Aan de
kant van de weg zie ik regelmatig een lieftallige vrouw met
lichtblauwe kleding en een kindje tegen haar schouder. Als het kindje
zo'n dertig jaar ouder is geworden, nagelt de Romeinse bezetter het tegen het hout
en zetten omstanders hem een doornen kroon op zijn schedel. De marteling leidt tot een
bloederig tafereel. Toch staan er nog meer van die bloedende mannen
langs de kant van de weg dan moeders met Het kind. Het vertonen van
martelingen is zwak uitgedrukt: smakeloos.
De
bovenstaande Jezus kwam er pas op 28 september 2003. Het plaatsen van een
landkruis op de kruising van de Gammelkeresweg en Koehorstweg had natuurlijk een in het verleden gewortelde reden. De reden om het landkruis te plaatsen was dat een
dergelijk vertoon van dankbaarheid in 1950 werd genoemd op een buurtfeest in
Gammelke, omdat het buurtschap tijdens WOII
gespaard bleef. Tenminste dat herinnerde iemand zich een halve eeuw later.
Inderdaad bleef het in Gammelke tijdens de oorlog bij hier-en-daar een illegale slachting, woekerwinsten op landbouwproducten, een diefstal van levende have of een zak rogge, en een enkele brandende boerderij. Maar als reden om zo'n mishandelde man te vertonen is dat een uiterst zwak pleidooi.
Inderdaad bleef het in Gammelke tijdens de oorlog bij hier-en-daar een illegale slachting, woekerwinsten op landbouwproducten, een diefstal van levende have of een zak rogge, en een enkele brandende boerderij. Maar als reden om zo'n mishandelde man te vertonen is dat een uiterst zwak pleidooi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten