motiveert ze deze inzet.
De houwitser
In
1979 gaat India opzoek naar een houwitser. Eerst worden typen uit
Engeland en de VS bestudeerd. In 1981 komt daar geschut van Bofors
bij en een jaar later een Frans type. Versies uit Nederland en de VS
vallen af. Zo blijven over: het Franse Sofema met het TR-155 mm
geschut, de Zweedse FH 77B van Bofors, de IMS FH 70 uit het VK en een
de Voest uit Oostenrijk.
In oktober 1985 wordt dit versmald tot het geschut van Bofors en
Sofema. In 1986 beveelt de Indiase landmachtstaf aan de
houwitser van Bofors te kiezen, dit wordt overgenomen door het
verwervingscomité, zelfs als het Zweedse geschut meer zal blijken te kosten.
Overigens
maakt de Indiase overheid al vroegtijdig bekend dat ze de
betrokkenheid van Indiase tussenpersonen in het verwervingsproces niet zal accepteren.
Griezelig randje
Rond
omkoopschandalen in de internationale wapenhandel hangt vanzelf al
een sfeer van spanning en geheimzinnigheid. In dit geval wordt dit
nog versterkt door de moord op de premier van India Indira Gandhi
(31/10/84). Ze wordt vervangen door Rajiv Gandhi. Ook Olaf Palme, de
premier van Zweden – direct betrokken bij de onderhandelingen –
komt op 28 februari 1986 gewelddadig aan zijn einde. Alsof het nog
niet genoeg is, viel een medewerker van de wapenexportcontrole
afdeling van de Zweedse overheid, Carl-Fredrik
Algermon,
op 15 januari 1987 – kort voordat het schandaal los brak – dood
onder een Stockholmse metro. “Viel
Algermon of was hij zijn dood in geduwd. Tot op heden blijft die
vraag onbeantwoord,” schrijft
Chitra die blijkbaar de officiële visie dat hij zelfmoord pleegde
niet serieus neemt en ze is de enige niet.
Deze kwesties geven Boforsgate nog een
extra randje.
Hinduja
broers
De corruptie zaak, waaraan deze deal zijn bekendheid
ontleent, kwam aan het rollen met een radio-uitzending van de Zweedse
publieke omroep op 16 april 1987. Premier Rajiv Gandhi ontkent meteen
al, op 20 april, de betrokkenheid van tussenpersonen en financiële
malversaties. Dat het toch fout zit wordt echter verder aangezet als
nog geen week later journalist Bo G. Andersson
in de Dagens Nyheter schrijft dat Bofors geld betaalde aan een
invloedrijke zakenfamilie, de Hindujas, om het contract binnen te
slepen. Hij stelt zelfs dat de band tussen die familie en het bedrijf
Bofors al sinds 1970 bestaat en de Hindujas de
Zweedse wapenfabrikant hielpen om wapens aan de Sjah van Iran te
leveren en om ook na diens val in 1979 wapens aan het Iran van Khomeini te blijven leveren.
Later heeft Andersson het over Alcari
S.A.
Een bedrijf dat kruit aan Iran probeerde te verkopen en (dan nog)
vermoedelijk een bedrijf van de Hindujas is.
Ook tijdschrift
Forbes schreef over de Hindujas. De online versie van 'Money!
Guns! Corruption'
(gepubliceerd
7 juli 1997
en aangepast
op 6 juni 2013)
bevat niet meer de woorden die de schrijfster uit het origineel
haalt: “Even
bekend in Manhattans' Trump Towers als in Bombays filmindustrie,
bloeiend in het Iran van de Sjah en winstgevend in het Iran van
Khomeini, met posten als tussenpersonen in New York, Washington en
Londen, zijn de mysterieuze Hinduja broers overal om hun weg naar het
binnenste van de wereld van politiek en geld te kopen.”
(Het is goed mogelijk dat de tekst aangepast is wegens een juridische
procedure; een middel waar de broers snel naar grepen. Chitra kent de
tekst goed; ze leverde er zelf een bijdrage aan). Forbes India kwam later met
een
artikel over de familie.
In Boforsgate vraagt haar Zwitserse bron Kaa – een wapenhandelaar
gevestigd in Genève – retorisch over de Hindujas: “Als
een familie van hindoe vegetariërs een niet vegetarische Sjah van
Iran om de vinger kan winden, hoeveel macht denk je dan dat ze
hebben.”
Ze doen vanuit die machtspositie ook hun best The
Hindu
een deel van hun doofpot politiek te maken.
Onderzoek
om niets te vinden
Een rapport van de Zweedse Rekenkamer (SNAB)
verschijnt en wordt kort daarna aangepast, waarbij de illegale betalingen eruit
verdwenen. Daarna begint een periode van overheidsonderzoeken die bedoeld zijn
om te doen alsof de zaak wordt opgepakt en om tegelijkertijd niets te
vinden. De Indiase Parlementaire onderzoekscommissie (JPC) wordt
vanuit de Rekenkamer (CBI) gevoed met foutieve informatie. Het JPC
komt dan ook met een flut rapport. Zo was het ook bedoeld. Het doet de
vraag rijzen wie daar achter zit. Relevante personen werden door de
Indiase Parlementaire onderzoekscommissie niet gesproken, mondelinge
informatie van twee Zweden die India bezoeken wordt door Rajiv Ghandi
geweigerd, zogenaamd omdat hij dit op schrift wil hebben. Maar zo
kreeg hij helemaal niets, niet op papier en niet verbaal. En ook dat
lijkt precies de bedoeling. In Zweden wordt dan weer de Officier
van Justitie Lars Ringberg gemaand geen contact te zoeken met een
Indiase delegatie, zogenaamd om die niet in verlegenheid te brengen. Uiteindelijk zullen in de periode 1997-99 wel honderden
pagina's met geheime Zwitserse bankafschriften aan India geleverd
worden. Het boek sluit af met de opmerking dat de dozen met de
documenten in 2025 nog steeds gesloten in India staan. Delhi weigert
de beerput te openen. Meer dan een schaar is niet nodig. Dit
is een aspect dat de uitgave van het boek ook veel van zijn relevantie en
urgentie geeft. Immers zo blijft het nog steeds bij enigszins gissen wie
precies betrokken waren, al wijst alles erop dat dit tot op het
hoogste niveau was. Olav Palme en Rajiv Gandhi waren bij zaak
betrokken, zoals uit een gesprek
tijdens
een vlucht in 1986 bleek.
Maar hoe precies? De gesloten dozen zijn nu wel een handig chantage middel door op het openen aan te sturen, tenzij personages of partijen ... (vul maar in).
Journaliste, echtgenote, moeder
Het karakter van het boek wijkt af
van het gangbare door de aandacht die er is voor de positie van de
onderzoeksjournaliste zelf. Ze is een jonge vrouw die pas getrouwd
een gezin aan het vormen is. Net voor de bevalling in het ziekenhuis
zoekt ze nog naar een telefoon (het is de tijd van voor de
mobieltjes) om een bron in het buitenland te bellen. Het zoontje raakt gedurende zijn eerst levensjaar gewend aan de klank van fax en telefoon, en speelt met schrijfpapier
dat over de grond zwerft. Als hij gaat
lopen, merkt ze dat er daardoor minder tijd overschiet voor het
Boforsonderzoek. Ook haar tweede kind wordt tijdens het onderzoek
geboren.
Het roept bij Chitra de vraag op of ze wel een goede moeder
is geweest en een goede echtgenote of haar kinderen geen schade hebben
ondervonden van haar inzet. Die twijfel leeft ook binnen haar
familie. Bovendien zien die ook het gevaar van het peuteren aan een
corruptiezaak in de hoogste kringen. Dreigtelefoontjes, niet
werkende autoremmen en een inbraak op haar bankrekening geven substantiële aanleiding voor die zorgen.
Van andere orde is haar constatering dat ze er slecht in is om
haar financiële beloning te regelen, een euvel dat meer voorkomt bij
vrouwen dan bij mannen. De gender insteek alleen al maakt het boek waardevol om te
lezen. Hoewel de verzuchting of ze wel een goede moeder c.q. vrouw is
wel vaak in dezelfde woorden terugkeert, terwijl het de lezer al
duidelijk zal zijn dat ze onder die druk leeft, en zo niet dan zal
het ook door het veelvuldig herhalen niet duidelijk worden.
Eindredacteur
Wat ook herhaaldelijk terugkeert is de
onbetrouwbaarheid van haar eindredacteur N. Ram. Deze publiceert
onaangekondigd stukken, waarvan is afgesproken dat de schrijfster
eerst geïnformeerd wordt. Of hij laat geschreven stukken – soms
tijden – liggen en gebruikt documenten niet die met veel inzet zijn
verkregen. Hij publiceert tegen de afspraken met de bron in
informatie die juist beter nog even niet kon verschijnen. Hij
sprak met betrokkenen in het corruptieschandaal over de informatie
die hij had (zoals met de Hindujas). Hij heeft anderzijds geen
aandacht voor de positie van de journaliste. Zo vraagt hij nooit
(belangstellend) naar haar jonge gezin en hij is egocentrisch. Aan het
eind van het boek vindt Chitra het nodig te verklaren dat zijn
houding niet werd ingegeven om zichzelf te verrijken, maar om zijn
positie op te kloppen en een steviger positie binnen de krant te
krijgen.
Haar voornaamste bron in Zweden, Sten Lindström,
zegt dat hij niet begreep waarom ze de band met Ram niet eerder verbrak. Zelf
denkt ze dat ze die stap niet zette vanwege de afstand tot India en het jongleren met de tijd voor de baby, thuis, en Bofors. Tenslotte gaat ze
werken voor
The Statesmen en korte tijd bij
The Indian
Express. Bij deze tweede krant stuitte ze weer op een
onhandelbare eindredacteur en stopte, maar keerde kort daarop
terug.
Bronnen
Snel nadat ze aan het onderzoek voor
The
Hindu begint, zoekt ze bronnen. In India, Zwitserland, en Zweden,
waar ze spreekt met de Swedish Peace and Arbitration Society (SPAS,
een organisatie mij bekend van vroegere samenwerkingsprojecten) en
betrokken journalisten. Na enige tijd krijgt ze contact met een man
wiens naam ze pas veel later zal noemen
– in de realiteit pas na een kwart eeuw
– en die haar regelmatig
documenten geeft en een van haar sparringpartners wordt om de
kwestie te analyseren. Sting noemt ze
Sten
Lindström, het hoofd van de Zweedse politie, die uit hoofde van zijn functie onderzoek deed naar de Boforszaak.
In Zwitserland spreekt ze regelmatig met een wapenhandelaar om de wereld van de wapenhandel en
brievenbusmaatschappijen te begrijpen. Hij blijft anoniem en krijgt in het boek de naam Kaa (naar de slang
in
Jungle Book). Een collega vraagt of ze hem
vertrouwt. Hij probeert nooit verhalen bij me te planten, antwoord ze
daarop. Maar ze spreekt ook met onderzoekers naar financiële malversaties
vanuit de Zwitserse overheid, zoals 'Snowman' en Jörg Kistler, die woordvoerder van het Ministerie van Justitie is. Ze zette een flink
netwerk op. Naast haar tomeloze inzet is dat het voornaamste kapitaal
van de journaliste.
Onderzoeksjournalistiek
In het boek komen regelmatig onderzoeksjournalistieke-opmerkingen
voorbij. Dat is een volgende reden dat het boek ook in algemene zin
waarde heeft. Het zou literatuur voor de opleiding journalistiek
kunnen zijn. Uitgebreid wordt het proces beschreven vanaf de aanvang van het Boforsschandaal dat samenvalt met het start als Chitra's loopbaan
als onderzoeksjournaliste.
Het begint al met de opmerking dat de intenties van een
onderzoek de waarde van de uitkomst bepalen. Wat ook opvalt is dat
het boek vol vragen zit en daarmee de belangrijkste vaardigheid
onderstrepen: denk zeker niet te snel dat je het weet, maar zie wat
je niet weet en waar nog onduidelijkheid zit die opgehelderd moet
worden. De hele Bofors kwestie kwam aan het rollen door de
routinematige vraag van een accountant naar de reden dat een
ontvanger van geld anoniem moest worden gemaakt tijdens een ander onderzoek naar het bedrijf, vertelt Lindström
tijdens een interview dat integraal in het boek is opgenomen.
Bofors had geen uitleg, en dat was reden om verder te zoeken voor de
Zweedse diensten.
Maar ook bluf kan nodig zijn. Als Chitra Bofors belt om een
persoon uit een brief te traceren en ze gevraagd wordt op welke
afdeling mevrouw Ulla Nilsson werkt improviseert ze stante pede: “op
financiën.” Als Nilsson dan aan de lijn komt is ze duidelijk
in dienst van Bofors. De bluf werkte.
Al snel stuit Chitra op het verschijnsel dat mensen zaken
ontkennen die hen niet worden aangewreven. Het is een eerste
indicatie van een achterliggende leugen en daarom een aanleiding om
juist dan onderzoek te doen naar wat ontkend wordt. Een variant op
dit thema is dat de Bofors zaak in het begin door de Indiase overheid
als een valse verdachtmaking werd geduid, maar hoe kan een verklaring
fout worden genoemd als de waarheid nog niet bekend is, vroeg de
schrijfster zich af.
Ze wees eerder al op de waarde van steeds opnieuw de
informatie vanaf het begin doornemen om te zien wat gemist
is. Het boek staat bol van voorbeelden van trucs en methoden.
Afleiden en niet willen vinden
Oppassen is het ook met
bronnen die informatie geven waar je niet naar zoekt. Dit kan bedoeld
zijn om je van je pad af te leiden. Een ander mechanisme is dat de
betrokken partijen beurtelings de schuld en/of verantwoordelijkheid
bij de ander leggen. Deze pingpong-manoeuvres zijn bedoeld om te
misleiden.
“Kijk naar de feiten, kijk naar de feiten,”
zei Lindström herhaaldelijk tegen haar. Maar een goed onderzoek is
ook gediend met het leggen van verbanden tussen op zichzelf genomen
onschuldige gegevens. Steeds weer pingpongballetjes die voor je langs
stuiteren, maakt het moeilijk om dat overzicht te zien. Als ze het
dagboek van Ardbo, de directeur van Bofors, in handen krijgt, merkt ze dat context woorden en
gedachten een andere betekenis kan geven. Dit los van de nieuwe
informatie die eruit kwam, zoals dat hij in 1987
met de advocaat van (Rajiv) Gandhi sprak.
Al vroeg in het
boek schrijft ze:
“Dit was de eerste keer dat ik een aanbod van
smeergeld ontving.” Het aanbod kwam van een in Genève
gevestigde wapenhandelaar (dat lijkt een ander dan Kaa) die haar eveneens dreigend waarschuwde voor
het gevaar om aan de Bofors kwestie te werken.
Ze analyseert
dat de zaak in 1987 opgelost had kunnen zijn als de Indiase overheid
aan de Zwitserse assistentie had gevraagd. Er was al vroeg voldoende
bekend om zo'n verzoek kansrijk in te dienen. De onderzoeken (en later toch ingediende verzoeken) vanuit
de Indiase overheid zijn echter niet gericht op het vinden van de
schuldigen, maar op het niet vinden. Die lijn wordt door Boforsgate heen
steeds steviger gesponnen.
Wapenexportbeleid
De journaliste doet onderzoek in brede zin.
Haar verbazing over de rol van Palme (zowel een man van vrede als
iemand die de wapenindustrie steunt) doet haar het Zweedse
wapenexportbeleid bestuderen. Onder andere blijkt dat Stockholm geen
problemen had met omkopen van anderen als er maar geen partijen in
Zweden werden omgekocht, en daarbij: smeergeld was belastingaftrekbaar.
Een ander financieel aspect is dat de overheidsexportkredieten (zoals
in Nederland
Atradius
DSB biedt) voor de Bofors levering aan India werden verhoogd om deze voor Delhi aantrekkelijker te maken; dit was de eerste keer dat
dit in verband met een Zweedse wapenleverantie gebeurde.
Zweden heeft
een lucratieve wijze gevonden (dienstbaar aan een
militair-industrieel strategische
inzet) om het relatief
kleine, maar eveneens neutrale land (dat was nog voor het recente
NAVO-lidmaatschap) een sterke wapenindustrie te geven:
“wapens
verkopen aan alle partijen.”
Tussendoortje
In
de zomer van 1988 besluit de schrijfster Bofors te laten liggen. Het
onderwerp gaat teveel van haar vragen en weegt te zwaar op het jonge
gezin. Al snel komt een ander onderwerp op haar pad dat ook
allerminst licht van gewicht is: een Duits-Indiaas
onderzeebootschandaal met aspecten van corruptie, omzeilen van
sancties en machtspolitiek. Ze wordt gevraagd door Rainer Burkhardt
van de Duitse omroep ARD. Je hebt van die mensen die het niet kunnen laten. Chitra
lijkt er daar een van.
Niet alleen verkoopt de Duitse werf
HDW het ontwerp voor India ook aan Zuid-Afrika, waardoor informatie
over de onderzeeërs ook in Johannesburg komt te liggen.
Zeker zo belangrijk was de informatie dat in de verkoop ook 7% van de
$450 grote order (voor twee van de vier) als smeergeld
naar de Indiase agent zou gaan.
De wal zou hier uiteindelijk
het schip keren en India besloot in november
1985
van de twee volgende onderzeeërs van HDW af te zien. India wende
zich vervolgens tot Parijs en kocht daar schepen van de Scorpène
(Kalvari) klasse. Bij
The
Hindu
bleef haar werk rond de kwestie liggen. Zo is dit 'tussendoortje' ook
een onderstreping van haar abominabele verhouding met haar
eindredacteur.
Op 9 april 1987 noteerde de
Staatssecretaris van Defensie S.K. Batnagar dat de Indiase agent van
HDW “zeer
waarschijnlijk de Hindujas”
zijn. Ook hier duiken ze dus weer op.
Onderzeeërs speelden mogelijk ook een rol in de
betrokkenheid van Palme in Boforsgate. Lindström zag het als volgt:
In 1978 betrok Kockums Palme bij een levering van onderzeeërs aan
Venezuela. Tijdens deze verkoop had Palme gezien hoe wezenlijk het
geven van smeergeld/commissie is bij het verwerven van een
order en ook voor de man met het ogenschijnlijk onkreukbare imago was zo een
verwerpelijke handelswijze geboren.
Effect
Ze schrijft in Boforsgate dat ze weet dat ze ooit een
boek over de zaak zal schrijven. Het werden er uiteindelijk twee. Het boek zou moeten gaan over de onderzoeken, het leven als journalist, maar
“vooral over
de staat waarin de Indiase journalistiek zich bevindt.” Dat
laatste is wat mij betreft niet geworden. Daarvoor komen teveel Indiase publicaties niet aan de orde en zijn het vooral haar eigen ervaringen
die opgevoerd worden. Die dekken een belangrijk deel van de Indiase
pers, maar is geen onderzoek naar het geheel ervan.
Al
kort na de eerste onthullingen in Zweden lijken de betalingen te
stoppen, zo schrijft de journaliste in een beoordeling van een set
documenten die ze van Lindström kreeg (p. 118). Zonder die rol van
de pers had India veel meer voor de houwitsers moeten betalen.
Of
Rajiv Gandhi wel of niet betrokken was, blijft niet in het midden, de
suggestie en feiten wijzen tot vlakbij zijn persoon, maar nergens
wordt dit volledig hard gemaakt. Dat ligt niet aan de schrijfster
en anderen die oprecht onderzoek deden, maar aan de Zweedse en de
opeenvolgende Indiase overheden die de zaak onder de pet hielden of
liever in dozen die ze niet open willen maken.
Achter in het
boek staat een QR-code die verwijst naar een
pagina met een veertiental bronnen. Als je ze leest is het niet
moeilijk ook het plezierige aan een dergelijk onderzoek te zien,
bijvoorbeeld als je de codenamen tegenkomt van de partijen die
smeergeld ontvingen (doc 6 ). Vermakelijk is ook een wapenhandelaar
die bedankt voor een bosje bloemen (doc 5). Dat is lekker huiselijk
in een verhaal over corruptie rond de aanschaf van 155mm geschut. Op
die moderne wijze wordt nog enige informatie aan het toch al bomvolle boek
toegevoegd. (Er staan ook document fragmenten op foto's halverwege het boek.)
Patriot
Het
Zweedse hoofd van de politie Sten Lindström had niet veel vertrouwen
meer in de politiek. Dat blijkt uit de volgende woorden (uitgesproken
nadat Ringberg gekortwiekt was):
“Je zal begrijpen dat de wereld
niet wordt gestuurd door politici, maar door een verstrengeling van
militair-industriële belangen en waar de Khashoggi's [berucht
wapenhandelaar Adnan, de oom van de vermoorde journalist Jamāl
Kashoggi]
en de Ardbo's de dienst uitmaken.”
De schrijfster preekt nog
steeds de liefde voor haar land, waarin geen plaats moet zijn voor
malversaties en oneigenlijk gebruik van overheidsgeld. Door zo te
handelen werd zowel in Zweden als in India het vertrouwen verraden
dat ze had in de overheid. Een andere reden dat ze de corruptie wilde
blootleggen was haar medeleven met de Indiase militairen “die
hun leven op het spel zetten om ons veilig te houden.”
Ze
woont in Zwitserland, maar is een trotse Indiase die blij wordt van
een toespraak in 1994 bij de UNHCR waar de Indiase politiek in Kasjmir
werd toegejuicht en Pakistan tot boeman verklaard (vier jaar later
was het oorlog tussen de twee illegale kernmachten). Ze
stelt zelf rond die oorlog: “We kochten een goed
wapen. De prijs was concurrerend. De schiet- en scootcapaciteit –
[MB: plaats- en richtingbepaling] – hielp ons de Kargiloorlog
te winnen.” Een groot deel van de wereld hield bij dit conflict
zijn hart vast vanwege de kernwapens aan beide zijden. (Maar ze is de enige journalist in India niet die de
houwitzers zo vaderlandslievend beoordeeld.) Nee ze is verre van
een vredesactiviste, maar iemand die tegen de beschreven corruptie en
misstanden wil opstaan. Dat is een beperktere rol, maar zeker ook
niet onbelangrijk.
Elders
schreef Chitra
Subramaniam Duella:
“Het
verhaal van Bofors is simpel. India kocht in 1986 veldhouwitsers van
Zweden voor een bedrag van 1,2 miljard dollar. Er werd ook een
leveringscontract ter waarde van bijna het dubbele onderhandeld voor
de overdracht van technologie, de levering van documenten en knowhow,
enzovoort, zodat we zelfvoorzienend konden worden. De wapens waren
uitstekend; de prijs was concurrerend. Het probleem waren de
steekpenningen, vooral de heimelijke, die zelfs de marketingdirecteur
van Bofors niet kende.” Dat
verhaal heeft ze zoveel mogelijk blootgelegd. Inmiddels is ze er van
doordrongen dat dit slechts een van de vele schandalen is.
In dit
boek houdt ze het Boforsschandaal nog eens goed tegen het licht (veel
is inmiddels bekend, maar het boek geeft een overzicht vol details),
tevens ook van de wereld waarin vrouwen goede moeders moeten zijn en
hun eigen ruimte daarnaast afdwingen.
Noten: